De kade langs het Gentse Handelsdok staat al even in de steigers. Er wordt druk gebouwd aan een wijk van de toekomst, de Nieuwe Dokken. Naast een vierhondertal woningen, komt er een school, medische diensten, een kinderdagverblijf en een sporthal. Al die gebouwen samen trekken voluit de kaart van hernieuwbare energie. Op de site komt onder andere een lokaal waterzuiveringssysteem, gekoppeld aan het warmtenet. Drijvende kracht achter die duurzame ingrepen is DuCoop, een coöperatie met heel wat expertise over verschillende duurzame technieken. Dries Seuntjens doctoreerde over het onderwerp waterzuivering en is projectleider bij DuCoop. Een gesprek over slim waterbeheer, hernieuwbare energie, en hoe en waar dat samenkomt op de site.

Wat doet DuCoop precies?

“DuCoop levert de diensten die nodig zijn om van de Nieuwe Dokken een klimaatneutrale wijk te maken. Daarvoor zoeken we naar interessante koppelingen tussen verschillende warmte-, afval-, water- en energiestromen. Decentrale energie is ons speerpunt: in de wijk proberen we zoveel mogelijk energie zelf op te wekken. Dat doen we onder andere door zonnepanelen op de daken te leggen en door restwarmte te benutten. Die restwarmte kan van afwaswater komen, maar ook van warmtebronnen in de buurt. We werken bijvoorbeeld samen met de naburige zeepfabriek Christeyns. We verwarmen de wijk 100% op restwarmte: 1/3 uit het afvalwater, 2/3 met de restwarmte van de zeepfabriek. Andere ambities zijn om een duurzame meststof te herwinnen en lokaal te hergebruiken, onder andere via waterzuivering, en duurzame mobiliteit te stimuleren, door onder meer te investeren in elektrische laadpalen voor  deelwagens.”

DuCoop is een coöperatie. Wat betekent dat?

“In een coöperatie zijn de leden eigenaar van het bedrijf. Dat is zo bij DuCoop: onze leden zijn een mix van betrokkenen bij de Nieuwe Dokken, verenigd rond het thema ‘duurzame diensten’. Enerzijds zijn het bedrijven die professioneel betrokken zijn, zoals onder meer het investeringsbedrijf Clean Energy Innovative Projects (CEIP), de projectontwikkelaar Schipperskaai Development en watermaatschappij Farys, en anderzijds kunnen ook de eigenaars van de appartementen een aandeel kopen in onze coöperatie. Dat is dubbel interessant: dat bedrijven en bewoners mee eigenaar zijn, verhoogt hun engagement om al onze duurzame systemen niet enkel te gebruiken, maar er ook goed voor te zorgen. Anderzijds profiteren alle betrokkenen ook mee van onze winst als we het goed doen.”

Wat gebeurt er specifiek rond water?

“Dat proberen we een tweede, leven te geven. We werken zowel met grijs water - dat uit de douches en wasmachine stroomt - als met zwart water uit het toilet. Ook organisch keukenafval wordt mee verwerkt: dat gaat door de vermaler, waarna het bij het zwart water terechtkomt. In de kelder onder de appartementsgebouwen  staat een grote installatie, die het grijs en zwart water van de hele wijk zuivert. Dat gezuiverde water wordt dan verder gepompt naar de naburige zeepfabriek Christeyns, waar het wordt ingezet als proceswater.”

Hergebruikt de wijk ook regenwater?

“Uiteraard. Het regenwater dat op het dak valt, proberen we zo goed mogelijk op te vangen om onder andere de toiletten mee door te spoelen. Maar het is een hele oefening om voldoende regenwater te verzamelen, omdat niet al het water dat op het dak valt voor hergebruik geschikt is.”

Hoe bedoel je?

“Daken zijn ontzettend interessant om te gebruiken, voor verschillende partijen. Iedereen wil graag een deeltje van het dak om zijn ding mee te doen: zonnepanelen voor hernieuwbare energie, een groendak voor biodiversiteit en tegen het hitte-eilandeffect, een airco voor klimatisering van de binnenruimtes, een dakterras om te ontspannen. En een deel van het water dat op het dak terechtkomt, moet ook in de bodem kunnen infiltreren. Wij spreken soms al grappend van een ‘war for the roof’. Iedereen wil graag een deel van het dak, en er is nooit genoeg dak. Trouwens, omdat een dakterras of een groendak  voor redelijk wat vervuiling zorgt, is de combinatie met regenwaterrecuperatie ook niet in alle gevallen vanzelfsprekend.”

Zijn de Nieuwe Dokken ook aangesloten aan het centrale waternet?

“Ja hoor. Drinkwater en douchewater komen nog altijd van Farys, het Gentse waterbedrijf. Ook sommige toiletten, die hoger gelegen zijn in de appartementsblokken, worden met dat water gespoeld. Water in de Nieuwe Dokken kost trouwens exact evenveel als op andere plaatsen in Gent.” 

