Het in kaart brengen van de luchtkwaliteit, op regionaal niveau maar vooral ook op lokaal niveau – van steden over wijken tot individuele straten – en dit allemaal in real time. Dat vormt de kern van het luchtkwaliteits-managementsysteem ATMOSYS. Nadat de tools van het veelomvattende systeem getest en gevalideerd werden in Vlaanderen, vinden ze nu hun weg naar het buitenland.

De kwaliteit van de lucht in de werk-, woon- en leefomgeving staat in steeds meer geïndustrialiseerde landen hoog op de agenda. Zeker ook in Vlaanderen, denk maar aan het CurieuzeNeuzen-project waarin vorig jaar (2018) de concentraties stikstofdioxide (NO2) tot op straatniveau in kaart werden bracht. Maar ook in andere dichtbevolkte en sterk geïndustrialiseerde Europese regio’s – zogenaamde ‘hotspots’ van luchtvervuiling – beroert het thema steeds meer mensen. Voordat doeltreffende acties kunnen ondernomen worden, moet de luchtkwaliteit echter eerst afdoende in kaart zijn gebracht.

Specifieke tools

Dat gebeurt met een breed scala aan technieken zoals remote sensing, meetstations op de grond en complexe computermodellen – waarin alle meetgegevens verwerkt worden. VITO werkt al sinds begin deze eeuw aan dit soort luchtkwaliteitsmodellen. Dat werk leidde in 2010 tot de aftrap van ATMOSYS, een drie jaar durend project gesubsidieerd door het Europese LIFE-programma voor milieugerelateerd onderzoek. “Het grootste deel van het modelleringsonderzoek hadden we toen al achter de rug”, zegt Lisa Blyth van VITO. “In het project vertrokken we vanuit onze modelleringsexpertise om specifieke tools te ontwikkelen.” De tools werden ontworpen rondom vier pijlers van modern luchtkwaliteitsmanagement: monitoring van de luchtkwaliteit (in real time), assessment of mapping (het gedetailleerd in kaart brengen en visualiseren van de luchtvervuiling tot op straatniveau), voorspelling (om waarschuwingen te kunnen uitsturen) en natuurlijk verbetering (via implementatie van concrete acties). “Binnen het project werden deze tools in de eerste plaats op punt gesteld, getest en vervolgens gevalideerd voor Vlaanderen”, zegt Blyth. “Toch hielden we toen al rekening met mogelijke toepassing in andere hotspots in Europa.”

En dat laatste heeft zijn effect niet gemist. Bijna tien jaar na de start van het project is ATMOSYS binnen het wereldje van het luchtkwaliteitsmanagement – zeker in Europa – uitgegroeid tot een ‘sterk merk’. Blyth: “We hebben er dan ook voor gekozen om voluit onder de vlag van ATMOSYS verder te varen. Daarmee speelt VITO, dat de voorbije twee decennia bewust een meer commerciële weg volgt, nu de rol van een bedrijf dat een sterk merk in de markt heeft gezet.”

Klein-Polen

Vandaag is de interesse in ATMOSYS (en de bijhorende tools) vanuit Europa groot. Zeker vanuit enkele traditionele industriegebieden in Oost-Europa, zoals Klein-Polen (de regio rondom Krakau), Hongarije, Slovakije en Kroatië. “Het helpt ook dat de Europese Commissie, die met de funding via het LIFE-programma mee aan de wieg stond van ATMOSYS, onze tools heeft bekrachtigd en gepromoot (‘endorsed’)”, geeft Blyth toe. “Zo zijn we in de sterk geïndustrialiseerde regio Klein-Polen beland, waar de overheid grote inspanningen doet om burgers ertoe te bewegen hun ouderwetse vervuilende stookketels en boilers te vervangen –dit trouwens ook met de steun van het LIFE-programma. We helpen er met onze expertise en ATMOSYS-tools mee aan de realtimemonitoring van de luchtkwaliteit. En in het stedelijke gebied in en rond Krakau simuleren we de impact van de aanleg van nieuwe ringwegen en een lage-emissiezone op de luchtkwaliteit. De tool hiervoor gebruikten we eerder al om de impact tal van verkeersmaatregelen in Vlaanderen zoals bv. de Oosterweelscenario’s te evalueren.”

