In de transitie naar een koolstofarme samenleving valt het belang van een circulaire economie niet te onderschatten. Meer dan de helft van onze CO2-uitstoot komt immers (rechtstreeks of onrechtstreeks) van de materialen die we gebruiken. Vooral de productie van bouwmaterialen is berucht om haar grote klimaatimpact. Eerder dit jaar zette VITO haar handtekening onder de Green Deal Circulair Bouwen, een engagement om de transitie naar een circulaire bouwwereld in Vlaanderen zoveel mogelijk te ondersteunen.

Circulair bouwen houdt veel meer in dan enkel hergebruik en recyclage van bouwmaterialen. Door te focussen op veranderingsgericht bouwen kunnen architecten en productontwikkelaars de gebouwen en hun onderdelen mee laten evolueren met de gebruiksbehoeften. En nieuwe verdienmodellen kunnen bouwheren en product- en dienstverleners ertoe aanzetten de geplande levenscyclus van een bouwproject anders te gaan invullen: prestatiegericht, aanpasbaar volgens de noden en/of de recuperatie van waardevolle materialen.

Samen met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), waaronder het team Vlaanderen Circulair valt, zet VITO fors in op het stimuleren van circulair bouwen in Vlaanderen. Daarbij trekken beide organisaties zoveel mogelijk partners uit de brede bouwsector mee het bad in: van kleine en grote bouwbedrijven over consultants en faciliterende organisaties tot onderzoeks- en zelfs onderwijsinstellingen. “We hebben gemerkt dat er zeer veel interesse is in circulair bouwen”, zegt Brigitte Mouligneau, transitiemanager circulaire economie OVAM. “Van de meer dan 130 projecten die intussen lopen op het vlak van circulaire economie, zijn er meer dan veertig bouwgerelateerd. Dat zegt genoeg.”

Experimenteer- en leeromgeving

De Green Deal Circulair Bouwen is een nieuw initiatief van het Vlaams Ministerie van Omgeving, Natuur en Landbouw, de OVAM en de Vlaamse Confederatie Bouw. “Via die laatste is ook kunststoffenfederatie essenscia betrokken (als lid van het publiek-private partnerschap Vlaanderen Circulair). Belangrijk, want in bouwafval zitten ook veel kunststoffen”, aldus Mouligneau.

Vertrekkende vanuit de Green Deal hebben de OVAM en VITO een partnerschap opgestart rond een experimenteer- en leeromgeving, waarbinnen ervaringen worden uitgewisseld. “Het is de bedoeling dat partners concrete innovatieve circulaire projecten gaan uitvoeren”, zegt Mouligneau. “Dat kan gaan van het gebruik van nieuwe duurzame materialen over eco-design tot veranderingsgericht bouwen. We werken daarbij met een open blik: alles wat ons kan verder helpen om de kringloop in de bouw te sluiten, komt in aanmerking.”

Eind februari 2019 was er een officieel startmoment. Sindsdien hebben al meer dan 290 deelnemers ingetekend. Daarmee gaan ze een engagement aan om minstens één project te realiseren, dat ze zelf mogen kiezen en uitwerken. Tijdens zogeheten inspiratiesessies zullen de deelnemers hun ervaringen dan met elkaar kunnen uitwisselen. Mouligneau: “We willen deze sessies vier keer per jaar organiseren. Daarnaast ontwikkelen we ook een online platform om kennis en ervaringen nóg vlotter te delen.”

Voorbije het laaghangend fruit

Als aanvulling op dit initiatief hebben de OVAM en VITO/EnergyVille, in samenwerking met het Wetenschappelijk Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB), de Universiteit Hasselt en de Vrije Universiteit Brussel, nog een extra (onderzoeks) traject opgestart, in de vorm van een proeftuin. Daarin wordt voorbij het laaghangend fruit gekeken

– noem het circulair bouwen voor gevorderden. “Hier komen obstakels in circulair bouwen aan bod die bijvoorbeeld gaan over regelgeving, over juridische zaken rond contracten of over arbeidsfiscaliteit”, zegt Wim Debacker van VITO/EnergyVille. “In deze proeftuin stellen ook onze onderzoekers hun expertise beschikbaar.”

De proeftuin bestaat uit twee deelopdrachten: tijdens het eerste anderhalf jaar wordt er gefocust op urban mining, terwijl de volgende 24 maanden de nadruk ligt op veranderingsgericht bouwen. Debacker: “Met urban mining willen we een oplossing creëren voor de erfenis van het bestaande bouwpatrimonium. De grote bouw- en sloopafvalberg kunnen we verkleinen door bewust nuttige toepassingen te vinden voor het afval.”

Building As Material Banks

Intussen liep eind februari 2019, toen de Green Deal Circulair Bouwen dus het licht zag, het Europese project Building As Material Banks (BAMB) af. In dat project werden knelpunten – ‘systemische barrières’ – bestudeerd die in de weg staan van de ontplooiing van een circulair bouwmodel. Binnen het project, waarin naast VITO/Energyville nog vijftien andere Europese organisaties betrokken waren, lag de focus op drie systeemveranderingen. “Ten eerste op een andere manier van ontwerpen, zowel van gebouwen als van materialen en producten”, vertelt Debacker. “Vandaag worden gebouwen nog voornamelijk ontworpen voor één vaste functie. Dat is problematisch, want de behoeften en noden veranderen sneller dan gebouwen. In het BAMB-project hebben we bestudeerd hoe we meerdere functies al tijdens de ontwerpfase kunnen integreren in de bouwplannen en ervoor zorgen dat gebouwen doelbewust en gemakkelijk demonteerbaar zijn. Als de functie van een gebouw verandert, willen we immers niet alleen materialen, maar vooral ook volledige componenten kunnen recupereren.”

De tweede systeemverandering behelst het volledige waardenetwerk van een gebouw, van bouwheren, architecten en aannemers over gebouwbeheerders tot slopers (of ‘ontmantelaars’). Debacker: “Nu zien we dat er vanuit kleine clusters van architecten, aannemers en studiebureaus weliswaar meer samengewerkt wordt, maar dat er nauwelijks rekening gehouden wordt met andere spelers die in de latere fases van de levenscyclus van het gebouw actief zijn. In een circulair model moet er over de ganse keten worden samengewerkt, onder meer door data en gegevens over producten, componenten en gebouwen met elkaar te delen. Hierbij speelt de ontwikkeling van materialenpaspoorten een belangrijk rol. Via deze digitale tool kan alle informatie over een welbepaald product in een welbepaald gebouw worden samengebracht en gedeeld. Het paspoort bevat niet alleen traditionele parameters zoals dichtheid of technische prestaties, maar ook informatie over de assemblage of demontage. Dit instrument kan bouwheren en aannemers helpen om omkeerbaar en veranderingsgericht te gaan bouwen.”

Ten derde is er nog de uitdaging van een andere waardecreatie voor gebouwen dan vandaag het geval is. “Het komt er niet meer op aan om gewoon zo goedkoop mogelijk te bouwen. We moeten evolueren naar businessmodellen waarin de kosten en baten over de volledige levenscyclus zijn meegenomen – en die moeten ook sociaal zijn en milieugerelateerd”, zegt Debacker.

Het BAMB-project was, net als veel VITO-onderzoek, actiegedreven. Er werd dus gewerkt rond een aantal pilootprojecten, zoals het design van een transformeerbaar gebouw op basis van een stalen skelet of een renovatiestrategie voor prefab-studentenkoten.