Rondom de ingangen van tunnels kunnen zich hoge concentraties luchtvervuiling opbouwen. Om die te beperken en om de impact van maatregelen te voorspellen, ontwikkelde VITO een uniek luchtkwaliteitsmodel.

Overzicht van de ontwerpparameters die een invloed hebben op de impact van een tunnelmond op de lokale luchtkwaliteit in een bebouwde omgeving.
 

De voorbije decennia is de luchtkwaliteit in Vlaanderen sterk verbeterd. Een groot deel van die vooruitgang komt op conto van het wegverkeer: door striktere emissienormen, schonere verbrandingsmotoren en de uitrol van lage-emissiezones is de uitstoot van polluenten zoals stikstofoxiden stevig gedaald. Toch zijn er op overzichtskaarten van de luchtkwaliteit in Vlaanderen nog te veel hotspots te zien. En die vallen niet enkel samen met drukke verkeersknooppunten. Ook aan de monden van (snel)wegtunnels komt bijvoorbeeld veel luchtpollutie vrij.

De opbouw van luchtvervuiling bij tunnelmonden is natuurlijk een gevolg van het doorrijdende verkeer en van de tunnelventilatie. Waarom worden de uitlaatgassen niet gewoon opgevangen en gefilterd boven in de tunnel, in plaats van ze naar buiten de vrije lucht in te blazen? ‘Er bestaan filtersystemen hiervoor, maar die hebben een beperkte efficiëntie en bovendien slurpen ze veel energie’, zegt Stijn Vranckx van VITO. ‘Je moet je realiseren dat je binnen een tunnel met een sterke luchtstroming zit, ongeveer een derde zo snel als het verkeer. Die kun je niet zomaar afzuigen en filteren.’

Uniek generiek model

Om de impact op de omgeving te beperken wordt daarom bij de monden van bestaande tunnels vaak beschermende infrastructuur voorzien zoals schermen (die eveneens het verkeerslawaai weren) en verhoogde bermen. Bij nieuwe tunnels kan er dan weer gekozen worden voor diepe insleuvingen. Dat gebeurt echter steeds ad hoc: voor elke tunnel wordt de impact op de plaatselijke luchtkwaliteit bij de monden apart berekend en in kaart gebracht. De manier waarop dat gebeurt – doorgaans via complexe 3D-bouwmodellen – is echter een tijdrovende en weinig kostenefficiënte aanpak.

Daarom werkte VITO het voorbije jaar in opdracht van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid een uniek generiek model uit waarmee de impact van tunnels op de lokale luchtkwaliteit snel kan worden berekend. ‘Ons model geeft op basis van data zoals de tunneldimensies en de doorstroming van het verkeer een inschatting van de te verwachten pollutie bij de monden’, zegt Vranckx. Op basis van de uitkomst van het planningsmodel kan een bouwheer te weten komen of er zich een probleem stelt. Zo ja, dan kan hij bijtijds maatregelen treffen. ‘En ook van die maatregelen kunnen we de impact nauwkeurig inschatten, ook al staan ze nog maar op papier.’ De luchtkwaliteitsexperts van VITO werkten voor de ontwikkeling van het model samen met tunnelingenieurs van Tractebel Engineering.

De toekomstige gebruikers van het model zullen vooral MER-deskundigen en -studiebureaus zijn die werken in opdracht van projectontwikkelaars. Het voorspellingsmodel zal zeker van pas komen op de grootste werf van ons land, die van de Oosterweelverbinding in Antwerpen. ‘Daar komen niet alleen nieuwe tunnels en overkappingen, de omliggende bebouwing zal ook ingrijpend veranderen. Ons model leent zich perfect om de veranderende impact op de luchtkwaliteit bij zowel huidige als toekomstige tunnelmonden op en langs de Antwerpse ring te voorspellen’, aldus Vranckx.

Contact:
+32 14 33 67 62