Textielconsumptie in Europa heeft gemiddeld de op drie na grootste impact op het milieu en het klimaat, na consumptie van voedsel, huisvesting en mobiliteit. In de aanloop naar de verwachte strategie van de Europese Unie (EU) voor duurzaam en circulair textiel heeft het Europees Milieuagentschap (EEA) twee briefings gepubliceerd over maatregelen om die impact te verminderen, onder meer op het gebruik van grondstoffen, de uitstoot van broeikasgassen en de vervuiling door microplastic. De onderliggende ETC/CE-rapporten zijn mee opgesteld door VITO.
De impact van textiel en de rol van ontwerp en circulaire businessmodellen
De EEA-briefing ‘Textiles and the environment: The role of design in Europe's circular economy' bevat geactualiseerde ramingen van de impact op milieu en klimaat van textiel gedurende de volledige levenscyclus.
Uit de briefing blijkt dat textiel, in vergelijking met andere consumptiecategorieën, in 2020 de op twee na hoogste druk op water en landgebruik veroorzaakte, en het op vier na hoogste gebruik van grondstoffen en broeikasgasemissies. Per gemiddelde persoon in de EU was voor textielconsumptie 9 kubieke meter water, 400 vierkante meter land en 391 kilogram (kg) grondstoffen nodig en werd een koolstofvoetafdruk van ongeveer 270 kg veroorzaakt. Het overgrote deel van het grondstofgebruik en de emissies vond plaats buiten Europa.
In de briefing wordt ook bekeken hoe circulaire businessmodellen en circulair ontwerp de negatieve effecten van textielproductie en -consumptie kunnen verminderen door de waarde van textiel te behouden, de levenscyclus ervan te verlengen en het gebruik van gerecycleerde materialen te vergroten. Dit vereist technische, sociale en bedrijfsinnovatie, ondersteund door beleid, onderwijs en veranderingen in consumentengedrag.
Een belangrijk aspect om de circulariteit van textielproducten te vergroten is het ontwerp ervan. Circulair ontwerp - zoals zorgvuldige materiaalkeuze, een tijdloze look of multifunctionaliteit van kledingstukken - kan langer gebruik en hergebruik van producten mogelijk maken, waardoor de levenscyclus van textiel wordt verlengd. Volgens de briefing van het EEA zouden een optimaal gebruik van grondstoffen en een vermindering van de emissies in de productiefase ook de negatieve gevolgen beperken, net als een betere inzameling, hergebruik en recyclage van afgedankt textiel.
Verminderen van microplasticvervuiling
Textiel is een belangrijke bron van microplasticvervuiling, vooral via afvalwater van wasbeurten, maar ook door productie, dragen en verwerken van kleding aan het einde van de levenscyclus. In de EEA-briefing ‘Microplastics from textiles: towards a circular economy for textiles in Europe’ wordt ingegaan op deze specifieke vorm van vervuiling en worden drie belangrijke preventiemaatregelen uitgelicht:
- duurzaam ontwerp en duurzame productie
- beheersing van emissies tijdens het gebruik
- verbeterde verwerking aan het einde van de levensduur.
Volgens de briefing van het EEA zou de verontreiniging bijvoorbeeld kunnen worden verminderd door alternatieve productieprocessen te gebruiken en kledingstukken op de productielocaties voor te wassen met een goede filtering van het afvalwater. Andere veelbelovende maatregelen die kunnen worden ingevoerd of opgeschaald, zijn onder meer de integratie van filters in huishoudelijke wasmachines, de ontwikkeling van mildere wasmiddelen en in het algemeen een betere verzorging van kledingstukken. Ten slotte zouden het inzamelen van textielafval en de behandeling en het beheer van afvalwater de lekkage naar het milieu verder verminderen.
Meer informatie
Beide EEA-briefings zijn een samenvatting van meer gedetailleerde technische rapporten van het door VITO gecoördineerde European Topic Centre on Waste and Materials in a Green Economy (ETC/WMGE) van het EEA:
- Textiles and the environment: The role of design in Europe's circular economy
- Microplastic pollution from textile consumption in Europe