Ruim 200 deelnemers uit 15 landen en drie continenten hebben op 25 en 26 april in Brussel deelgenomen aan de internationale conferentie ‘Is climate change adaptation all about water?’. Al is niet iedereen er zich van bewust, toch vormt water – van tekort tot te veel – een van de grootste uitdagingen van de volgende decennia. Alleen door de silo’s te doorbreken, samen te werken, het lokale te overstijgen en internationale initiatieven te ontwikkelen, kunnen we het desastreuze effect van de klimaatveranderingen op de waterhuishouding beperken. Het oproep voor een mondiale, holistische aanpak was op dit congres dan ook groot.
De cruciale rol die water op alle terreinen speelt, wordt jaar na jaar duidelijker. Perioden van droogte en wateroverlast volgen elkaar steeds sneller op. Water dat tot voor kort nooit op de agenda’s stond, staat nu steeds meer bovenaan. “Water kan een bron van conflicten zijn, maar meer nog een bron van veiligheid zodra wij het op duurzame wijze beheren”, stelde de Belgische ambassadeur Luc Jacobs, speciaal gezant voor Klimaat en Milieu, bij de opening van het congres. “Als water een mondiale kwestie is, heeft het een mondiaal bestuur nodig, maar ook een mondiale planetaire aanpak voor de financiering van de duurzame ontwikkeling ervan.”
Heidy Rombouts, directeur-generaal van DGD, ging verder door te wijzen op de urgentie van deze conferentie. "Dit is een gesprek dat we moeten voeren om verwachtingen, input en - het belangrijkste - de weg naar de toekomst te bespreken. We moeten nadenken over onderzoek en innovatie, gegevens en gegevenskwaliteit en de betrokkenheid van de samenleving, met name de jeugd."
Heidy Rombouts, Director-General of DGD (links) en Luc Jacobs, special gezant voor Klimaat en Milieu (rechts).
Natuurgebaseerde oplossingen
“Onze klimaatverandering zal in 2050 naar verwachting 9,5 miljard per jaar kosten, dat is 2% van het BBP”, had Steven Broeckx van VITO uitgerekend. Water is niet langer een lokaal probleem, maar een mondiaal probleem. Om tot een gedragen waterbeleid te komen, moeten echter nog heel wat hindernissen overwonnen worden. Soms dienen oplossingen zich ook aan op terreinen waar men vroeger nooit aan heeft gedacht. “Op de natuur gebaseerde oplossingen waren niet de eerste keuze om de klimaatverandering aan te pakken”, verduidelijkte Martin Binon van Leefmilieu Brussel. “Maar dit soort oplossingen werd uiteindelijk wel een serieuze optie om volledige klimaatbestendigheid op te bouwen.” Maar daarvoor heb je een breed draagvlak nodig, vond Arnaut Ruelens van de stad Mechelen. “Als de samenleving geen deel uitmaakt van het beleidsproces, zullen zij onze oplossingen niet aannemen, of zelfs maar horen.”
Dat watermanagement ook peoplemanagement betekent, klonk wel meer doorheen de conferentie. Filip Lefebre van VITO pleitte dan ook voor een burgerwetenschap omdat die ervoor kan zorgen dat het algemene bewustzijn verhoogt, de burger meer betrokken en geresponsabiliseerd wordt. Monitoring is cruciaal en ook daar kan die burger een rol spelen. Voor Durk Krol van Water Europe moeten we water als een van de KPI’s bij beleid en bestuur vastleggen.
Dreigen er in het Westen nu al watertekorten, dan zijn die nu al zeer concreet in ontwikkelingslanden. “Er is een verband tussen de ontwikkelings- en klimaatdoelstellingen, maar de verschillende financieringsinstrumenten vormen een conflict”, getuigde Paulo Massinga van Enabel Mozambique. “Het probleem is nu al enorm, maar het ontbreekt ons aan financiële middelen om het op te lossen. Om tussen 2020 en 2029 volledige toegang tot water mogelijk te maken, heeft Mozambique 3,3 miljard euro nodig en daarvoor hebben we ontwikkelingspartners nodig.”
Giulia Maci van UNOPS, het VN-bureau voor Ondersteunende Diensten, wees erop dat waterschaarste in die landen nog een ander effect heeft: het vergroot het gendergeweld tegen vrouwen omdat het net de vrouwen zijn die in streken met waterschaarste die er als eerste de gevolgen van dragen. Zij krijgen de verantwoordelijkheid om de watervoorraad aan te vullen, maar zijn zelden vertegenwoordigd in het waterbeleid.
