In het nieuwe grootschalige Europese programma PARC (Partnership for the Assessment of Risks from Chemicals), dat momenteel wordt samengesteld om volgend jaar uit de startblokken te schieten, is er voor VITO een belangrijke rol weggelegd. Die hebben we te danken aan ons track record in Vlaanderen én in Europa.

Vanuit het Europese initiatief voor humane biomonitoring HBM4EU, dat eind dit jaar afloopt, wordt sinds 2017 de blootstelling van de Europese bevolking aan chemische stoffen gemeten en beoordeeld. Dat moet meer inzicht bieden in de gevolgen van zulke blootstelling voor de gezondheid, en zo de chemische risicobeoordeling verbeteren. VITO is mee coördinator van het initiatief, het resultaat van ruim twintig jaar vooruitstrevend milieu- en gezondheidsonderzoek.

VITO startte eind jaren negentig al met de uitbouw van gespecialiseerde expertise rond biomonitoring. ‘In het begin ging het vooral om onderzoek om de effecten van chemische stoffen op het milieu te bestuderen’, zegt Greet Schoeters van VITO. ‘Ecotoxicologie dus, waarbij de impact op planten en dieren wordt bekeken.’ In het begin van deze eeuw kwam daar dan de studie van effecten op de menselijke gezondheid bij. ‘Daarrond werd een heel breed programma opgezet. Van in het begin focusten we sterk op het multidisciplinaire karakter van het onderzoek.’ Het onderzoek hielp Vlaanderen om een evidence-based milieu- en gezondheidsbeleid te ontwikkelen met een belangrijke rol  voor de effecten van milieustress op de mens.

Beleidsgericht en multidisciplinair onderzoek

Maar goed beleid heeft niet alleen evidence-based informatie nodig. Het heeft ook nood aan oplossingen voor problemen die blootgelegd zijn. ‘Als vervolg op onze verschillende meetprogramma’s werden daarom lokaal zogenaamde faseplannen uitgerold, bestaande uit beleidsgerichte oplossingen’, zegt Rudi Torfs van VITO. ‘Op Europees vlak was dat vrij uniek, we bevonden ons in de voorhoede.’ Eveneens vooruitstrevend was de inzet door VITO van nieuwe technologie in haar biomonitoringcampagnes en -onderzoek.

‘Al heel vroeg schakelden we van ouderwetse dierproeven over op technieken zoals in vitro-onderzoek, waardoor we effecten op afzonderlijke weefsels en cellen konden bestuderen’, vult Schoeters aan. ‘Dat onderzoek was meer dan enkel beschrijvend, we plozen ook de biologische werkingsmechanismen uit achter de effecten van chemische stoffen.’ Vandaag gaat biomonitoringsonderzoek veel breder dan twintig jaar geleden. ‘We focussen niet meer alleen op de schadelijkheid van stoffen, maar hechten ook belang aan zaken die op een positieve manier bijdragen aan onze gezondheid, en aan een schone leefomgeving’, zegt Torfs. ‘Hoe richten we die omgeving in? Hoe benutten we ruimte maximaal? Hoe kunnen we de ongelijkheid in gezondheid verkleinen? Het zijn bij uitstek thema’s die we zeer multidisciplinair moeten benaderen.’ Biomonitoring is dus niet enkel met het vingertje zwaaien als er weer eens een stof is waargenomen die eigenlijk niet in het milieu of het menselijk lichaam thuishoort.

Vandaag worden bedrijven ook aangemoedigd om al bij het ontwerp van hun producten of systemen de toxiciteit de bepalen, zodat ze tijdig kunnen ingrijpen – het zogenaamde sustainability by design-principe. Weer vraagt dat om de inzet van geavanceerde technologie, wat nog maar eens aantoont dat goed biomonitoringsonderzoek sterk door technologie gedreven wordt.

Bewezen trackrecord in biomonitoring

Zo stond VITO dus mee aan de basis van het Vlaamse biomonitoringsprogramma, en dus eigenlijk van het Vlaamse milieu- en gezondheidsbeleid. Schoeters: ‘Centraal in onze aanpak was dat we nooit uit het oog verloren dat resultaten en gegevens altijd door beleidsmakers moeten kunnen worden gebruikt. Niet zomaar in het wilde weg meten dus, maar steeds met een focus op beleidsvertaling.’ Met haar aanpak vond VITO ook internationaal weerklank. In Europa lag ze zo mee aan de basis van een vergelijkbaar systeem dat eveneens gestoeld was op technologie, multidisciplinariteit en

beleidsvertaling. En dus ook van het HBM4EU. ‘In andere Europese landen was biomonitoring lange tijd veel klassieker geïnspireerd. Het is fijn om zien dat de manier waarop wij technologische vernieuwing brachten in Vlaanderen ook zijn weg heeft gevonden naar het Europese niveau.’ En de innovaties van VITO op het vlak van biomonitoring blijven hun weg vinden naar Europa.

Als opvolger van HBM4EU wordt straks PARC uitgerold, dat deel uitmaakt van het Horizon Europe-programma en dat zal lopen van 2022 tot en met 2028. ‘Door de coronapandemie is het belang van gezondheid groter dan ooit’, zegt Schoeters. ‘Het is dus erg belangrijk dat je sterk vertegenwoordigd bent in zo’n groot programma (PARC wordt gefinancierd met liefst 400 miljoen euro). Zo krijgen we een plek aan de tafel waar Europese regelgeving wordt uitgewerkt in het kader van de ambitie van de EU om de vervuiling tot nul te brengen en een omgeving vrij van toxische stoffen te creëren – zoals beschreven in de Green Deal.’

Door haar prima reputatie en doordat ze onder meer mee verantwoordelijk is voor de verdeling en invulling van de werkpakketten binnen PARC, heeft VITO een belangrijke stem en sterke Vlaamse stem in het komende Europese initiatief. ‘Door ons bewezen trackrecord en onze goede relaties met onder meer het Europese milieuagentschap en het Directoraat-generaal voor het milieu (van de Europese Commissie) kunnen we een zeker gewicht in de schaal leggen’, vindt Schoeters, die overigens acht jaar in hetwetenschappelijke adviescomité van het Europese Milieuagentschap zetelde.

Een belangrijke opdracht voor PARC houdt de ontsluiting in van milieu- en gezondheidsdata op Europees vlak. VITO heeft daar veel ervaring mee en zal daarom een voorstel indienen rond een afzonderlijk werkpakket rond data. ‘Vandaag gaat er nog te weinig aandacht naar een correcte behandeling en integratie van data’, zegt Torfs. ‘We zitten in de EU met 27 verschillende onderzoeksculturen die op de een of andere manier toch geharmoniseerd zullen moeten worden.’ De dataontsluiting moet gebeuren volgens de FAIR-principes: findable (vindbaar), accessible (toegankelijk), interoperable (uitwisselbaar) en reusable (herbruikbaar). ‘Een van de doelen van VITO is om Europese milieu- met gezondheidsdata te gaan kruisen.’ Zo blijft VITO op het gebied van de biomonitoring haar nek uitsteken, zowel in Vlaanderen als in Europa.

Contact:
+32 14 33 51 00