Wat begon voor VITO als een projectje hier en daar, zo nu en dan, is uitgegroeid tot een sterke, permanente aanwezigheid in China. Het voorbije decennium klaarde de lucht daar sterk op, en dat is mede te danken aan de luchtkwaliteitsmodellen die via LIBOVITO in China werden geïmplementeerd.

Monitoring van luchtkwaliteit en remote sensing

VITO is al sinds begin deze eeuw actief in China, waarbij het voornamelijk op projectbasis werkte rond de monitoring van luchtkwaliteit en remote sensing. Maar de Olympische Zomerspelen van 2008 brachten alles in een stroomversnelling. Als organisator was Peking bijzonder ongerust over de slechte luchtkwaliteit in de stad, die berucht was voor zijn haast permanente smog. Vooral ook omdat de ogen van de wereld op de Spelen zouden gericht zijn.

VITO was toen partner in het AMFIC-project, een Europees-Chinees project dat destijds gecoördineerd werd door het Nederlands KNMI. ‘Binnen dat project zorgde VITO, in samenwerking met de andere EU-partners, voor een dagelijkse voorspelling van de luchtkwaliteit in de stad en specifiek in en rond het Olympische stadion (het befaamde Vogelnest)’, zegt Mao Debin, business development manager van VITO Asia, van waaruit de activiteiten van VITO in China worden aangestuurd. Voor die voorspellingen werd een speciale website opgezet waarop (vooral de atleten) de verwachte ozon- en fijnstofconcentraties tijdens de Olympische Spelen konden raadplegen.

Luchtkwaliteitsmodellen valoriseren

Ook die opdracht verliep echter op projectbasis, namelijk als onderdeel van een breder Europees project, en dus hield ze geen duurzamere activiteiten in. Maar de luchtkwaliteitsexperts van VITO voelden dat ze veel meer konden doen, niet in het kader van afzonderlijke projecten betaald met Vlaams en Europees geld, maar meer vanuit een permanente aanwezigheid in China. ‘We beslisten om het over een andere boeg te gooien en ons businessmodel meer op commerciële leest te schoeien’, vervolgt Debin. En zo werd in september 2011 LIBOVITO boven de doopvont gehouden, met als oorspronkelijke doel om de omgevings- en luchtkwaliteitsmodellen van VITO – ontwikkeld in Vlaanderen – te valoriseren in China. LIBOVITO startte als een joint venture waarvan VITO en haar Chinese partner Antipollution elk de helft van de aandelen bezaten.

De commerciële insteek van LIBOVITO hield in dat Chinese klanten tegen betaling een beroep zouden doen op haar diensten en producten. In de eerste jaren ging dat met vallen en opstaan, met trial & error. Het lag voor de hand dat de Vlaamse en Europese modellen niet zomaar geëxtrapoleerd konden worden naar China, met zijn enorme steden aan de kust en zijn immense hinterland. Debin: ‘We ondervonden een stevige leercurve. Zo kwamen we er al snel achter dat we regionale modellen nodig hadden om bijvoorbeeld de fijnstofconcentraties te kunnen monitoren en voorspellen. Het fijn stof hing immers praktisch over het hele land.’

Terug naar de tekentafel

De VITO-experts pasten daarom hun AURORA-model (Air quality modeling in Urban Regions using an Optimal Resolution Approach) aan de Chinese realiteit aan. Dat op complexe wiskunde gebaseerde model kan op basis van weerdata en emissiegegevens de luchtkwaliteit voorspellen, vergelijkbaar met zoals een weersvoorspellingsmodel dat doet. Het was echter geen onverdeeld succes, voornamelijk omdat het model te complex was er nog niet voldoende invoerdata beschikbaar was zoals van lokale emissies van fijn stof en andere polluenten. ‘We hebben AURORA aangeboden tot 2014, maar daaruit zijn slechts twee projecten voortgekomen, wat veel te weinig was’, geeft Debin toe. ‘En dus gingen we terug naar de tekentafel.’

Dat deden overigens niet alleen de experts van LIBOVITO maar ook die van de unit Ruimtelijke Milieu-aspecten van VITO in Mol. ‘De activiteiten van de unit bevonden zich toen nog heel erg in de onderzoeksfase’, zegt Lisa Blyth van VITO. ‘Stap voor stap leerden we de markt kennen en bijvoorbeeld onze modellen omzetten in oplossingen in de vorm van producten.’ Die leercurve deed zowel VITO als LIBOVITO goed. En ze waren klaar met hun huiswerk toen de Chinese regering in 2014 haar grote meerjarenplan uitrolde om de luchtkwaliteit drastisch te verbeteren.

