Landen, regio’s en steden hebben nood aan geïntegreerde oplossingen om hun klimaatdoelstellingen te realiseren, hun inspanningen bij te houden maar ook om straks het hoofd te kunnen bieden aan de gevolgen van de opwarming van de aarde. VITO heeft bijzondere kennis en expertise in heel uiteenlopende aan het klimaat gerelateerde domeinen. In deze internationale markt komt het er als aanbieder op aan deze klimaatdiensten nog beter op elkaar af te stemmen en te integreren. VITO zette het voorbije najaar haar klimaatdiensten in de schijnwerpers tijdens G-STIC Dubai (op de Wereldexpo) en tijdens de COP26 in Glasgow.

Tools robuuster maken

De afgelopen jaren heeft VITO verschillende tools ontwikkeld om de impact van de klimaatverandering op bijvoorbeeld landbouw, biodiversiteit of de bebouwde omgeving in kaart te brengen. Daarmee kunnen beleidsmakers deze systemen helpen wapenen tegen de voorspelde gevolgen van de opwarming van de aarde, en ze dus robuuster maken. Climtag (voor landbouw) en UrbClim (voor de bebouwde omgeving) zijn er twee voorbeelden van. Ook rond nationale langetermijnstrategieën voor het terugdringen van broeikasgasemissies werkte VITO al een oplossing uit.

Momentum voor samenwerking

Dat VITO alleen al op het vlak van klimaatadaptie verschillende tools ontwikkeld heeft vanuit zulke uiteenlopende invalshoeken, is nog maar eens een bewijs van haar brede kennis en expertise inzake klimaat. Zeker het laatste jaar hebben de experts van VITO echter gemerkt dat beleidsmakers – in binnen- en buitenland – voornamelijk geïntegreerde oplossingen verwachten. ‘Als een overheid bijvoorbeeld geïnteresseerd is in een energiegerelateerde dienst, is ze meestal ook vragende partij voor oplossingen rond klimaatadaptatie, bijvoorbeeld om de bebouwde omgeving beter te beschermen tegen het hitte-eiland effect, om maar een voorbeeld van adaptatie te noemen’, zegt Maarten Lenaerts van VITO/EnergyVille. ‘Tot voor kort gingen we op die vragen in op ad hoc-basis, nu profileren we ons veel bewuster als aanbieder van geïntegreerde klimaatdiensten en -oplossingen.’

Dat vergt wel een nauwere samenwerking tussen de verschillende VITO-units die werken rond klimaatgerelateerde thema’s. Maar dat zit wel goed, zegt Raf Theunissen van VITO. ‘De neuzen staan nu in dezelfde richting en er is nu een duidelijk momentum om die samenwerking te bestendigen. We hebben allemaal begrepen dat VITO over bijzondere kennis en expertise beschikt in heel veel uiteenlopende gebieden, en dit terwijl de internationale markt erom vraagt ontzorgd te worden. Het komt er dus op aan die kennis en expertise te integreren.’

Die geïntegreerde aanpak kwam al duidelijk naar voren tijdens de laatste editie van G-STIC, vorige herfst op de Wereldexpo Dubai (oktober 2021). Tijdens één sessie over de rol van data in klimaatbeleid, samen georganiseerd door de VITO-units SEB en RMA, had VITO’er Filip Lefebre het er bijvoorbeeld over hoe regio’s en vooral steden zich kunnen wapenen tegen de gevolgen van de klimaatverandering, dit door gebruik te maken van lokale data van heel uiteenlopende soorten. VITO bezit (onder meer via haar Remote Sensing-unit) meer dan twintig jaar ervaring in de productie, verwerking en analyse van satellietbeelden en van dit soort klimaatdata. Aangezien mogelijke oplossingen op het vlak van klimaatadaptatie vaak gerelateerd zijn aan uiteenlopende thema’s zoals energie en landgebruik, houdt dit dus in dat hier verschillende VITO-units bij kunnen betrokken zijn.

