Het energielandschap is de afgelopen jaren enorm veranderd. Een belangrijke tendens hierbij is dat energie meer hernieuwbaar is geworden en op kleine en gedistribueerde schaal wordt opgewekt. Om de klimaatdoelstellingen te halen, zijn echter grotere veranderingen en inspanningen noodzakelijk. In dit opzicht kunnen energiegemeenschappen aanzienlijke kansen bieden. Maar wat zijn deze energiegemeenschappen? Welke voordelen bieden ze? En welke uitdagingen belemmeren een grootschalige uitrol? 

Het energielandschap is de laatste jaren enorm veranderd. Een belangrijke tendens hierin is dat energie meer hernieuwbaar en bovendien kleinschalig en gedistribueerd opgewekt wordt. Daar hebben we lange tijd voornamelijk grote eenheden voor gebruikt, die energie naar verbruikers vervoerden via transmissie- en distributienetten. De opkomst van hernieuwbare energie creëerde een evolutie van consumenten naar prosumenten, waarin iedereen niet alleen elektriciteit kan produceren, maar ook kan produceren en aan het net kan leveren. Binnen Vlaanderen zien we dat huishoudens het voortouw nemen in die evolutie, door zonnepanelen te plaatsen op de daken (in 2019, 56% van het bijgeplaatste zonnevermogen) (Energiesparen.be, 2020).

Als we de klimaatdoelstellingen willen halen, dan zijn grotere veranderingen en inspanningen noodzakelijk. Momenteel lopen projecten rond hernieuwbare energie (PV- en/of windprojecten) regelmatig vast omdat een haalbaar economisch model ontbreekt: er is bijvoorbeeld onvoldoende netcapaciteit om de bijkomende productie op te vangen, het dakoppervlak is niet optimaal georiënteerd of de vraag naar elektriciteit van bepaalde afnemers is onvoldoende afgestemd op de decentrale productie (bv. een school sluit in de zomervakantie wanneer een grote hoeveelheid zonne-energie opgewekt kan worden).

In deze gevallen biedt het samenbrengen van consumenten in een energiegemeenschap kansen. Zo’n gemeenschap groepeert afnemers/producenten en laat hen toe lokaal energie uit te wisselen tussen gebouwen. Energiegemeenschappen zijn een manier om collectieve energieactiviteiten te ‘organiseren’ via een open, democratisch systeem.  Door de consument op een actieve manier te betrekken, kan hernieuwbare energie verder uitgerold worden, zodat alle betrokken burgers toegang krijgen tot groene stroom en bijdragen aan de integratie van deze energie in een flexibeler energiesysteem.

Een gelijk speelveld voor alle burgers

Om energiegemeenschappen mogelijk te maken, is het belangrijk dat iedereen gelijke kansen krijgt om zijn steentje bij te dragen. Met het “Clean Energy For All Europeans Package”, draagt Europa alle lidstaten dan ook op om tegen 2021 een democratisch kader op te stellen dat burgers (huishoudens en bedrijven) meer centraal stelt en een gelijk speelveld creëert voor o.a. productie, opslag, verbruik, delen en verkoop van energie.

Dat betekent dat burgers op verschillende manieren kunnen samenwerken: burgers kunnen individueel handelen (als zelfverbruiker van hernieuwbare energie of als actieve afnemer),  kunnen zich organiseren binnen eenzelfde gebouw, bv. een appartementsgebouw (als gezamenlijk optredende zelfverbruikers van hernieuwbare energie of als gezamenlijk optredende eindafnemers) of ze kunnen zich organiseren in een grotere groep (als hernieuwbare energiegemeenschap of als energiegemeenschap van burgers).

Vele voordelen ...

De verschillende samenwerkingsvormen kunnen een meerwaarde bieden in zeer uiteenlopende domeinen en in het bijzonder daar waar traditionele actoren niet voldoen. Deze collectieve activiteiten dragen niet alleen bij tot de klimaatdoelstellingen, maar ze maken de energietransitie toegankelijker voor iedereen. Energiegemeenschappen bieden namelijk verschillende mogelijkheden om onze energiefactuur te reduceren. Vooral gezinnen in energie-armoede krijgen hierdoor kansen.

