Vandaag is het ETC/CME-rapport over hernieuwbare energie in Europa gepubliceerd. VITO/EnergyVille, partner van het ETC/CME, coördineert dit rapport sinds 2015 samen met het EMA. 

Dit rapport schetst de vooruitgang die in 2018 en 2019 is geboekt bij de inzet van hernieuwbare energiebronnen sinds 2005 in de Europese Unie (EU-27) als geheel en op land-, markt- en technologisch niveau.

Aan de hand van de door de lidstaten aan Eurostat verstrekte gegevens en vroegtijdige schattingen van het Europees Milieuagentschap bevestigt de beoordeling dat het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de EU nog steeds in overeenstemming is met het indicatieve traject dat is uitgestippeld om het verplichte streefcijfer van 20 % van het EU-verbruik van hernieuwbare energiebronnen voor 2020 te halen. Om de doelstellingen voor 2020 met zekerheid te bereiken en zich voor te bereiden op de overgang naar klimaatneutraliteit, moeten de landen echter prioriteit geven aan de inzet van hernieuwbare energiebronnen als onderdeel van hun energiemix en investeren in verbeteringen van de energie-efficiëntie op nationaal niveau en in de hele EU. Dit is met name van belang in het kader van het herstel van de periode na COVID-19. Voor de transportsector heeft de RED een streefcijfer van 10 % vastgesteld. In het huidige tempo zou deze doelstelling in 2020 niet worden gehaald. Als gevolg van de COVID-19-crisis is het energieverbruik in 2020 echter aanzienlijk gedaald, met name in de transportsector, wat het bereiken van het voor de transportsector vastgestelde streefcijfer van 10 % in de context kan vergemakkelijken

De toename van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in heel Europa sinds 2005 heeft veel nevenvoordelen gehad. Zo is de jaarlijkse vraag naar fossiele brandstoffen (bruto binnenlands verbruik van fossiele brandstoffen) in 2018 met meer dan 13 % gedaald, wat gepaard gaat met een daling van de uitstoot van broeikasgassen met 11 % in de hele EU in dat jaar, dan wanneer het gebruik van hernieuwbare energiebronnen op hetzelfde niveau zou zijn gebleven als in 2005. Dit is bijna evenveel als het bruto-eindverbruik van energie en de totale BKG-emissies van Frankrijk. Over het geheel genomen waren de interacties met luchtverontreinigende emissies ook gunstig, waardoor de uitstoot van NOx en SO2 in 2018 met respectievelijk 6 % en 1 % afnam, dan wanneer het gebruik van duurzame energiebronnen op hetzelfde niveau als in 2005 was gebleven. De emissies van PM2,5, PM10 en VOS zijn echter naar schatting gestegen, voornamelijk als gevolg van de toename van de verbranding van biomassa sinds 2005, met respectievelijk 12 %, 7 % en 4 %.

Wereldwijd gezien heeft de EU tussen 2005 en 2018 haar elektriciteitsproductiebasis sneller veranderd dan andere regio's in de wereld. Hoewel de EU nog steeds de wereldleider is op het gebied van de geïnstalleerde capaciteit voor hernieuwbare elektriciteit per hoofd van de bevolking, heeft China de EU in 2013 al overtroffen.

Voorbereid door: Merce Almuni, Ils Moorkens (VITO), Risto Juhana Saarikivi (CHMI) en Mihai Tomescu (EEA).

Gepubliceerd door: ETC/CME, januari 2021.

Publicatienummer: Eionetrapport ETC/CME 2020/7

Tegelijkertijd heeft het EMA zijn briefing "EU renewable electricity has reduced environmental pressures; targeted actions help further reduce impacts" gepubliceerd: EEA Briefing on renewable electricity and environmental impacts. Deze briefing is onder meer gebaseerd op het bovengenoemde verslag. 

Raadpleeg hier de interactieve producten, afgeleid van de gegevensverzameling en berekeningen van VITO/EnergyVille voor het ETC/CME: het dashboard voor de impact van hernieuwbare energie (RES Impact dashboard) en de data viewer bij het rapport (RES Report 2020 data viewer).
 

Bekijk het nieuwsitem op de website van EnergyVille >

Contact:
+32 14 33 58 77