Sinds 2002 meet het Steunpunt Milieu en Gezondheid van de Vlaamse overheid de blootstelling van de mens aan nieuwe chemische stoffen, die in het leefmilieu terechtkomen, en aan klassieke milieuvervuilende stoffen, zoals zware metalen. Daarbij voert het steunpunt op grote schaal metingen uit in de mens en brengt het Steunpunt het effect van de blootstelling aan die stoffen op de gezondheid in kaart. 

Dat onderzoek gebeurt in cycli van 4 tot 5 jaar. De laatste cyclus is in 2016 gestart. 2018 stond helemaal in het teken van het verzamelen van bloed, urine en haarstalen afkomstig van 600 jongeren verspreid over Vlaanderen. De data hiervan moeten leiden tot betrouwbaar beleidsadvies. Deze ‘science-policy’-interface, waarbij we vanuit de wetenschap het beleid ondersteunen, is voor Vlaanderen een sterke troef en dat heeft Europa ook begrepen. Bewijs daarvan is de voortrekkersrol die we met de Vlaamse partners opnemen in het HBM4EU-project binnen Horizon 2020.

De manier waarop de mens wordt blootgesteld aan vervuilende stoffen is divers. Hij ademt ze in, hij slikt ze in via voeding of wordt ‘besmet’ via de huid. Via o.a. in bloed- en urinestalen, meten we wat de blootstelling van de mens is aan chemische stoffen en gaan we verder op zoek naar de relatie met vroegtijdige gezondheidseffecten.

In deze laatste cyclus van het Steunpunt Milieu en Gezondheid werken we voornamelijk rond levensstijl. Is er een gezondheidseffect als je meer aandacht hebt voor een goede energiehuishouding in huis? Krijgen mensen die met een houtkachel stoken meer chemische stoffen binnen dan mensen die een huis hebben met vloerverwarming? Hebben milieuvriendelijke materialen in huis een effect op de gezondheid? Krijg je dan minder schadelijke stoffen binnen en ben je dan gezonder? En hoe spelen onze voedingsgewoonten in op onze gezondheid.  Kortom: hebben een ecologische woning en een duurzame levensstijl een effect op onze gezondheid? Dit klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Wie in een huis woont, wordt immers aan een hele rist van stoffen blootgesteld die in materialen vervat zitten. Denken we maar aan vlamvertragers.

Interessant en nuttig neveneffect van dit onderzoek is overigens dat het ertoe leidt dat dit onderzoek ook bij de burger leidt tot een veel grotere bewustwording van de blootstelling aan chemische stoffen in het dagelijkse leven. VITO-onderzoekers streven naar een persoonlijke betrokkenheid van de deelnemers in het onderzoek.