U zag misschien ook op Facebook dat filmpje waarin een Indisch dorp met vereende krachten het strand schoonmaakt. 4200 ton afval verzamelden ze op hun strand. Na de schoonmaak kwamen de zeeschildpadden aan land om hun eitjes te leggen. Een mooi en sterk verhaal in de aanhoudende strijd tegen ‘ocean plastic’.

 

Ik vroeg me meteen af waar die 4200 ton ‘plastic and rubbish’ naartoe gebracht zou worden. Wetende dat in India het afvalbeheer grotendeels bestaat uit enerzijds laagwaardige scheiding en recyclage, en anderzijds storten. India heeft geen verbrandingsovens en geen afvalexport. Ze staan aan de staart van de wereldwijde afvaltrafiek en storten blijft de belangrijkste vorm van eindverwerking. In die optiek is het goed denkbaar dat het materiaal, na een beperkte uitsortering van wat recycleerbare flessen, via de stortplaats terug in de rivier en de oceaan terecht komt. Het probleem van de ocean plastic wordt niet opgelost door het plastiek op te ruimen. We moeten nadenken hoe het materiaal daar komt en via een aanpak van de hele keten vermijden dat de berg verder aangroeit.

Ook Vlaanderen is wakker geschud: Mei Plasticvrij, Herbruikbare Festivalbekers, Statiegeld. Jarenlang waren we tevreden met de gescheiden inzameling van ons huishoudelijk afval. Maar nu blijkt dat het verpakkingsfolie dat ten onrechte in de PMD-zak zit, na uitsortering op de boot gezet werd richting China, of recent richting Zuid-Oost Azië. Vermits we vanaf daar geen opvolging meer kunnen doen van de verdere verwerkingsroute, is de kans reëel dat minstens een deel van het Vlaams materiaal mee via de stortplaats, in de oceaan en dus op het strand terecht komt.

Het ocean plastic is een symptoom van een falend afval- en materialenbeheer op wereldschaal. Het wordt niet enkel veroorzaakt door de landen die er zichtbaar last van hebben. Het is een complex probleem dat veroorzaakt wordt door een samenspel van vele factoren. En hoewel het verleidelijk is om eenvoudige remedies te bedenken en via slogans tot actie aan te zetten, moeten we ons bewust zijn dat complexe problemen niet opgelost worden met simpele oplossingen.

Het verbod op plastic ‘single use’ producten kan in dit licht bekeken worden. Het duurzame alternatief voor een rietje is ‘geen rietje’. Drinken lukt immers perfect zonder rietje. Als alle plastic rietjes vervangen worden door papieren of metalen rietjes, zullen  er geen rietjes meer in de oceaan komen, maar de volledige milieubalans is niet noodzakelijk positief. Het verbod op single use producten op zichzelf leidt niet tot een structurele oplossing en dus niet noodzakelijk tot een hogere duurzaamheid.

Het vermijden van ocean plastic moet ons aanzetten om volledige oplossingen uit te werken. Die oplossingen zijn niet simpel. Voorbij de slogans moet er een verwerkingsinfrastuctuur én ketensamenwerking zijn om de materialen duurzaam te beheren. Hier en in India. Materiaalketens moeten gesloten worden, afvalproblemen moeten dicht bij de bron opgelost worden. We moeten investeren in installatie om plastics te recycleren. Maar niet alle plastics kunnen gerecycleerd worden in de huidige installaties, die het plastic vermalen en hersmelten. Voor verontreinigde en verschillende harde plastics moeten er chemische recyclage-installaties ontwikkeld en opgeschaald worden. Die techniek staat nog in de kinderschoenen, maar verschillende bedrijven zijn intussen bereid om hierin te investeren. Terwijl deze oplossingen zich ontwikkelen, moeten we de non-recyclables uit het milieu krijgen, en dat gebeurt best door verbranding met energierecuperatie. We kunnen enerzijds zorgen dat we geen eenmalige plastic gebruiken. Anderzijds moet de plastic die we gebruiken verwerkt worden, zodat hij zeker niet op een (Aziatische) stortplaats terecht komt. Zo vermijden we dat een Indiaas dorp elk jaar opnieuw een grote opruimactie moet opzetten om de schilpadden eieren te laten leggen op het strand.

Deze blog verscheen eerder in RecyclePro