Heel wat Kempense gezinnen maken gebruik van putwater voor drinkwatertoepassingen terwijl ze niet weten of dit water daarvoor geschikt is. Een analyse van 171 putwaterstalen toont nu aan dat meer dan de helft niet voldoet aan de drinkwaternormen, wat een gezondheidsrisico kan inhouden.
Resultaten van de 3xG studie – een gezondheidsstudie lopende in Dessel, Mol en Retie – toonden aan dat moeders die putwater gebruiken om te koken of de moestuin te besproeien hogere gehalten aan toxisch arseen in hun lichaam hadden. Daarom lanceerde Logo Kempen samen met veertien Kempense gemeenten[1] een campagne, genaamd “Steek je kop niet in ’t zand… weet jij welk grondwater uit je put komt?”. De campagne gebruikte een online tool om mensen die putwater gebruiken voor drinkwatertoepassingen (drinken, koken, vaat of hygiëne) te stimuleren een waterstaal te laten analyseren. 171 inwoners gingen daarop in en lieten een putwateranalyse uitvoeren door het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH).
Annelies De Decker van het PIH: “We stellen vast dat meer dan de helft (56,7%) van de geteste putwaters de drinkwaternormen overschreed voor minstens één parameter”. De meest voorkomende normafwijkingen waren een te lage pH en/of te hoge gehaltes aan ammonium (NH4), mangaan en ijzer. Ook voor heel wat gezondheidskundig belangrijke parameters werden er overschrijdingen van de norm gevonden (lood, E. coli, Enterococcen, nitriet (NO2), nitraat (NO3), arseen, cadmium).
“Het gebruik van putwater voor drinkwatertoepassingen dat voor één of meerdere parameters de drinkwaternormen overschrijdt kan een gezondheidsrisico inhouden” aldus Annelies De Decker. Wie dit putwater wil gebruiken om de auto te wassen, het toilet door te spoelen of het gazon te besproeien loopt geen gezondheidsrisico. Uit een bevraging onder de inwoners die hun putwater lieten testen, blijkt dat 54% van de deelnemers van wie het putwater minstens één normafwijking had, zich bewust is van dit verschil in toepassingen. Ze hebben op basis van de analyseresultaten of het advies uit de campagnetool hun putwatergebruik aangepast. Zo gebruiken deze inwoners het putwater bijvoorbeeld niet meer om te koken, maar wel om het gras te besproeien.
De bevraging toont ook een grote tevredenheid over de online tool en de uitvoering van de analyses. 81% van de deelnemers geeft daarnaast aan dat ze het putwater in de toekomst opnieuw zou laten testen. “Dit is belangrijk als je het water wil gebruiken om te drinken, te koken, de afwas te doen of te douchen. De kwaliteit van het putwater kan namelijk onderhevig zijn aan schommelingen”, aldus Ruth Lembrechts van Logo Kempen. “De campagne heeft heel wat Kempense inwoners bewust gemaakt van hun putwatergebruik. Dit toont het belang van sensibilisatie goed aan”, zegt Ruth Lembrechts.
Heb je vragen over putwater? Contacteer dan Ruth Lembrechts, de medisch milieukundige van Logo Kempen
via ruth@logokempen.be of op 014 44 08 34.
Wil je een analyse van jouw putwater? Contacteer dan het PIH via
www.provincieantwerpen.be of op 03 259 13 26.
Meer informatie over dit persbericht
Raadpleeg het rapport op www.studie3xg.be.
- Contacteer Ruth Lembrechts (Logo Kempen vzw) over de campagne:
ruth@logokempen.be , 014 44 08 34 - Contacteer Annelies De Decker (PIH) over de resultaten:
Annelies.DeDecker@provincieantwerpen.be , 03 259 12 64
Achtergrondinformatie 3xG-studie
3xG, wat staat voor Gezondheid – Gemeenten – Geboorten, is een gezondheidsopvolging die de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS) laat uitvoeren op vraag van de partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol). Een van de voorwaarden van de lokale partnerschappen om de oppervlaktebergingsinstallatie van laagradioactief, kortlevend afval in Dessel te aanvaarden, was immers een continue gezondheidsopvolging. Met het oog op gezondheidspreventie in de regio peilt de studie naar de impact van diverse milieueffecten en levensstijl, en worden tal van gezondheidsgegevens opgevolgd. 3xG startte in het voorjaar van 2010.
De studie wordt geleid door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en wordt uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit Antwerpen en het Provinciaal Instituut voor Hygiëne. Bij 301 kinderen en hun moeders onderzoeken de wetenschappers onder andere de blootstelling aan milieuvervuilende stoffen, zowel buitenshuis als binnenshuis. Ook de opname van chemische stoffen via voeding en het effect op de gezondheid maakt deel uit van de studie. Daarnaast bestuderen ze om de vijf jaar de ziekte- en sterftecijfers in de regio. De twee onderdelen van de studie moeten samen zorgen dat de gezondheid van al de inwoners van de regio goed bewaakt wordt.
Bloed- en urinestalen van alle deelnemers worden ook opgeslagen in een biobank. Als men in de toekomst een nieuwe vervuilende stof ontdekt, kan zo onderzocht worden hoelang die stof al aanwezig is in ons bloed en hoe ze met de tijd evolueert.