Welke weg legt het water van douches en wasmachines af?
“Dat ‘grijze water’ - die kleur krijgt het door de zeepresten die erin zitten - sturen we zo snel mogelijk naar de waterzuiveringsinstallatie. Wanneer het beneden aankomt is het water nog ongeveer 25 à 30°C warm. Via een techniek die riothermie heet, transporteren we via een warmtewisselaar en warmtepomp de warmte van dat afvalwater naar het warmtenet dat de appartementen verwarmt. Daarna wordt het gezuiverde water naar de zeepfabriek of de lokale regenwaterputten gepompt zodat het een tweede leven krijgt.”

En toiletwater?

“De toiletten zijn allemaal uitgerust met een vacuümsysteem. Om ze te spoelen heb je maar een kleine hoeveelheid water nodig. Je kan het doorspoelsysteem vergelijken met toiletten in een vliegtuig of op de trein. Maar ze zien er wel hetzelfde uit als gewone toiletten. Via onderdruk wordt de inhoud van de toiletten naar de kelder gepompt. We noemen dat water ‘zwart water’ omdat het veel organische stoffen bevat. Door die vacuümtoiletten verbruikt de wijk tot dertig procent minder water tegenover wijken met klassieke toiletten. We schatten dat de wijk jaarlijks zo’n 15 miljoen liter water zal besparen.”

Toiletten in de trein of in het vliegtuig maken best wel wat lawaai. Is dat ook zo bij deze vacuümtoiletten?

 “We onderzochten de akoestiek van de vacuümtoiletten en deden tests. Zo bepaalden we welke onderdelen gevoelig waren voor geluid. Met die informatie brachten we in kaart hoe we de toiletten moesten inbouwen, zodat ze toch een normaal geluidsvolume hebben. Daar zijn we heel trots op.”

Ook keukenafval komt bij het zwarte toiletwater terecht. Hoe gaat dat in zijn werk?

“Bewoners krijgen een bakje waarin ze hun organisch afval kunnen verzamelen. Als dat vol is, kunnen ze het naar beneden brengen, waar een installatie staat - ter grootte van een wasmachine - die dat afval vermaalt en er water aan toevoegt. Dat water is dus rijk aan energie en nutriënten. Samen met het toiletwater komt het dan terecht in het waterzuiveringssysteem. In een eerste stap wordt het er biogas van gemaakt: micro-organismen voeden zich met de organische stoffen. Zo worden die steeds kleiner, totdat er biogas ontstaat. Dat gebruiken we om energie op te wekken.” 

Via de waterzuivering wil de wijk ook zo veel mogelijk nutriënten herwinnen. Hoe gebeurt dat precies?

“Dat is de volgende stap. Nadat het biogas is ontstaan, worden de overblijvende voedingsstoffen van het zwarte water via een kristallisatieproces omgezet in meststoffen. Die kunnen we lokaal gebruiken, in de moestuin bijvoorbeeld. Al zijn er nog wat veiligheidsvragen over de kwaliteit van die meststoffen, want de samenstelling van het zwarte water kan wel eens variëren. Eventueel gaan we samenwerken met een externe firma, die voor de verdere verwerking en kwaliteitscontroles van de meststoffen kan zorgen.”

Interessante vraag: wat doe je beter op de site zelf, wat besteed je uit?

“Dat is inderdaad een afweging die we voortdurend maken. Elke nieuwe techniek die we installeren heeft zijn eigen intelligentie en moet met zo weinig mogelijk opvolging en onderhoud kunnen draaien. Daarbij moeten we goed kijken naar wat er al is: ligt er al infrastructuur? Is de site aangesloten op de riolering? Kan het aanleggen van een riolering naar de wijk misschien een positieve impact hebben op de buurt, die zo ook gemakkelijker een aansluiting krijgt? Uiteindelijk moeten we telkens op zoek naar de meerwaarde. En goed opletten dat de meerwaarde naar de gemeenschap gaat. Het is sowieso geen of-of-verhaal, maar een en-en-verhaal.”

Wat gebeurt er met het water nadat de meststoffen eruit zijn gehaald?

“Dan komt het samen met het grijs water uit de douches en wasmachines. Dat water wordt gefilterd met membraanfiltratie en stroomt dan door naar de nabijgelegen zeepfabriek waar het ingezet wordt als proceswater.”

De Nieuwe Dokken won de Radicale Vernieuwer-klimaatprijs 2017 van De Standaard. DuCoop werd geloofd omwille van de grote hefboom die het project teweegbrengt. Recent kwam daar de duurzaamheidsprijs van het VBO nog bij. Bouwen jullie de wijk van de toekomst?

“Door een wijk minder afhankelijk te maken van water- en energievoorziening van een centraal systeem, verhoog je de robuustheid van de gemeenschap. Het grote voordeel is dat we redelijk zeker zijn dat deze nieuwbouw over vijftig jaar nog steeds state of the art is. Waar vandaag nog appartementsblokken worden gebouwd met elk een eigen gasketel, hebben wij een tussenstap gemaakt: die individuele ketels hebben we vervangen door een gemeenschappelijke stookplaats. Deze gasketels zullen alleen als backup gebruikt worden, want we verwarmen 100% op restwarmte. Die flexibiliteit om in te spelen op de duurzaamste technieken, maakt de wijk futureproof.”

Interview en tekst: journalist Isabelle Vanhoutte