Jaarlijks wordt wereldwijd voor zo’n 499 miljard dollar (of 410 miljard euro) aan cosmeticaproducten gebruikt. Dat blijkt uit cijfers van het Franse Cosmetic Valley, de grootste overkoepelende organisatie van cosmeticaproducenten. Uit die gegevens blijkt echter ook dat de consument steeds meer op zoek gaat naar duurzame producten. InTiCosm, een Interreg-project waar Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk in samenwerken, gaat op zoek naar biologische vervangers voor ingrediënten op basis van petroleum. Grondstoffen die niet alleen veel duurzamer zijn, maar die ook in Europa beschikbaar zijn.

Mol - De Europeaan verzorgt zijn lichaam goed. Jaarlijks gaat er voor 68 miljard euro aan producten voor lichaamsverzorging over de toonbank. Huidverzorging en toiletartikelen staan op de eerste plaats, gevolgd door reukwaren, haarverzorging en strikte cosmetica. “Maar we merken dat de Europese klant heel bewust gaat kiezen voor duurzaamheid”, zegt Amandine Goubert, directeur R&D van het Franse Cosmetic Valley bij de voorstelling van het InTiCosm-project. Dat vertaalt zich meteen naar de producten die op de markt komen. Dierenproeven zijn al langer verboden, maar vooral plasticvrije verpakking en plantgebaseerde producten veroveren in sneltempo de markt.

“Wij merken dat de Covid-19-pandemie dit proces heeft versneld”, verduidelijkt Amandine Goubert. “De klant wil inzage hebben in alle ingrediënten van een product, kijkt naar de verpakking en heeft oog voor het duurzame. Die keuze heeft een invloed op de manier waarop verzorgingsproducten samengesteld, geproduceerd en verkocht worden.”

Biologische moleculen zijn massaal voorhanden

Het InTiCosm-project startte nog voor de pandemie en wil componenten van biologische oorsprong ontwikkelen en toepassen in cosmetica. Het gaat daarbij niet alleen om het zoeken naar alternatieven die de consument aanvaardt, maar het gaat er ook om dat die innovatie kostenefficiënt moet zijn. De grondstoffen die in dit project worden onderzocht, zijn afkomstig van bioraffinaderijen uit de Frans-Belgische regio.

Bij de huidige productie van schoonheidsproducten wordt gebruik gemaakt van ingrediënten op basis van petroleum. Deze worden niet alleen steeds schaarser, maar moeten ook ingevoerd worden. Biologische moleculen zijn massaal voorhanden, ook in onze regio’s. Het Vlaamse onderzoekscentrum VITO zal, samen met de UGent en UReims, onderzoeken hoe biologische ‘dragers’ kunnen gemaakt worden zodat ze bepaalde cosmetische stoffen alleen vrij laten als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan: een bepaalde lichaamstemperatuur bijvoorbeeld. De universiteiten van Rijsel en Luik zullen dan weer samen nagaan welke biologische stoffen aan alle eisen voldoen én veilig zijn om te gebruiken in cosmetische producten. Finaal zullen VITO en CerTech de resultaten van al die processen opschalen en ervoor zorgen dat ze ook in grotere volumes kunnen worden uitgevoerd.

Voor de industrie is het vooral belangrijk dat er een afzetmarkt is voor dit soort innovatieve producten en dat die producten even doeltreffend zijn als cosmetica waar petroleumafgeleiden in zitten. “Maar er is ook de realiteit van de groeiende markten”, zegt Amandine Goubert. “We zien hoe de interesse van vooral China, Japan en Brazilië in deze biogebaseerde producten jaar na jaar steil omhoog gaat. Westerse cosmeticabedrijven zijn vragende partij voor biologische producten, maar de manier waarop China deze producten zal verwelkomen, zal uiteindelijk bepalen of die producenten massaal op die biologische markt springen.”

Over InTiCosm

Dat het Interreg-project Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk overspant, is geen toeval. Deze regio heeft immers een bloeiende bio-industrie, gekenmerkt door een stevig uitgebouwde en goed verankerde cosmeticasector. Deze moleculen zijn hoofdzakelijk afkomstig van bioraffinaderijen uit de Frans-Belgische regio. Zo hebben we de bioraffinaderijen van Pomacle-Bazancourt in de buurt van Reims (overigens de grootste van Europa) en het Waalse BioWanze, de grootste producent van bio-ethanol van België. Tijdens de synthese van deze dragers worden de principes van de groene chemie maximaal gerespecteerd. De partners van InTiCosm doen dat door het gebruik van enzymen en groene solventen te stimuleren en het aantal synthese stappen in het productieproces te beperken.

Meer informatie over het project vindt u hier en op de Europese projectpagina www.inticosm.eu.

Alles over de partners van het Interreg-project InTiCosm

Tien partners uit Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk dragen dit project, onder leiding van de universiteit van Reims (Fr). Voor Vlaanderen zijn VITO, de UGent en Catalisti betrokken. Voor Wallonië zijn dat CerTech, ULiège en GreenWin,. Frankrijk neemt deel met de universiteiten van Reims en Rijsel, Accustica en de pôle IAR.

logo interreg inticosm
logos inticosm project partners
Contact:
+32 14 33 56 90
Contact:
+32 14 33 57 41