Suikerbietenzaadbedrijf SESVanderHave slaat via een strategische samenwerking met VITO de weg in van remote sensing. Door haar proefvelden voor gewasveredeling te monitoren met drones en de bekomen data te analyseren via het MapEO-platform, kan het bedrijf beter en efficiënter gaan ‘fenotyperen’. De multinational met hoofdzetel in Tienen wordt zo niet alleen sterker in een erg concurrentiële markt, hij kan ook helpen de Europese landbouw te verduurzamen.

Om de opbrengst van landbouwgewassen te doen stijgen, is een efficiënte methode voor fenotypering onontbeerlijk. Zo kunnen immers experimentele gewasvariëteiten of behandelingsmethodes optimaal beoordeeld en geselecteerd worden op basis van uitwendige kenmerken. Traditioneel gebeurt dit manueel, wat helaas tijdsintensief is en wat slechts een fragmentarisch en vaak subjectief beeld geeft. Voor deze methode is er echter een alternatief op basis van drones. Deze technologie laat toe om sneller tot een volledige, duidelijke en objectieve fenotypering te komen.

End-to-end-oplossing

In haar dienstverlening aan landbouwbedrijven via haar remote sensing-toepassingen spitst VITO zich ook toe op de sector van de zaadveredeling en de gewasbescherming. Daarbij worden dus ook drones gebruikt. Deze kunnen in korte tijd hele percelen ‘scannen’, waarna de beelden naar VITO worden gestuurd om te worden verwerkt. Dit laatste gebeurt via het MapEO-platform, een end-to-end-oplossing van VITO voor op dronebeelden gebaseerde analyses van landbouwpercelen. ‘Uiteindelijk geeft dit platform als output de data waarin de klant is geïnteresseerd – bijvoorbeeld gewashoogte, groeisnelheid, bladoppervlak, bloesemdichtheid, aantal vruchten per plant of ziekteverschijnselen’, zegt Jürgen Decloedt van VITO. ‘Zo kunnen zaadveredelaars en gewasbeschermingsbedrijven drones inzetten voor het versnellen van hun teelt- en selectieprogramma’s.’

Het MapEO-platform is operationeel sinds het voorjaar van 2018 en wordt inmiddels wereldwijd gebruikt. ‘We verwerken data van klanten en proefvelden in België en het buitenland, van andere Europese landen over Noord- en Zuid-Amerika en Zuid-Afrika tot in Japan’, zegt Decloedt. In de commerciële samenwerkingen is VITO verantwoordelijk voor de dataverwerking. De dronevluchten worden door de klanten zelf uitgevoerd – of uitbesteed aan freelance dronepiloten via de VITO-spin-off Sitemark (voorheen DroneGrid), die de piloten in verbinding stelt met MapEO.

Ondertussen bouwt VITO haar expertise op het vlak van fenotypering via dronebeelden gestaag verder uit, en ook dit gebeurt in nauwe samenwerking met privépartners. Zo sloot VITO in het voorjaar een nieuwe strategische samenwerking met SESVanderHave, een mondiaal opererend suikerbietenzaadbedrijf met hoofdzetel in ‘suikerstad’ Tienen.

Positieve eerste kennismaking

SESVanderHave en VITO zijn geen onbekenden voor elkaar. Vier jaar geleden stapten ze samen in een onderzoeksproject rond ziekteresistentie bij suikerbieten, waarbij deze voor verschillende rassen werd geëvalueerd via drones – dit zogenoemde Beetphen-project, dat inmiddels is afgerond, werd gefinancierd door Belspo. Na die positieve eerste kennismaking met remote sensing besliste SESVanderHave om het potentieel en de meerwaarde van de technologie actiever te gaan verkennen en onderzoeken. Opnieuw koos het bedrijf ervoor om met VITO in zee te gaan. ‘Onze eerste samenwerking in het kader van het Beetphen-project verliep heel constructief en aangenaam, en we voelden al snel dat er potentieel was tot synergie’, zegt Maarten Vanderstukken van SESVanderHave. ‘Het nauwe contact met de onderzoekers van VITO en de mogelijkheid om snel problemen en nieuwe uitdagingen aan te kaarten, droegen hiertoe bij.’

De eerste vruchten van die eerste samenwerking zijn intussen geplukt. ‘De eerste use cases met drones vinden momenteel hun weg naar implementatie verderop in onze bedrijfsvoering’, vervolgt Vanderstukken. ‘De resultaten tonen aan dat we een aantal karakteristieken van bietenplanten accurater kunnen inschatten met drones dan met de traditionele, visuele methode. Sommige gewaskenmerken kunnen we nu zelfs pas voor het eerst echt kwantificeren. Hierdoor kunnen we vandaag al beter en efficiënter voor deze karakteristieken bietenrassen selecteren.’

