Met de Vlaamse Open City Architectuur willen we Vlaanderen mee in koppositie brengen als slimme regio in de wereld. Vlaanderen heeft weinig échte grondstoffen: de belangrijkste troef zit tussen onze oren. Die moeten we ten volle inzetten. Hoe kunnen we een bruisend ecosysteem opzetten waarin data op zo’n manier uitgewisseld kunnen worden dat ze maximaal innovatie stimuleren en tegelijkertijd ook het nodige vertrouwen creëren in het systeem en de uitgewisselde data zelf? 

Blogpost door Dieter Cuypers, researcher van het VITO Transitieplatform

Workshop 3 van het traject Water in de Stad: sensoren voor water

In de derde workshop van het traject ‘Water in de Stad’ van het VLOCA-project werden watersensoren onder de loep genomen. Ondanks (of dankzij?) corona tekenden een 50-tal geïnteresseerden voor de virtuele setting. De hele quadruple helix was aanwezig: vertegenwoordigers van gemeenten, intercommunales, steden, provincies, Vlaamse administraties, kennisinstellingen, het middenveld, ondernemers, leveranciers van data-oplossingen, infrastructuur en sensoren. 

Het traject Water in de Stad

In het traject Water in de Stad draait het allemaal om de uitwisseling van data over waterkwaliteit en waterkwantiteit en de toegevoegde waarde die we op basis van die data kunnen creëren. Zo kunnen we historische data van pluviometers combineren met grondwatermodellen, real-time waterpeilen in rivieren stroomopwaarts, linken aan early-warning systemen en alarmdrempels of -concentraties om mensen te waarschuwen of richting te geven, beleid te ondersteunen en te evalueren. Dat is maar een greep uit de vele mogelijkheden van een uitwisseling van gegevens van verschillende stakeholders. En dan hebben we het nog niet over datafusie waarbij data en modellen vanuit verschillende domeinen door databrokers gekneed worden waardoor compleet nieuwe informatie en mogelijkheden ontstaan. Geen overbodige luxe met de effecten van de klimaatverandering die zich nu al enkele jaren – zomer en winter - duidelijk laten voelen.

Het monitoren van ons water heeft een sterke geografische component. Regionale administraties beschikken over meetnetten Vlaanderenbreed, maar ook steden en gemeenten plaatsen sensoren op hun grondgebied en wisselen data uit. Start-ups en onderzoeksinstellingen ontwikkelen nieuwe diensten, trainen modellen om voorspellingen te doen met die data, fuseren ze met data uit andere domeinen om ze dan met toegevoegde waarde niet alleen terug aan die overheden aan te bieden, maar ze ook ten dienste te stellen van andere bedrijven, burgerbewegingen en individuele burgers. Om Babylonische taferelen te vermijden, is het dus van doorslaggevend belang dat er afspraken gemaakt worden rond datastandaarden, semantiek en data-architectuur.

De workshop zelf

In de sensorworkshop werd gretig informatie uitgewisseld tussen verkennende, beginnende stakeholders en ervaren experts over de vele verschillende aspecten die komen kijken bij het kiezen van de juiste watersensoren voor de gewenste toepassing. Er zijn daarbij vele afwegingen te maken die het niet eenvoudig maken om tot een eenduidig antwoord te komen. Vaak botsen ambities en mogelijke toepassingen met het beschikbare budget. Bij de keuze van de juiste watersensoren komen bovendien ook andere aspecten aan bod. Zo  is evenzeer de context waarin ze geplaatst worden van belang. Niet alleen technische elementen moeten bij de besluitvorming meegenomen worden, maar ook bijvoorbeeld de graad van vandalismegevoeligheid, de werking van de loggers en het verbruik van de batterij...

Voor de deelnemers was het contact met gelijkgestemden duidelijk een meerwaarde. Er werden nieuwe banden gesmeed en de basis gelegd voor nieuwe relaties, en vooral gewerkt aan een gedeeld begrip over wat er nodig is om een bruisend ecosysteem van dataleveranciers en- gebruikers mogelijk te maken.

Uitkijken naar de resultaten

De resultaten van deze workshop zullen nu samen met  die van de voorgaande workshops in dit traject (governance en databeschikbaarheid) verwerkt worden en naast de resultaten van de andere trajecten gelegd worden om te komen tot afspraken rond Vlaamse Open City Architectuur. Deze zullen na de zomer weer terug voorgelegd worden aan de stakeholders om deze verder mee vorm te geven. Centraal hierin staat de VLOCA kennishub waar alle resultaten van het werk in dit project gedeeld worden.

“Bedankt! Weer veel bijgeleerd”

“… ook bedankt voor de interessante sessie gisteren.”

Getuigenissen
Contact:
+32 14 33 54 02