Een van de belangrijkste elementen in het succesverhaal van ATMOSYS is volgens Blyth capacity building: het verbeteren en verruimen van de eigen expertise en technologie om ook op grotere of andere schaal een betekenisvolle impact te realiseren. “In een land als Polen is er aan bedrijfjes die meetapparatuur en sensors fabriceren geen gebrek. Maar de ene sensor is de andere niet, en bovendien moet je goed weten wát je precies meet. Daarenboven bevatten metingen vaak fouten en onzekerheden. Wij zagen datzelfde complexe probleem eerder al in Vlaanderen. Daardoor zijn we in staat een onderbouwde aanpak voor te stellen, tezamen natuurlijk met onze tools.”

Goede businessrelaties

Sinds de start van het project in Polen, in 2016, is de bal voor het ATMOSYS-team van VITO pas echt aan het rollen gegaan. Zo kwam er ook vanuit Hongarije de vraag om advies en expertise aan te leveren op het vlak van het modelleren en monitoren van de luchtkwaliteit. En landen als Kroatië en Slovakije zijn intussen bezig met een eigen dienst voor luchtkwaliteitsmanagement op te zetten. In een publieke uitbesteding uitgeschreven door beide landen, kwam VITO telkens als winnaar uit de bus.

Blyth denkt dat het succesrecept van ATMOSYS bestaat uit een aantal onmisbare ingrediënten. “Allereerst genieten we als VITO een stevige reputatie in Europa, dankzij onze wetenschappelijke expertise, maar ook door ons brede businessnetwerk. “Opgelet, die goede relaties creëer je niet van vandaag op morgen. In het geval van Kroatië en Slovakije hebben we daar zeer veel tijd en moeite in geïnvesteerd.”

En de bal blijft verder rollen. De expertise van VITO op het vlak van luchtkwaliteitsmanagement is intussen ook bekend in China en India, twee economische groeilanden die van het verbeteren van de luchtkwaliteit een topprioriteit hebben gemaakt. In China beperkte de inbreng van VITO zich tot voor kort tot het leveren van voorspellingsmodellen, zodat overheden hun burgers tijdig kunnen waarschuwen voor smogpieken – dit via LIBOVITO, de afdeling van VITO in China. “Maar sinds kort werken we ook mee aan assessment- en mappingcampagnes, bijvoorbeeld om vervuilende puntbronnen te identificeren en deze vervolgens aan te pakken”, zegt Blyth.

In India, tot slot, heeft VITO twee pilootprojecten lopen: één rond het voorspellen van luchtvervuiling in Delhi. “Dit voeren we uit voor het nationale milieuagentschap, de Central Pollution Control Board. We hopen dat het een springplank kan zijn voor gelijkaardig werk in andere steden. Een ander project focust op het in kaart brengen van de luchtkwaliteit in Bengaluru. Dit laatste gebeurt in samenwerking met het Europese aardobservatieprogramma Copernicus”, aldus Blyth.

In het kader van Over De Ring, hebben 6 ontwerpteams voor de Antwerpse ringzone strategische leefbaarheidsprojecten uitgetekend.

Kaart 1 toont de verwachte luchtkwaliteitssituatie in 2030 op vlak van jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties wanneer al deze projecten worden uitgevoerd. Dit omvat onder andere gedeeltelijke overkappingen en ecoducten, bermen en schermen naast ontwikkeling van stationsomgevingen en acties om werk te maken van de modal shift. Deze kaart toont een duidelijke verbetering luchtkwaliteit tegenover de situatie in 2016 (Kaart 2).

Kaart 2

Bron: Over De Ring, 2018, VITO in opdracht van MOW, ORG Urbanism en het team van de intendant. Model: ATMO-Street van ATMOSYS