Zowat alle sprekers haalden ook het probleem van financiering aan. “Er zijn veel uitdagingen, maar governance is zeker de grootste. We hebben financiering nodig, ja, maar het is de governance die ervoor zal zorgen dat deze oplossingen ook na de implementatie in stand worden gehouden”, besluit Durk Krol.
Water-voedsel-energie-ecosysteem nexus
WEFE gaat over het begrijpen en beschrijven van de interacties van water, energie, voedsel en ecosystemen, maar ook over een aanpak voor synergieën en afwegingen van concurrerende gebruiksvormen. Het maakt deel uit van de oplossing die we zoeken voor het waterprobleem. Arnaud de Vanssay van het directoraat-generaal INTPA.F2 stelde een paar prangende vragen. “We definiëren het vaak als een optimaliseringsaanpak, maar is het werkelijk de bedoeling om het gebruik te optimaliseren? Moeten we niet eerder de impact op de watercyclus minimaliseren? Een ander opvallend aspect waar niemand het over heeft is de schaal: is het lokale, regionale of mondiale schaal? Kunnen we echt impact hebben op al deze schalen? Wat willen we bereiken en wat zijn de gemeenschappelijke doelen?”
Cesar Carmona-Moreno, van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie, gaf een aantal antwoorden, maar stelde meteen ook dat veel moeilijkheden voortvloeien uit de politieke wil. “Als de problemen niet op politiek niveau worden waargenomen, zullen er geen discussies en geen oplossingen komen”, zei hij. “Wij pakken de nexus op twee verschillende manieren aan: beleidsdialoog door gegevens te verzamelen, de prioriteiten en de op te lossen problemen vast te stellen en scenario’s te ontwikkelen versus interventieprojecten met concrete acties op het terrein, prioriteiten analyseren en een dialoog met de belanghebbenden aangaan.
Volgens Petra Schmitter van IWMI moeten we beginnen te kijken naar segmentatie binnen de nexus, niet op een negatieve manier, maar eerder wie wat nodig heeft en wat de gevolgen zijn voor iedereen in de waardeketen langs het traject. Zij pleit ervoor om af te stappen van de quota en de voedselsystemen opnieuw bekijken voor een transitie in de landbouw.
In dit hele proces is er echter een tekort aan overleg. “Wij realiseerden ons dat de verschillende actoren niet vaak genoeg samenkomen. We moeten een brug slaan tussen financiers, beleidsmakers en eindgebruikers”, stelde Irene Sander van GIZ. Die nood werd ook door andere sprekers geuit. “Zorg ervoor dat niet alleen de wetenschappers inzicht hebben in de complexiteit van deze onderlinge verbanden, maar ook de brug slaan naar beleidsmakers en de prioriteiten van de belanghebbenden”, besloot ook Annika Schlemm van VUB.
Jean Van Wetter, directeur-generaal van Enabel vatte het samen en wees bovendien nog op een zeer actuele bedreiging. “Toegang tot water is een grote ongelijkheidskwestie. Er is een groot risico voor privatisering van de toegang tot water. Het is een mensenrecht en dat mogen we nooit vergeten.” Hij pleitte verder voor een op samenwerking gebaseerde bestuurlijke aanpak om ervoor te zorgen dat de besluitvorming inclusief is.
Minister van Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedelijk Beleid, Caroline Gennez, sloot de tweedaagse conferentie af. De afgelopen zomers hebben ons met de neus op de realiteit van de klimaatverandering gedrukt. “Hoe zullen we ervoor zorgen dat we genoeg water hebben voor de landbouw? Hoe vermijden we overstromingen? Niet alleen hier, maar overal ter wereld? De Belgische Ontwikkelingssamenwerking zet zich in voor sociale rechtvaardigheid, om niemand achter te laten. Het is daarom belangrijk om te focussen op de minst ontwikkelde landen omdat zij het meest getroffen worden door klimaatrampen.”
De minister wees erop dat water een mensenrecht is. “Het zijn de meest kwetsbare gemeenschappen die het meest te lijden hebben onder gebrek aan sanitaire voorzieningen, door watergebonden ziekten en gebrek aan toegang tot water. Water maakt deel uit van het werk van al onze actoren: het gaat om investeringen en betrokkenheid van alle belanghebbenden.”
Om te besluiten moedigde zij samenwerking aan. Niet alleen met de private partners, maar ook met de overheid en alle stakeholders.
De conferentie "‘Is climate change adaptation all about water?” werd georganiseerd door het Belgische ontwikkelingsagentschap Enabel, het Directoraat-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, en VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek).
International conference: "Is climate change adaptation all about water?"