Vandaag gaan we terug in de tijd, naar 24 maart 1998. Het is precies 20 jaar geleden dat het eerste VEGETATION-instrument is gelanceerd aan boord van de SPOT 4-satelliet.

20 jaar mag dan wel niks betekenen voor de evolutie van de aarde, maar het laat zijn sporen na in het leven van een mens. Niet alleen vanwege de immense technologische vooruitgang die is geboekt, maar des te meer vanwege de steeds grotere rol die remote sensing en geo-informatie tegenwoordig spelen in ons dagelijks leven.

SDG's in de jaren 70

Een groeiend besef van de verwevenheid van het milieu, de economie en sociaal welzijn leidde in 1972 tot de Stockholm-conferentie, de eerste VN-conferentie waarbij alle landen werden opgeroepen het milieu te beschermen ten behoeve van de huidige en toekomstige generaties. In 1992 volgden de Verklaring van Rio en Agenda 21, en later in het jaar 2000 de Millenniumverklaring inzake milieu en ontwikkeling met zijn Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.

Het doel om ons milieu te bewaken en ons bestaan veilig te stellen onderstreepte de behoefte aan een langdurige Europese betrokkenheid in milieubewakingsdiensten vanuit de ruimte, zoals in 1998 voorgesteld in het Baveno-manifest, het beginpunt van het GMES-initiatief, wat in 2012 hernoemd werd tot het beroemde COPERNICUS-programma.

24 maart 1998! De geboorte van wereldwijde vegetatiemonitoring

Ons grootse en ambitieuze avontuur begon in 1997, een jaar voor de succesvolle lancering, toen het VITO Centrum voor remote sensing en atmosferische processen (tegenwoordig VITO Remote Sensing geheten) zijn eerste CTIV-contract (Centre de Traitement des Images de SPOT Végétation) met OSTC (tegenwoordig BELSPO) tekende in het kader van het SPOT VEGETATION-programma gefinancierd door de Europese Commissie, Frankrijk, België, Zweden en Italië.

Het VEGETATION-programma was opgezet om te zorgen voor dagelijkse wereldwijde vegetatiemonitoring door opnames te maken van het aardoppervlak met een ruimtelijke resolutie van 1 km. Het programma was zeer ambitieus en toonde het Europese operationele leiderschap aan bij de levering van hoogwaardige aardobservatieproducten aan eindgebruikers binnen 24 uur nadat de beelden zijn gemaakt.

Met 10 gemotiveerde beeldverwerkingsexperts waren we klaar voor deelname aan deze uitdagende missie, bezig met het beheer van de productie- en distributiebedrijven en de exploitatie van het centrale beeldverwerkings- en archiveringscentrum in nauwe samenwerking met onze Zweedse en Franse collega’s.

Sinds 1998 zijn we uitgegroeid tot een groep van meer dan 150 professionals die werken in de onderzoeksafdelingen voor remote sensing en milieubewaking. De verwerking van satellietbeelden in al zijn vormen blijft een kernactiviteit, maar ondertussen wordt dit ook aangevuld met nieuw technologisch onderzoek op het gebied van luchtgegevens en de ontwikkeling van innovatieve informatieproducten en -diensten.

Een reis naar volledige, vrije en open data

Ter ondersteuning van het Europese GMES-initiatief werd voor het VEGETATION-programma in 2001 een vrij gegevensbeleid ingevoerd dat de vrije distributie van het belangrijkste product, de 10-daagse synthese VGT-S10, promoot. Via het VEGA 2000-project verwerkte het CTIV wereldwijde gegevens die voor het jaar 2000 door het VEGETATION-instrument werden verzameld. Deze werden gratis verstrekt aan meer dan 30 onderzoeksteams over de hele wereld. Maar in het jaar 2000 bestond er geen cloudopslag! In die tijd vond de distributie nog op verzoek via dvd’s of tapes plaats. De algemene doelstelling van de VEGA 2000-dataset was het genereren van een geharmoniseerde databank voor bodembedekking over de gehele aarde voor het jaar 2000, waarbij dit jaar als referentie diende voor milieubeoordelingen met betrekking tot de internationale conventies van de Verenigde Naties. Onder begeleiding van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de EG leidden de VEGA 2000-beelden uiteindelijk tot de creatie van de Global Land Cover 2000-dataset.

