Een nieuwe beheersovereenkomst, een vernieuwd directiecomité, een nieuwe strategie en een nieuwe CEO: voor VITO brak op 1 januari 2024 een nieuwe tijd aan. Die wordt onder meer gekenmerkt door nog meer samenwerking. Binnen VITO zelf, tussen de vele expertisedomeinen waarin het actief is, maar ook erbuiten met externe partners – bedrijven, overheden maar ook burgers, zowel in als buiten Vlaanderen. Zo wil Inge Neven, de nieuwe CEO van VITO, het positief transitieverhaal vormgeven dat moet leiden naar een duurzame toekomst. “Streven naar een nieuw evenwicht in de geest van de Europese Green Deal, dat blijft het richtpunt. Welke weg we volgen om daar te raken, is van minder belang.”

Januari is halfweg als we ons in het kantoor van Inge Neven bevinden. We zijn er om te peilen naar haar plannen voor VITO, en naar haar visie op de wereld, economie en maatschappij. Tijdens het gesprek gaan de blikken meermaals naar buiten, waar de sneeuw langzaam wegsmelt. Sneeuw in de winter, dat vonden we vroeger de normaalste zaak ter wereld. Maar door de vele sneeuwarme winters van de laatste jaren beschouwen we het steeds meer als iets uitzonderlijks. “De aarde warmt niet alleen op, het klimaat wordt ook grilliger en onvoorspelbaarder”, zegt de nieuwe CEO van VITO. “Dat maakt het moeilijker om een scherp toekomstbeeld te schetsen. We moeten voortdurend een nieuw evenwicht vinden met de natuur.”

Een blik op de nieuwe strategie die VITO onder Inge Neven zal volgen, maakt duidelijk wat ze daarmee bedoelt. Waar de activiteiten van VITO voorheen onderverdeeld waren in vijf inhoudelijke thema’s, wordt er nu gewerkt vanuit drie ‘impactdomeinen’. Eén daarvan is Klimaat. De klimaatopwarming tegengaan, onder meer via uitstootverlaging, blijft een belangrijke doelstelling (zogeheten mitigatie). Maar ook adaptie en veerkracht krijgen nu veel aandacht, om respectievelijk met de impact van klimaatveranderingen te kunnen omgaan en om doortastend te kunnen optreden bij een klimaatcrisis. Dat is een illustratie van de constante zoektocht naar dat nieuwe evenwicht van daarnet.

Neven verwijst ook naar de overstromingen vlak na Nieuwjaar in Oost- en West-Vlaanderen. “Als de Dender overstroomt kunnen wij dat in real time monitoren op satellietbeelden, en via digitale en AI-tools kunnen we aangeven welke acties aangewezen zijn om zo snel mogelijk alles onder controle te krijgen.” Helaas gaat er kostbare tijd verloren als overheden daarvoor eerst contact moeten opnemen met VITO. “Bovendien is het als onderzoeksinstelling niet onze taak om op het terrein de zaken te gaan regelen – dat doen we enkel op vraag zoals bij deze overstromingen. We moeten er dus voor zorgen dat overheden maar ook bedrijven en burgers zélf zulke tools in handen krijgen, waardoor ze weerbaarder worden. Dat is het verhaal van veerkracht. En je kunt eenzelfde verhaal vertellen over zoveel andere domeinen, van gezondheid over economie tot geopolitiek. Veerkracht is cruciaal op weg naar een duurzame toekomst.

 

Veerkracht is een hoofdingrediënt van uw positief transitieverhaal. Wellicht helpt het ook om doemdenken, bijvoorbeeld rond het klimaat, tegen te gaan?

“Het maakt onze klimaatinspanningen in ieder geval zichtbaarder, vooral ook op lokaal niveau. Natuurlijk blijft het einddoel een beperking van de temperatuurstijging tot anderhalve of ten hoogste twee graden en koolstofneutraliteit in Europa tegen 2050. Maar er kunnen verschillende wegen worden gevolgd om dat te bereiken. We moeten vooral naar het ruimere plaatje blijven kijken, en bijvoorbeeld niet alles apart willen oplossen. Nu struikelen we van crisis naar crisis, van PFAS naar stikstof. Dat werkt verlammend en creëert veel negativiteit. Neem de ambitie van de haven van Rotterdam om massaal CO2 te gaan opslaan in de bodem van de Noordzee (via carbon capture & storage, of CCS). Op korte termijn zou dat de uitstoot doen toenemen, maar op de lange termijn zou die net dalen. Door dat in rekening te brengen creëer je rust, en meer positiviteit.”
 

CO2 kan niet alleen langdurig worden opgeslagen, het kan ook als grondstof worden gebruikt (carbon capture & utilization, of CCU). VITO doet er al jaren onderzoek naar. CCU valt nu onder de impactdomeinen Klimaat en Duurzame grondstoffen. Wat zegt dit over de nieuwe onderverdeling van de VITO-activiteiten?

“Dat de impactdomeinen niet los van elkaar staan maar met elkaar zijn verweven. Het impactdomein Duurzame grondstoffen is overigens heel breed: het omvat thema’s zoals bio-economie, circulariteit, energie en water. In de duurzaamheidstransitie worden goed geïntegreerde ecosystemen op elkaar afgestemd, waardoor ze elkaar kunnen versterken. Denk aan de uitwisseling van restwarmte tussen bedrijven zodat die niet verloren gaat, aan een geïntegreerd beheer van water en aan het gebruik van afvalproducten als grondstoffen – zoals de CO2 in het CCU-verhaal.”
 