Concurrentieel voordeel

Toch zullen deze eerste resultaten nog niet meteen leiden tot een concurrentieel voordeel voor SESVanderHave – iets wat zeer welkom is in de erg concurrentiële markt waarin het Tiense bedrijf actief is, gelet op de competitie van rietsuikerproducenten vanuit lageloonlanden. Vanderstukken: ‘De gemiddelde ontwikkelingstijd van een nieuw ras is tien jaar, terwijl onze rassen maar gemiddeld vier jaar op de markt blijven.’ Hoewel de eerste successen van de inzet van drones gezien mogen worden, zitten er nog veel grotere en impactvollere toepassingen in de pijplijn. ‘Dit gaat om veel meer dan enkele losse innovaties. We zijn nog maar net de weg van remote sensing ingeslagen, en we willen dit doen in nauwe samenwerking met VITO.’ Uiteindelijk is het deze samenwerking die de tweede suikerbietenzaadproducent in de wereld – goed voor een marktaandeel van 30 procent – op de lange termijn een écht concurrentieel voordeel moet verschaffen.

Daarbij zal SESVanderHave ook eigen expertise gaan opbouwen in de analyse en interpretatie van de data gegenereerd met de drones – om deze bijvoorbeeld ook te combineren met genetische of klimaatdata. Wat het klimaat betreft bezit SESVanderHave overigens goede troeven om de Europese landbouw te helpen verduurzamen. Zo zijn suikerbieten beter bestand tegen droogte dan suikerriet. ‘In onze markt moeten we inspelen op heel wat externe factoren’, zegt Vanderstukken. ‘Denk maar aan Europese restricties op het vlak van gewasbestrijdingsmiddelen, of een stijgende vraag naar klimaatbestendige variëteiten. Die factoren zorgen ervoor dat we nóg meer moeten inzetten op innovatie.’ Op dat vlak zit het al wel goed bij SESVanderHave: het bedrijf investeert liefst een vijfde van haar omzet in R&D, en van haar ruim 650 werknemers werkt er een vierde op de R&D-afdeling.

De strategische samenwerking is er ook gekomen doordat de ontwikkeling en implementatie van drone- en sensortechnologie nog in volle ontwikkeling is. ‘Via VITO blijven we zo op dit gebied in de voorhoede, en zijn we ervan verzekerd dat remote sensing bij ons efficiënt wordt ingezet’, aldus Vanderstukken. VITO op haar beurt kan dan weer profiteren van de data die SESVanderHave aanlevert om haar automatische fenotypering te optimaliseren. Decloedt: ‘We kunnen zo samen methodologieën ontwikkelen die we dan weer kunnen gaan toepassen in MapEO.’

Ook o.a. deze Vlaamse bedrijven gebruiken MapEO

Globachem is gespecialiseerd in het ontwikkelen, registreren en vermarkten van hoogwaardige gewasbeschermingsmiddelen voor land- en tuinbouw. Het in Sint-Truiden gebaseerde en internationaal actieve familiebedrijf begon als producent van generische middelen, maar zet de laatste jaren intensief in op eigen innovatieve producten. Sinds begin 2020 verwerkt VITO de data van dronevluchten boven een 25-tal proefvelden van het bedrijf verspreid over heel Europa.

Aphea.Bio is een R&D bedrijf dat natuurlijke, microbiële producten ontwikkelt die de opbrengst van gewassen verhogen en ze beter beschermen tegen ziekten. Producten worden als coatings rond zaden of als spuitbare oplossingen toegepast. De coatings zorgen ervoor dat zaden beter ontkiemen en de jonge plantjes sneller groeien. Spuitoplossingen op bladeren of aren kunnen graangewassen beter beschermen tegen schimmelziekten. VITO verwerkt de dronedata van proefvelden in België, Duitsland en Frankrijk.

Arvesta (voorheen Aveve) test en valideert nieuwe rassen op basis van specifieke criteria. Het Belgische bedrijf doet dit vooral voor graangewassen. VITO verwerkt de data van dronevluchten boven een proefveld van Arvesta in Tienen, waarbij onder andere gekeken wordt naar de gewashoogte, de gevoeligheid voor legering (het omvallen van het graan) en het aantal aren per vierkante meter. 

Contact:
+32 14 33 67 14