Met dat plan was een gigantische investering gemoeid, en via bindende wetgeving werd aan regionale en lokale overheden en bedrijven opgedragen wat ze precies moesten doen. Eindelijk was er duidelijk beleid. Debin: ‘Zonder de ambitie van de regering zou het voor ons moeilijk zijn gebleven om onze producten of modellen te verkopen. Want als niemand verplicht is om bepaalde doelstellingen te halen, dan verandert er niets.’

Schot in de roos

In tussentijd hadden de experts van LIBOVITO in de schoenen van de Chinese stakeholders leren staan. Zo wisten ze beter waar het hen aan ontbrak, en dat bleek niet alleen technologie te zijn maar vooral ook getraind personeel en knowhow om ermee te kunnen werken, en te weten wat ze precies nodig hadden. En dankzij de ervaring met AURORA wisten ze nu wél welke aanpak succes zou hebben. Zo werd OPAQ in stelling gebracht, een betaalbaar en betrouwbaar voorspellingsmodel voor luchtkwaliteit dat in real time informatie verschaft en dat bijvoorbeeld ook meldingen uitstuurt bij vervuilingspieken. Gewapend met dit systeem konden regionale en lokale beleidsmakers meteen actie ondernemen om de luchtkwaliteit in hun regio of stad te verbeteren. En dit niet alleen voor fijn stof maar ook voor stikstof- en zwaveloxiden.

Het was een schot in de roos. De afgelopen jaren werden meer dan zestig OPAQ-projecten door LIBOVITO geïmplementeerd in China, waarvan één zelfs op nationaal niveau. Daarmee is OPAQ er tot op vandaag een van de populairste luchtkwaliteitsmodellen – en van de modellen van buitenlandse makelij is het veruit het meest gebruikte. Met het model konden vooral regionale overheden enkele van de meest vervuilende gebieden aanpakken, zoals in de provincie Hebei, waar meer dan twintig OPAQ-projecten werden uitgerold. Het effect op de luchtkwaliteit liet niet lang op zich wachten, en dit in het ganse land. Zo tekende Peking tussen 2015 en 2020 een daling op van de gemiddelde concentratie van fijn stof (PM2,5) van liefst 45 procent. Het gehalte aan zwaveldioxide, vooral afkomstig van steenkoolverbranding, nam zelfs een duik van 61 procent.

Intussen werkt LIBOVITO ook nauw samen met het China National Environmental Monitoring Centre (CNEMC), het overheidsorgaan dat verantwoordelijk is voor de monitoring van de luchtkwaliteit in heel China en voor alle voorspellingen die daarrond gebeuren. ‘We voeren momenteel samen met hen een demonstratieproject uit gebaseerd op ons OPAQ-model’, geeft Blyth nog mee. ‘Onder meer om beter de ozonconcentraties te kunnen voorspellen, wat momenteel prioriteit heeft.’

En ook de aanwezigheid van VITO in China is versterkt. Sinds 2017 is het de enige aandeelhouder van LIBOVITO, dat haar kantoor heeft in Peking en dat momenteel tiental mensen tewerkstelt. De Chinese werknemers van LIBOVITO komen trouwens – of beter: ze deden dat voor de coronapandemie uitbrak – regelmatig naar VITO in Mol voor trainingen.

De toekomst

Hoe ziet de toekomst voor LIBOVITO eruit, nu het Chinese meerjarenplan rond luchtkwaliteit afloopt? ‘Op omgevingsvlak is de kwaliteit van de lucht gewoon het eerste waarmee je begint. Daarna volgen de kwaliteit van water en van de bodem’, aldus Debin. En zo zal LIBOVITO de komende jaren dus ook de waterkwaliteit 
in China helpen verbeteren, en alles wat daarmee samenhangt zoals bijvoorbeeld het voorspellen van overstromingen. Daarbij zal het haar activiteiten verbreden. ‘We focussen ons niet alleen op monitoring en voorspelling, want de markt voor op waterkwaliteit gebaseerde producten is veel groter dan die rond luchtkwaliteit’, aldus Blyth. Ook voor dat laatste blijft LIBOVITO trouwens modelleer- en voorspellingswerk leveren.

Contact:
+32 14 33 50 15