Het derde impactdomein is Gezonde leefomgeving. Wat houdt dit juist in?

“We willen allemaal in een mooie, gezonde en duurzame omgeving leven, dat is het vertrekpunt. Het is een bij uitstek lokaal, Vlaams verhaal. En van de drie impactdomeinen is dit het sterkst gericht op burgers. In Vlaanderen is de uitdaging groot: in een dichtbevolkte, kleine regio moeten we heel veel zaken gecombineerd krijgen: wonen, natuur, landbouw, industrie … Door weer vanuit verschillende expertises te vertrekken kunnen we ook hiervoor geïntegreerde oplossingen uitwerken.”
 

Hoe zal die onderlinge verwevenheid van de drie impactdomeinen zich doen voelen op de werkvloer?

“Het zet ons ertoe aan om nog meer transversaal te gaan werken: we willen nog meer over de grenzen van domeinen samenwerken, heel interdisciplinair dus, om zo systeeminnovatie te creëren. Daarbij vertrekken we van bepaalde noden – van een bedrijf, een overheid of, nog breder, de samenleving – en bieden we geïntegreerde oplossingen aan. Op deze transversale werking zullen we de komende jaren heel sterk inzetten. Persoonlijk vind ik dit een heel belangrijke vernieuwing.”
 

Om de impactdomeinen aan te sturen werd de organisatie van VITO herschikt, vooral ook aan de top, met een vernieuwd directiecomité. Hoe werken zij?

“Elk impactdomein wordt aangestuurd door een multidisciplinair team waarin de expertises van de vroegere VITO-thema’s samenkomen. Maar het is zeker niet een-op-een. De expertises rond energie, water en transitiemanagement komen bijvoorbeeld in elk domein terug. We willen daarmee nieuwe silovorming vermijden.

Daarnaast willen we in de toekomst ook verder kunnen groeien. Om dat mogelijk te maken hebben we bij de invoering van de drie impactdomeinen een managementlaag geschrapt. Zo scheppen we nieuwe opportuniteiten voor onze huidige én toekomstige medewerkers.”
 

Hoe ziet u die groei juist?

“Duurzaamheid, onze corebusiness, is al een hot topic, en wordt dat nog veel meer. Daarom willen we onze impact op dat vlak nog fors vergroten. Tegen 2030 mik ik op een verdubbeling van onze inspanningen. Dat moet zich vooral uitkristalliseren in een betere en meer uitgebreide infrastructuur. Zo bouwen we voort op ons steeds sterker wordend IP-portfolio (intellectuele eigendom), dat we ook op verschillende manieren valoriseren. We focussen op onze unieke technologieplatformen, zoals 3D-printen, elektrochemie en datatechnologie, waarbij we verder evolueren naar grotere pilootprojecten, demonstratieruimtes en ‘living labs’. Dat is ook wat bedrijven van ons verwachten: we demonstreren dat de technologie écht werkt op grote schaal zodat zij minder risicovolle investeringen moeten doen.”
 

Uiteindelijk moeten innovaties tot echte toepassingen leiden. Hoe kan dit nog meer worden gestimuleerd?

“We willen nog meer gaan redeneren vanuit het perspectief van onze (potentiële) klanten. Door met hen in gesprek te gaan kunnen we tot de kern komen van de uitdagingen waarvoor ze staan. Op basis hiervan bekijken we wat we binnen VITO in huis hebben om hen daarbij te ondersteunen. En ook hier ligt de nadruk op geïntegreerde oplossingen.

Daarnaast zetten we verder in op commercialisatie en valorisatie van eigen innovaties. Zo zetten we onze technologie in de markt en genereren we middelen die we weer kunnen investeren in nieuw onderzoek. En zo vinden we ons bij VITO in zekere zin voortdurend opnieuw uit.”
 

U wil ook dat VITO zichtbaarder wordt in de buitenwereld. Hoe gaat u dit doen?

“We willen inderdaad meer inzetten op outreach. Niet zozeer om onszelf te promoten, maar om onze kennis en kunde ter beschikking te stellen van overheden, bedrijven en burgers – de drie doelgroepen ook van onze impactdomeinen. Als onafhankelijk wetenschappelijk instituut hebben we veel te bieden. Maar we beseffen ook dat het nut en de werking van nieuwe innovaties vaak onduidelijk zijn bij het brede publiek. Door innovatie op een tastbare en persoonlijke manier uit te leggen, liefst ook op interactie wijze, kunnen we ze toegankelijker maken.”
 

Tot slot: voelt u zich ondertussen al een echte VITO’er?

“Ik sta op en ga slapen met VITO. (lacht) En daartussen droom ik er nog van. De combinatie van een ecologische, economische en maatschappelijke impact in het werk hier spreekt me sterk aan. Dat hangt hier in de lucht en het zit in het DNA van al onze medewerkers. En dat geeft me ontzettend veel energie en goesting om mee wat steentjes in de rivier te verleggen.”