Sinds de oprichting in 2017 biedt iFLUX oplossingen aan om de dynamiek van grondwaterstroming en vervuiling in de bodem te bepalen. Dat doet het op basis van innovatieve meettechnologie gecombineerd met een gerichte data-analyse. Via fluxmetingen wordt de snelheid en richting van grondwater en verontreiniging daarin in kaart gebracht. Vandaag gebeurt dat vooral analoog (via adsorptie- en recoveryprocessen worden de polluentfluxen in peilbuizen bepaald die dan worden teruggerekend naar de effectieve fluxen in de bodem) maar sinds kort kan het ook digitaal (vanop afstand en in real-time).

Eind dit jaar mag iFLUX, een spin-off van VITO en de UAntwerpen, vijf kaarsjes uitblazen. De afgelopen jaren groeide de start-up die bodemverontreiniging in kaart brengt via monitoring van grondwater, stevig. Ook al zette de coronapandemie tijdelijk een rem op de activiteiten en vooral op het aanboren van buitenlandse markten.

Die groei gaat vandaag onverminderd voort. Zo zal het personeelsbestand van iFLUX, dat zijn thuisbasis heeft op het Wetenschapspark van de UAntwerpen in Niel, de komende maanden bijna verdubbelen. Tegelijk maakt het bedrijf momenteel een belangrijke transitie door. Daarin verschuiven de activiteiten van een veeleer reactieve monitoring op basis van analoge samplingtechnologie voor grondwater, naar een digitaal systeem dat real-time-monitoring toelaat. Het moet klanten in staat stellen preventief te werken rond bodemverontreiniging, maar ook breder rond de waterproblematiek.

We spraken over het recente verleden en de nabije toekomst met Tim Op ’t Eyndt en Goedele Verreydt. Ze noemen zichzelf de co-CEO’s van iFLUX – elk vanuit hun eigen expertise, respectievelijk commercieel en wetenschappelijk.

Zal de transitie naar een digitaal, real-time-monitoringsysteem ook invloed hebben op jullie klantenbestand?

Op ’t Eyndt: ‘Dat is de bedoeling, ja. Met het nieuwe systeem, dat is gebaseerd op een eigen ontwikkelde sensortechnologie die continu en in real-time meet, willen we ons klantenpotentieel opentrekken en verbreden. Onze dienstverlening zal naast reactieve, waarbij er pas actie wordt ondernomen als de bodemverontreiniging is vastgesteld, ook preventieve oplossingen inhouden. De afgelopen jaren hebben we vanuit de markt signalen opgevangen dat er hieraan een grote nood is. We mikken daarmee niet alleen meer op klanten actief in de bodemsaneringssector, maar bijvoorbeeld ook op drinkwatermaatschappijen, projectontwikkelaars en landbouwbedrijven. Door verschillende soorten meetdata te combineren, kunnen we inzichten leveren aan klanten die voorheen niet mogelijk waren. Dankzij deze real-time-informatie zullen ze sneller en zelfs preventief kunnen reageren op ongewenste situaties. Zo kunnen problemen worden voorkomen en kosten bespaard.’

Verreydt: ‘Ook overheden hebben baat bij onze metingen. Niet alleen de diensten die focussen op bodemvervuiling maar ook de organen die bezig zijn met de structurele waterproblematiek. Zeker in Vlaanderen, waar nog veel te weinig water in de bodem doordringt, is die problematiek structureel en urgent. Onze monitoring op basis van metingen van bijvoorbeeld de stroomsnelheid van het grondwater geeft waardevolle inzichten in de waterbalans, in de te verwachten klimaatimpact en in de concrete nood aan vernatting van gebieden. Zo dragen ook wij ons steentje bij aan de Blue Deal, waarmee de Vlaamse overheid het watersysteem in onze regio wil herstellen.’

Op ’t Eyndt: ‘We zien tegenwoordig trouwens verschillende aan het klimaat gerelateerde marktsegmenten ontstaan. Denk aan landbouwbedrijven die zich willen wapenen tegen droogte. Of aan bouwfirma’s die het grondwater dat ze tijdens de werken oppompen niet langer via de riolering willen laten afvloeien. Die klanten zijn allemaal gebaat bij oplossingen gebaseerd op hoogkwalitatieve data. Enkel zo kunnen zij hun processen verbeteren, correct opvolgen en bijsturen op het juiste moment.’

