Vijf jaar geleden zou er een eind komen aan het verlengde Erasmusverblijf van Monika Kus (34) in Antwerpen: ze stond op het punt terug te keren naar haar vaderland Polen. En toen kwam ze VITO-onderzoeksdirecteur Walter Eevers tegen. Hij gaf haar nieuwe moed om te blijven solliciteren in België. Met succes, want Kus kon aan de slag als chemica in de industrie. En begin 2019 was de cirkel rond en stapte ze over naar VITO.

Het is best een straf verhaal: hoe kwam het dat je vijf jaar geleden plots terug wilde naar Polen, terwijl je aan de UAntwerpen bijna je doctoraatsonderzoek had afgerond? 

‘Mijn doctoraat heb ik nooit afgemaakt. Ik begon met solliciteren in de zomer van 2015. Als hoogopgeleide verwachtte ik in snel een job te vinden, maar dat viel dus tegen. Na een jaar van vruchteloos solliciteren besliste ik om dan maar terug naar Polen te gaan. Tot ik via het Connect2Work-programma van de integratie- en inburgeringsdienst van Antwerpen – waar ik woon – in contact werd gebracht met Walter Eevers van VITO, die net als mij chemie heeft gestudeerd. Hij gaf me opnieuw zelfvertrouwen en leerde me enkele handige sollicitatieskills. Het werkte: ik werd als chemica aangenomen bij een Belgisch bedrijf.’ 

Daarna belandde je opnieuw op de universiteit, en weer kwam je in contact met VITO. 

‘Dat gebeurde binnen een samenwerking tussen de UAntwerpen en VITO, waarbij ik verantwoordelijk was voor de synthese van nieuwe materialen die vervolgens kunnen gebruikt worden in metaalabsorptie. Via dat proces kunnen bijvoorbeeld kostbare metalen worden gerecupereerd in chemische afvalstromen. 

Tijdens dat project kwam ik echter te weten dat er op VITO zélf een vacature was in de divisie materiaalonderzoek. Doordat ik al bekend was met dit specifieke onderzoek én verschillende VITO-medewerkers mijn professionele capaciteiten kenden, had ik een streepje voor. Ik werd aangeworven.’ 

Wat doe je precies? 

‘Ik ben vooral bezig met 3D-micro-extrusie. Met die techniek kunnen we op microschaal poreuze materialen 3D-printen. Zo kunnen we de sterkte en stabiliteit van katalysators manipuleren, waardoor heel veel chemische reacties kunnen worden geoptimaliseerd. Een katalysator met een poreuze 3D-structuur vermindert bijvoorbeeld niet alleen de drukval in een reactor, maar verbetert ook de massa- en warmteoverdracht.’ 

Je hebt zowel aan de universiteit als in de industrie gewerkt, en nu ben je actief bij VITO. Hoe verschillen die drie werkomgevingen van elkaar? 

‘In mijn job in de industrie deed ik voornamelijk chemische kwaliteitstesten. Dat begon me al snel te vervelen, want het was grotendeels routinewerk. Ik miste het échte onderzoek, dat ook minder commercieel is ingesteld. In het gedeelde onderzoeksproject tussen de UAntwerpen en VITO vond ik weer mijn gading, en dat bleef zo nadat ik was overgestapt naar VITO. Nu is mijn werk heel gevarieerd: elke dag is anders. 

Ik houd ook van het toepassingsgerichte aspect van het VITO-onderzoek, wat mij een sterke drive geeft. Die voelde ik minder op de universiteit. Ook fijn is dat het personeelsverloop bij VITO veel kleiner is. Op de universiteit valt een onderzoeksgroep al snel uit elkaar als een project is afgelopen. Binnen een grote organisatie zoals VITO is de collegialiteit groter. Ik hoorde er ook vanaf dag één bij. Of beter, vanaf de vrijdagavond vóór mijn eerste werkweek, want de eerste keer dat ik mijn huidige team zag was tijdens het nieuwjaarsfeest begin 2019. Geen slechte gelegenheid om je nieuwe collega’s te leren kennen!’

Contact:
+32 14 33 54 75