Dit vrije en open gegevensbeleid is later volledig ondergebracht in de EC-mededeling inzake open gegevens (2011) en de Verordening inzake hergebruik van overheidsinformatie (2013).

Door de jaren heen zijn VEGETATION-satellietgegevens gebruikt voor uiteenlopende onderzoeksprojecten voor de bewaking van het wereldwijde bodemoppervlak (bv. Geoland, BOSS4GMES), de koolstofcyclus en bossen (GlobCarbon, GSE Forest Monitoring) en landbouw en voedselzekerheid (Global Monitoring for Food Security).

Profiterend van de resultaten van verschillende onderzoeksprojecten en naar aanleiding van de groeiende economische en sociale behoefte vonden de aardobservatiegegevens en afgeleide informatieproducten hun weg naar operationele diensten voor het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie, met name de wereldwijde component van de Copernicus-landdienst, de Copernicus-dienst voor klimaatverandering, de bewaking van landbouw via remote sensing of MARS. Maar ook in het buitenland, bijvoorbeeld bij de Verenigde Naties en het Ministerie van Landbouw in de VS (USDA). Hiermee worden effectief duizenden mensen wereldwijd van informatie voorzien.

Daarom houden we zoveel van ons werk. Het aanbieden van bruikbare tools en consumeerbare informatie om eindgebruikers te helpen bij het maken van op feiten gebaseerde beslissingen voor duurzame ontwikkeling.

Terugkijken om vooruit te kijken

Op 7 mei 2013 is de kleine satelliet PROBA-V van ESA gelanceerd. Dit instrument heeft resoluties van 1 km, 300 m en 100 m, en is de opvolger van de instrumenten SPOT VEGETATION 1 en 2, die nu al meer dan 20 jaar lang zorgvuldig de wereldwijde dagelijkse tijdreeksen voor vegetatie verzorgen. PROBA-V was ontworpen om het gat op te vullen tussen SPOT VEGETATION en de Sentinel-satellieten van ESA, en als voorloper van het SLSTR-instrument van SENTINEL-3.

De CTIV-catalogus van eind jaren 90 is nu geëvolueerd naar een moderne multi-missie VITO-productdistributieportal, die gebruikers vrije toegang geeft tot verschillende dataproducten, waaronder SPOT VEGETATION, ENVISAT-Meris, PROBA-V, AVHRR, Sentinel-gegevens.

Via de online productdistributieportal kunnen gebruikers:

  • de gegevens inzien via een interactieve Geo Viewer of Time Series Viewer
  • hun eigen samengestelde beelden maken met de N-daily Compositor
  • een Virtual Machine aanvragen om hun eigen virtuele onderzoeksomgeving te creëren en met de gegevens werken via een krachtige set tools en bibliotheken
  • testapplicaties ontwikkelen en fouten hierin opsporen

Nanosatellieten en CubeSats, drones, big data, kunstmatige intelligentie en machine learning. Dit zijn enkele van de technologische innovaties die voorbijkomen en de geospatiale informatiemarkt transformeren. We zitten nu midden in de transitie van de massaproductie van gegevens en beelden naar massa-maatwerk, met webinformatiediensten, gepersonaliseerde producten en op de gebruiker gerichte oplossingen.

 

WatchITgrow is een online platform dat verschillende soorten gegevens combineert (bv. satelliet-, drone-, weers- en bodemgegevens) om aardappelopbrengsten te bewaken en op duurzame wijze te vergroten.

Samen met collega’s van universiteiten, de industrie en relevante overheidsinstellingen concentreren wij ons op de ontwikkeling van nieuwe toepassingen voor onze klanten en proberen we nieuwe bedrijfsmodellen uit. We hebben ons speelveld uitgebreid van de nationale en Europese scene naar de internationale en wereldwijde markt.

Het VEGETATION-programma is ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van CNES (Centre national d'études spatiales). CNES is verantwoordelijk voor de programmeer- en controlecentra (CMP en CPV), de exploitatie van het regionaal station (SRVL) en het beeldkwaliteitscentrum (QIV), en het SSC (Swedish Space Corporation) voor het beheer van het centraal ontvangststation in Kiruna (SRIV). Het SPOT VEGETATION-distributiebedrijf is in eerste instantie onderhouden door SPOT Image, maar is later overgedragen aan VITO.