Bodemvervuiling en de waterproblematiek zijn de laatste jaren steeds hoger op de agenda komen te staan, ook in het buitenland. Ondervinden jullie al veel concurrentie?

Verreydt: ‘Voorlopig is wat we doen, namelijk het effectief en in situ meten van stromingen en fluxen van grondwater (of andere waterige substanties), uniek. En eens ons digitale meetsysteem klaar is, zullen we daarin de enige speler wereldwijd zijn die zoiets aanbiedt. Maar tegelijk realiseren we ons dat de markt in volle ontwikkeling is en dat er gelijkaardige spelers als ons zullen komen.’

Op ’t Eyndt: ‘Vandaag bestaat de concurrentie uit twee soorten. Je hebt de leveranciers van technologie die off-the-shelf verkopen en die zich niet bezighouden met het ontzorgen van de klant en deze slechts beperkt ondersteunen in de interpretatie van de meetdata. En je hebt de consultants die vooral veel studiewerk naar bodemverontreiniging en grondwater doen. De activiteiten van de consultants en de technologieleveranciers liggen ver uit elkaar. Wij positioneren ons daar tussenin met onze digitale, op kwalitatieve data gebaseerde dienstverlening. Ons aanvoelen is dat klanten nood hebben aan datagedreven services die beide kanten van het spectrum combineren. Data zonder interpretatie geeft namelijk geen bruikbare informatie.’

Momenteel breiden jullie fors uit. Lukt het om de juiste mensen te vinden?

Op ’t Eyndt: ‘We zijn nog steeds een jong bedrijf, een start-up, en dan heb je bij ondernemende en ambitieuze mensen sowieso een streepje voor. Daarnaast schrijven we mee aan een wervend verhaal, dat merken we bij onze sollicitanten. De waterproblematiek en bodemverontreiniging zijn heel prangende maatschappelijke thema’s – denk maar aan de crisis rond de PFAS-vervuiling in Zwijndrecht.’

‘We zijn nu bezig ons team te verdubbelen van acht naar zestien medewerkers.  We zoeken zowel experts die de connectie kunnen maken met onze klanten als IT’ers en datawetenschappers die de projecten succesvol kunnen uitvoeren. Dat we dit überhaupt kunnen, is mede te danken aan een prestigieuze grant van de European Innovation Council (EIC) die we eind vorig jaar hebben binnengehaald. Deze ‘accelerator grant’ stimuleert bedrijven om hun unieke technologie en oplossingen sneller naar de markt te kunnen brengen. In ons geval gaat het om de digitale, real-time-monitoringtechnologie. Tijdens de looptijd van de grant (twee jaar) willen we onze dienstverlening verder digitaliseren en onze afstand tot klanten verkleinen. We zijn er best trots op: uit vierduizend inzendingen vanuit heel Europa werden wij als enige Belgische kandidaat door de EIC weerhouden.’

Hoe staat het met de internationalisering. Is die hervat nu de coronapandemie voorbij is?

Op ’t Eyndt: ‘Momenteel staat onze teller op ruim honderd projecten waaraan we hebben meegewerkt. Veertig procent daarvan was in het buitenland. We zijn vooral actief binnen Europa, al hadden we recent ook projecten in de Golfregio en in de Verenigde Staten. Bij de buitenlandse projecten gaat het voornamelijk om saneringen van industrieel vervuilde bodems.’

Verreydt: ‘Het voordeel van ons bestaande, analoge monitoringsysteem is dat het snel schaalbaar is. Daardoor kunnen we het veldwerk uitbesteden aan specialisten zoals de bodemdeskundigen met wie we vaak samenwerken. Dat vergemakkelijkt onze buitenlandse activiteiten, want zo hoeven we niet altijd ter plaatse gaan. Voor ons digitale sensorsysteem willen we op korte termijn ook een schaalbare oplossing uitwerken. Het komt er nu op aan om de prototypes in ons labo verder op punt te stellen en om tot een succesvolle demonstratie en validatie te komen.’

Meer info: tim@ifluxsampling.com