Collectieve activiteiten creëren bovendien extra kapitaal en nieuwe financieringsvormen voor decentrale energieprojecten waarbij burgers de touwtjes in handen nemen, niet alleen de traditionele spelers. Lokale investeringen garanderen een grotere mate van energie-autonomie, terwijl de waarde lokaal verankerd blijft. Voorbeelden van collectieve activiteiten tonen dat samenwerkingen niet beperkt hoeven te blijven tot energie: het systeem kan uitgebreid worden naar afvalbeheer, fietsherstellingen… De sociale cohesie wordt dankzij dergelijke projecten ook veel groter.

De voordelen legio zijn. Op dit moment wordt er nog gewerkt aan een gepast regelgevend kader, zodat deze initiatieven ook wettelijk toegestaan en ondersteund worden. Dit werk zal gefinaliseerd zijn tegen 2021.

… maar ook uitdagingen

Om collectieve activiteiten alle kansen te geven, onderzocht VITO/EnergyVille wat er (behalve het regelgevend kader) moet gebeuren om een grootschalige implementatie mogelijk te maken. Op dit moment zijn er nog een aantal belemmerende factoren en openstaande vragen. We vatten de belangrijkste aanbevelingen hieronder samen:

1. Kenniswerving

Het energielandschap is erg complex en het is voor de consument soms moeilijk om een overzicht te bewaren van de verschillende technologie- en marktinnovaties. Nieuwe concepten, zoals collectieve activiteiten moeten in de eerste plaats begrijpbaar en tastbaar zijn, zodat het niet te ingewikkeld wordt. Goede, volledige en laagdrempelige informatie is dus heel belangrijk.

2. De economische prikkel tot deelname verzekeren

Een nieuw regelgevend kader betekent dat collectieve activiteiten op hun economische haalbaarheid beoordeeld moeten worden. Op dit moment bestaat de business case voor collectieve activiteiten voornamelijk uit: i) het benutten van de eigen productie via de energiecomponent, en ii) het aanbieden van flexibiliteit voor het energiesysteem. De energiefactuur van de consument bestaat echter niet enkel uit een energiegedeelte, ook belastingen, heffingen en nettarieven zijn hierin geïntegreerd. De impact van de energiecomponent is beperkt in de totale energiefactuur. Er is bovendien een verschil tussen de totale waarde van de energie geïnjecteerd door burger A en de prijs betaald voor het gebruik van deze energie door burger B.

Uit praktijkervaring blijkt dat, met de huidige regels, een rendabele business case niet altijd mogelijk is. We moeten nadenken of bijkomende prikkels noodzakelijk zijn. Deze extra prikkels kunnen collectieve activiteiten belonen voor de meerwaarde die ze kunnen creëren. Als de collectieve activiteiten bijvoorbeeld in concrete net- en/of systeemvoordelen resulteren, kan zich dat positief vertalen naar een aanpassing van het distributienettarief.

Er komen verschillende aandachtspunten naar boven wanneer we deze discussie voeren. Hieronder enkele belangrijke:

Niet elke collectieve activiteit zal (in dezelfde mate) net- en/of systeemvoordelen bereiken.
- We moeten rekening blijven houden met beperkingen van het elektriciteitsnet zoals grote stroompieken die het net overbelasten. Het optreden van deze congesties en het aantal deelnemers op hetzelfde elektriciteitsnet bepalen de mate waarin collectieve activiteiten baten opleveren
-Nettarieven werden in het verleden uitgewerkt met bepaalde doelstellingen (bv kostenreflectiviteit en niet-discrimineren) in het achterhoofd om een evenwichtige bijdrage van alle netgebruikers te bereiken. Indien afwijkende individuele nettarieven uitgewerkt moeten worden voor collectieve activiteiten mogen deze basisprincipes niet uit het oog verloren worden.

