Hittegolven en droogteperiodes zorgen wereldwijd voor acute oversterfte en schade. Tot nog toe ging men ervan uit dat die oversterfte nog wordt versterkt omdat een hittegolf het landschap uitdroogt en een droge bodem de temperatuur nog meer doet stijgen. Onderzoek door een team van wetenschappers – waaronder voor België die van VITO en de UGent – heeft nu het tegendeel kunnen bewijzen. Het uitgedroogde landschap zorgt er net voor dat hittegolven minder dodelijk zijn.

De meetgegevens van miljoenen weerballonnen die gedurende 35 jaar wereldwijd zijn opgelaten vanop luchthavens en weerinstituten hebben, gecombineerd met satellietbeelden, het effect van bodemuitdroging tijdens dodelijke hitte nauwkeurig in kaart gebracht. De resultaten zijn verrassend. Zo verrassend dat het tijdschrift ‘Science Advances’ ze nu heeft gepubliceerd.

Hitte is dodelijk, toch?

De logica die de wetenschappers eerder hanteerden, is eenvoudig. Hitte is dodelijk. Zo leidde de hittegolf van 2003 in Europa tot 70 000 bijkomende overlijdens. Tijdens hittegolven droogt het landschap uit. Die droogte doet de temperaturen nog verder stijgen omdat een droger landschap voor minder verdamping zorgt. Daardoor blijft er meer energie over aan het aardoppervlak en warmt de buitenlucht nog meer op. Op basis daarvan gingen de wetenschappers ervan uit dat de uitgedroogde grond en de daaruit volgende extra warmte ook voor extra overlijdens zorgt.

Analyse van de meetgegevens van die duizenden weerballonnen, gecombineerd met satellietbeelden toont echter het tegenovergestelde. Het versterkende effect van droogte op de temperatuurstijging is immers misleidend. Omdat de bodem zo droog is, is er ook minder verdamping en dus minder vocht in de lucht. Een hoge luchtvochtigheid bemoeilijkt afkoeling via transpiratie en vergroot de kans op oververhitting. Het gunstige effect van een uitgedroogde bodem die de luchtvochtigheid substantieel doet dalen, zorgt ervoor dat echte hittegolven net minder dodelijk zijn.

Werken we oversterfte in de hand?

Vreemd genoeg zorgen deze resultaten ervoor dat de maatregelen die nu vaak getroffen worden, oversterfte net in de hand werken. Herbebossing en irrigatie van akkerlanden zijn noodzakelijk voor natuurbehoud, biodiversiteit, landbouw en voedselproductie maar kunnen nefast zijn voor oversterfte, al vlakken ze de extreem hoge temperaturen af. Het gunstige effect van de lagere temperatuur wordt immers tenietgedaan door de hogere luchtvochtigheid en dat maakt de hitte zwoeler én dodelijker.

Bijkomend onderzoek nodig

De studie benadrukt nog maar eens hoe groot de uitdaging is om de toenemende dodelijke hitte en droogte tegen te gaan. Het is daarom noodzakelijk om de klimaatopwarming in eerste instantie in haar grondvesten tegen te gaan, met name via drastische reductie van de uitstoot van broeikasgassen.

Het onderzoek toont ook de noodzaak aan om alternatieve droogte- en hittewerende maatregelen te onderzoeken binnen de landbouw, voedsel- en watersector. Er moet volgens de wetenschappers meer worden ingezet op plantensoorten die beter aangepast zijn aan een droger en heter klimaat. Binnen de landbouw kunnen de keuze van gewassen (bv. tarwe of maïs) en bepaalde technieken (bv. het achterwege laten van grondbewerking of genetische modificatie van gewassen) zorgen voor een lager waterverbruik en een hogere weerkaatsing van zonne-energie. Om te weten hoe effectief en wenselijk zulke maatregelen zijn, is verder onderzoek nodig.

Over het onderzoek

Een team van wetenschappers (UGent, Wageningen University & Research, VITO, Loyola Marymount University, Euro-Mediterraan Centrum voor Klimaatverandering) analyseerden hittegolven via meetgegevens van miljoenen weerballonnen. Die ballonnen zijn gedurende 35 jaar (1981-2015) wereldwijd opgelaten vanop luchthavens en weerinstituten. De meetgegevens werden gecombineerd met satellietbeelden en op hun beurt gebruikt voor weersimulaties. Daarmee kon het effect van bodemuitdroging tijdens dodelijke hitte worden nagegaan. De onderzoeksresultaten werden gepubliceerd in het tijdschrift ‘Science Advances’.

www.science.org/doi/10.1126/sciadv.abe6653

Contact:
+32 14 33 52 78