Sindy Sterckx werkt als onderzoeker bij de afdeling Remote Sensing. Ze kalibreert camerasensoren en verwerkt beelden gemaakt vanuit de ruimte en de lucht, onder andere door de Belgische ‘microsatelliet’ PROBA-V. Daarbij balanceert ze tussen de technische kant en die van de dienstverlening aan de eindgebruiker. “Ik ben zowel vertrouwd met de algoritmen achter de beeldsoftware als met de verschillende toepassingen van remote sensing, zoals het monitoren van vegetatie of het in kaart brengen van de waterkwaliteit.”

Je werkt al sinds 2002 bij VITO. Een groot deel van je carrière valt samen met de PROBA-V-missie.

Klopt. We werken nu al ruim acht jaar met PROBA-V. De satelliet werd in mei 2013 gelanceerd, maar in de jaren daarvoor waren we bezig met de planning en de voorbereiding van de missie. PROBA-V is een aardobservatiesatelliet die elke dag beelden neemt van de volledige landmassa van onze planeet. De opnames worden onder meer gebruikt om de evolutie van de vegetatie op aarde op te volgen. Cruciaal daarbij is dat we de camerasensoren continu kalibreren, zodat we er zeker van zijn dat de beelden stabiel zijn en dat er geen degradatie is. Want als we verschillen zien op de beelden moeten we er absoluut zeker van kunnen zijn dat die daadwerkelijk afkomstig zijn van veranderingen in de begroeiing (bijvoorbeeld door de gevolgen van de klimaatopwarming, red.). Tijdens zo’n radiometrische kalibrering richten we de satelliet even op de maan, of op de oceanen, waarna we eventueel correctiefactoren doorvoeren. Daarvoor sturen we commando’s naar het controlestation in Redu waar men de satelliet continu opvolgt. Naast de kalibrering houd ik me ook bezig met de verwerking van de beelden, zodat onze eindgebruikers toegang hebben tot correcte en bruikbare data. Ik doe dit ook voor andere satellieten en remote sensing-toepassingen.

Het aantal satellieten dat rond de aarde draait stijgt exponentieel. Hoe zorgen jullie ervoor dat uit al deze data de juiste informatie wordt afgeleid?

Correct! Het is inderdaad een hele uitdaging om uit het amalgaam van data de gewenste informatie af te leiden. Hiervoor is het cruciaal dat de data opgenomen door verschillende satellieten op elkaar kan afgestemd worden (we maken de data ‘consistent’), zodat we het beste halen uit een combinatie van satellieten. Meer nog, we kunnen zelfs satellietdata combineren met data opgenomen door vliegtuigen/drones. Hiervoor ontwikkelen wij specifi eke algoritmen of gebruiken we technieken als artifi ciële intelligentie. Dit alles stellen we ter beschikking op online platformen voor o.a. gebruik in de landbouw sector.

Nadat je aan de KU Leuven was afgestudeerd als bio-ingenieur, werkte je twee jaar aan een academisch project rond remote sensing. Hoe ervaar je het verschil met je job bij VITO?

Aan de universiteit is het onderzoek altijd vrij fundamenteel. Bij VITO ligt de focus meer op de bruikbaarheid van de resultaten, en op de valorisatie ervan – eventueel door externe partners. Bovendien beschikken we hier over meer en betere faciliteiten dan aan de universiteit. En ook het verloop van het personeel is kleiner, wat helpt als je gewend bent te werken in teamverband.

Je zetelt ook in een panel van het European Space Science Committee (ESSC). Wat houdt dat precies in?

Het ESSC is een onafhankelijk orgaan dat advies geeft over de verschillende ruimteprogramma’s en missies van onder meer ESA en de Europese Commissie. Ik zit – samen met nog vijf andere wetenschappers – in het Earth Sciences Panel, waarin aardobservatie centraal staat. Tijdens de halfjaarlijkse vergaderingen zien we erop toe dat wetenschap en onderzoek voldoende aanwezig zijn in de ruimteprogramma’s.