Voordelen van collectieve activiteiten beperken zich niet tot netvoordelen, maar kunnen ook sociale en ecologische meerwaarden (bijvoorbeeld een reductie van CO2 emissies) teweegbrengen. Dergelijke meerwaarde is niet altijd eenvoudig in kaart te brengen, maar daarom niet minder belangrijk. Om zicht te krijgen op deze meerwaarde kunnen er prikkels buiten de energiefactuur voorzien worden, die de economische haalbaarheid van collectieve activiteiten verbeteren. Het is bij deze oefening altijd belangrijk om na te gaan welke voordelen er zijn, voor wie ze zijn, en hoe belangrijk ze zijn voor het individu, de lokale gemeenschap en de maatschappij.

3. Verplichtingen en procedures haalbaar houden

Bij het uitwerken van een kader voor stroomuitwisseling, moeten we kijken naar de verplichtingen die daarmee gepaard gaan. Binnen de huidige Vlaamse regelgeving gelden een aantal verplichtingen die verbonden zijn aan de levering van elektriciteit (zoals leveringsvergunning en evenwichtsverantwoordelijkheid). De vraag is in welke mate elk van de Europese samenwerkingsvormen aan deze verplichtingen moet beantwoorden. In dit kader wordt vaak het onderscheid gemaakt tussen energie verkopen (energiestromen buiten de gemeenschap) en energie delen (energiestromen binnen de gemeenschap). Daarbij worden er voor het delen van energie enkele vrijstellingen voorgesteld.

Voor consumenten in collectieve activiteiten dienen de consumentrechten bewaakt te worden. Bepaalde rechten zijn echter vanuit het standpunt van een collectieve activiteit minder gewenst of brengen risico’s met zich mee (bv. vrije leverancierskeuze of de vrijheid tot deelname en uitstappen). Er dient goed nagedacht te worden hoe we hiermee omgaan.

Tot slot moet vanuit verschillende opzichten administratieve eenvoud een doel "an sich" zijn. Wanneer het bijvoorbeeld gaat over de energiefactuur, is eenvoud heel belangrijk voor de consument. Als er dan voor elke consument een verrekening moet komen van verschillende energiestromen, is het wel wenselijk dat hij uiteindelijk één factuur krijgt.

Op een slimme manier de deelnemers samenstellen en kiezen

In principe moet elke burger open en vrijwillig kunnen deelname aan energiegemeenschappen. Voor bepaalde types van samenwerkingsvormen is het echter aangewezen om deelnamevereisten of beperkingen op te leggen. Ook wat rentabiliteit betreft, kan het lonen om de deelnemersgroep van een collectieve activiteit slim samen te stellen. Hierbij is een zoektocht naar complementariteit en/of flexibiliteit essentieel. Het vormen van de deelnemersgroep geeft dus een sterke sturing aan de te behalen waarde. Daarbij moeten we ons afvragen of een selectieve benadering van de deelnemers (en dus het uitsluiten van bepaalde netgebruikers), afhankelijk van de additionele meerwaarde binnen de collectieve activiteit en afhankelijk van de motivatie van een collectieve activiteit, gerechtvaardigd is.

De praktische opzet van een collectieve activiteit

Tot slot moet er rekening gehouden worden met de praktische elementen die nodig zijn om collectieve activiteiten te kunnen opzetten. Zo moeten alle energiestromen nauwkeurig gemeten kunnen worden. Een digitale meter of equivalente meetinstallatie is essentieel. De geregistreerde data dient met respect voor privacy uitgewisseld te worden.

Ook het verdelen van de opbrengsten van een collectieve activiteit moet aandachtig bekeken worden.  In het bijzonder moet er aandacht gaan naar het opstellen van rekensleutels die een heldere en rechtvaardige verdeling berekent voor de individuele deelnemers.

