Vlaanderen wil komaf maken met de historische asbestvervuiling in haar gebouwenpatrimonium. Voor de inventarisatie doet het een beroep op de remote sensing-expertise van VITO.

België was ooit een echt asbestland, en die historische erfenis dragen we nog altijd met ons mee in ons gebouwenpatrimonium. Volgens schattingen van de Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij (OVAM) zit er vandaag nog zo’n 2,3 miljoen ton asbest in woningen, scholen, bedrijven en andere gebouwen. Een groot deel van dat asbest zit verwerkt in golfdaken en leien. Die vormen overigens niet alleen een gevaar tijdens afbreekwerken. Doordat de dakbedekking verweert door blootstelling aan de natuurelementen en de vrijgekomen asbestvezels zich vlot kunnen verspreiden, wordt ook het lokale milieu (alsook de gezondheid) bedreigd.

Asbestplan

De Vlaamse overheid heeft aan OVAM gevraagd om een ambitieus ‘asbestplan’ op te zetten, met als doel onze regio op termijn asbestveilig te maken – lees: het enige aanwezige asbest zit dan nog in zogeheten gebonden bouwtoepassingen. Een van de kernacties van het plan is de geleidelijke verwijdering van asbestcementdaken (golfplaten en leien) vanaf 2034. Tegen 2040 zou die gigantische klus geklaard moeten zijn.

Helaas bestaat er nauwelijks geografische informatie over de toepassing van asbest in de bouw tijdens de voorbije decennia. Daarom heeft OVAM – via het Agentschap Informatie Vlaanderen (AIV) – VITO onder de arm genomen om met haar remote sensing-technieken alvast een begin te maken van een allesomvattende asbestinventaris voor Vlaanderen.

Archiefbeelden

“We hebben eerst gekeken welke data al beschikbaar is, en in hoeverre we die kunnen gebruiken om asbestdaken te identificeren vanuit de lucht”, zegt Jan Biesemans van VITO. “In die oefening hebben we geleerd dat multispectrale luchtbeelden (RGB) met een resolutie van tien centimeter of beter voldoende zijn om golfplaten en leien met een aanvaardbare nauwkeurigheid te herkennen. Het grote voordeel is dat we al voor gans Vlaanderen over zulke beelden beschikken, het resultaat van een intensieve meetcampagne die liep van 2013 tot 2015 in het kader van Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II.”

VITO stelt nu op basis van deze beelden een eerste overzichtskaart samen. Biesemans: “Voor alle duidelijkheid: dit is een potentiële kaart. Ze geeft dus weer waar er asbestdaken kunnen liggen.” De VITO-onderzoekers staan ook in voor de verwerking van de beelden, en dus de detectie van asbesthoudende dakbedekking. Hiervoor doen ze beroep op de nieuwe technologie uit het domein van de artificiële intelligentie. Samen met AIV ontwikkelde VITO enkele deep learning-modellen die vervolgens specifiek voor deze opdracht werden getraind.

Hoe kunnen de onderzoekers uit hun beelden afleiden wanneer een gebouw is gezet, of een dak is gelegd of vernieuwd? ““ Uit een beeld kan het bouwjaar niet afgeleid worden, maar na de productie van de kaart van potentieel voorkomen (oktober 2019), zal deze kaart door de Vlaamse Overheid (AIV) gecombineerd worden met de beschikbare GIS-gebouwdatabanken. Dan kennen we ook het bouwjaar van een gebouw, en kunnen we beter inschatten of de dakbedekking asbest bevat, of niet. Als er dan nog twijfelgevallen zijn, zal een deskundige ter plaatse moeten gaan”, aldus Biesemans.

Volgens Astrid Verheyen van het team asbestafbouw van OVAM ontspruit uit de remote sensing-aanpak ook een handig middel om burgers toekomstgericht te sensibiliseren en te informeren over acties rond groepsverwijderingen van asbestdaken. “Op basis van de zonnekaart en de informatie over asbestverwijdering kunnen we ook gerichter advies geven over de locaties waar de combinatie ‘asbest er af, een zonnepaneel er op’ zou renderen.”