Projecten in Afrika en in Colombia

Het voorlopige sluitstuk van de geïntegreerde klimaatdiensten- en oplossingen van VITO zijn de zogeheten NDC’s, of national determined contributions. Die vormen de kern van het klimaatakkoord van Parijs uit 2015 en geven de voortgang weer van landen op het vlak van klimaatmitigatie en -adaptatie (respectievelijk de reductie van broeikasgasemissies en de aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering). ‘De focus op de NDC’s helpt ons om onze commerciële ambities op het gebied van klimaatdiensten op internationaal vlak vorm te geven’, zegt Lenaerts. ‘De COP26 concludeerde zelfs dat landen hun opvolging van NDC’s moeten opschroeven, wat kan betekenen dat ze heel wat achterstallig werk moeten inhalen.’ VITO lanceerde in de loop van vorig jaar het NDC Support Center. Dit in samenwerking met twee partners: de African Regional Energy Commission (Afrec), een orgaan van de Afrikaanse Unie, en CO2logic, een van oorsprong Vlaams klimaatconsultancybedrijf. Vanuit dit initiatief helpt VITO landen in hun ambitie om de klimaatdoelstellingen te behalen.

Het NDC Support Center

Het NDC Support Center omvat de oprichting van een nieuw kenniscentrum om landen in Afrika bij te staan in hun toekomstige klimaatrapportage, en dit voornamelijk op het vlak van energie. Het kenniscentrum startte als een pilootproject gericht op Marokko, Oeganda en Malawi, drie landen met een heel verschillende economie, geografie en dus ook klimaatimpact. Daarnaast heeft VITO ook al heel wat ervaring met NDC-projecten in Colombia. Het werk van VITO wordt duidelijk geapprecieerd door de opdrachtgevers: op de klimaattop in Glasgow werden de verschillende projecten ruimschoots belicht. Vlaams minister van Omgeving en Energie Zuhal Demir leidde in het Benelux-paviljoen de sessie in over het NDC Support Center. Daarbij waren ook afgevaardigden aanwezig uit Malawi en Marokko en van het NDC Partnership (waarvan VITO lid is sinds juli 2021). In het Colombiaanse paviljoen werd een ander project voorgesteld, een waarin VITO samenwerkt met de Wereldbank. 

Rol van matchmaker

VITO werkt nu al enkele jaren samen met de Wereldbank. Die samenwerking verloopt heel co-creatief, waarbij VITO altijd een beroep doet op lokale partners om het project in een coöperatief model te gieten. En die aanpak loont, getuige het feit dat de Wereldbank nu ook structureel een beroep op VITO doet voor klimaatgerelateerde projecten. ‘We zien dit als een mooie erkenning voor ons’, zegt Theunissen. ‘Ook omdat de Wereldbank natuurlijk een zeer gewaardeerde speler is in de minder ontwikkelde landen, die het hardst zullen te lijden hebben onder de gevolgen van de klimaatverandering. ’De connecties van VITO met stakeholders in minder ontwikkelde landen leveren intussen mooie resultaten op, ook voor Vlaanderen.

G-STIC Dubai

Tijdens G-STIC in Dubai speelde het NDC Support Center de rol van matchmaker tussen Vlaams minister-president Jan Jambon en de president van Malawi, Lazarus Chakwera. En op het door VITO georganiseerde duurzaamheidsevent waren ook tal van andere prominenten aanwezig, zoals Rashid Ali Abdallah, directeur van de energiecommissie van de Afrikaanse Unie, en Youssef Nassef, directeur van de afdeling klimaatadaptatie bij de Verenigde Naties. Ze waren er bovendien niet enkel als toeschouwers, integendeel. ‘De genoemde prominenten wilden maar wat graag de projecten mee voorstellen waarin we met hen hebben samengewerkt’, aldus Lenaerts.

Contact:
+32 14 33 54 36