Praktijkvoorbeelden

Overtuigd van de meerwaarde maar nog niet helemaal mee hoe dit in de praktijk in zijn werk gaat? Verspreid over Vlaanderen zijn er al een aantal collectieve activiteiten opgericht, zowel grote als kleine initiatieven. Het Thor Park, waar EnergyVille gevestigd is, is er één van. Thor Park kreeg recent het label van regelluwe zone – de eerste in zijn soort in Vlaanderen. Binnen de regelluwe zone heeft EnergyVille als doel om lokaal zoveel mogelijk hernieuwbare energie te produceren en overschotten efficiënt uit te wisselen. Zo heeft het nieuwe parkeergebouw op Thor Park een groot dakoppervlak (heel geschikt voor zonnepanelen), maar een relatief laag verbruik. Thor Central, het historische hoofdgebouw van de mijnsite, kan zelf dan weer geen zonnepanelen leggen maar verbruikt veel energie. Binnen de regelluwe zone kan EnergyVille experimenteren met het concept energiegemeenschappen. Zo kan EnergyVille bovenstaande vraagstukken nader onderzoeken en mee onderbouwde antwoorden formuleren.

Key takeaways

Collectieve activiteiten zoals energiegemeenschappen hebben een groot potentieel binnen de energietransitie, niet alleen ecologisch (door een hogere integratie van hernieuwbaar energie en een verhoogd zelf-verbruik binnen de gemeenschap), maar ook economisch en sociaal.
Europa heeft deze boodschap begrepen en draagt met de “Clean Energy For All Europeans Package” alle lidstaten op om tegen 2021 een democratisch kader op te stellen dat burgers (huishoudens en bedrijven) meer centraal stelt en een gelijk speelveld creëert voor o.a. productie, opslag, gebruik, delen en verkoop van energie.

Om een grootschalige implementatie van collectieve activiteiten mogelijk te maken zijn er echter nog een aantal belemmerende factoren en openstaande vragen die opgelost moeten worden.

Het regelgevend vorm krijgt vorm en er wordt verwacht dat collectieve activiteiten op relatief korte termijn hun weg vinden in ons energiesysteem.

EnergyVille/VITO onderzoekt het concept van collectieve activiteiten in een regelluwe zone. Het uiteindelijk doel is om bovenstaande vraagstukken verder te onderzoeken en onderbouwde antwoorden te formuleren op de openstaande vragen om zo een snelle uitrol van collectieve activiteiten mogelijk te maken.

Benieuwd hoe dit unieke living lab, waar nieuwe technologieën, procedures, marktmodellen etc. uitgebreid getest kunnen worden, ook voor u relevant kan zijn? Neem dan gerust contact op met onze experts.

 

Geschreven door Annelies Delnooz, Janka Vanschoenwinkel, Hanspeter Höschle en Yutig Mou (allemaal EnergyVille/VITO). Annelies Delnooz heeft meer dan 10 jaar ervaring in de analyse van energiemarkten, prijsmechanismes, actoren, markttransacties, techno-economische analyses en businessmodellen. Als projectmanager nam ze deel aan verscheidene nationale en internationale projecten en geeft ze geregeld input aan beleidsmakers. Janka Vanschoenwinkel behaalde in 2018 haar doctoraat in toegepaste economische wetenschappen aan de Universiteit Hasselt. Sindsdien is ze actief in het opzetten van techno-economische analyses voor smart-energy oplossingen, onderzoeken van (multi-carrier) energiemarkten en het analyseren van businessmodellen voor warmtenetten. Hanspeter Höschle verdedigde in 2018 succesvol zijn doctoraat aan de KULeuven in capaciteitsmechanismen. Hij is het aanspreekpunt voor  het in rekening nemen van toekomstige energiemarkten en elektriciteitssystemen in het modeleren van markten. Dit omvat o.a. het in rekening nemen van de impact van gedecentraliseerde productie, flexibele vraag, opslag en interconnecties. Yuting Mou behaalde in 2020 zijn doctoraat aan de Université Catholique de Louvain en bouwde doorheen de jaren expertise op in het modeleren van energiemarkten, algoritmes voor systeem optimisatie, en het ontwerpen van tarieven voor residentiële klanten.

Contact:
+32 14 33 59 62
Contact:
+32 14 33 53 16