U hebt het ongetwijfeld al gehoord of neemt misschien zelf actief deel, deze maand is het MeiPlasticvrij. Een campagne die voor de 2de keer opgezet is om iedereen bewust te maken van de impact van ons gebruik van plastic op het milieu. Plastic zwerfvuil krijgt momenteel enorm veel aandacht, maar hoe groot is het probleem, wat is de toestand in Vlaanderen en nog veel belangrijker, wat kunnen we eraan doen?

Plastic, een wonderproduct?

Plastic is hét wonderproduct uit de 20ste eeuw. Ondertussen een dikke eeuw na de ontdekking van het eerste synthetische plastic in 1907 weten we wel beter. Jaarlijks komt er naar schatting 4,8 tot 12,7 miljoen ton plastic afval in zee terecht (Jambeck et al., 2015). Dit samen met de zeer trage afbraak van plastic zorgen voor een geleidelijke toename van het plastic in zee en op het strand. Plastic zwerfvuil heeft niet alleen een grote negatieve impact op het zeeleven maar gaat ook gepaard met economische verliezen wereldwijd.

Cover LIFE magazine "Throwaway Living" 1955 - © Peter Stackpole

Gelukkig staan oceaanonderzoek, duurzame ontwikkeling en marien zwerfvuil vandaag hoog op de politieke agenda. Eén van de Sustainable Development Goals (SDG 14, Life Below Water) handelt dan ook specifiek over de oceanen waarbij het één van de doelstellingen is om alle vormen van mariene verontreiniging te voorkomen en/of aanzienlijk te verminderen tegen 2025, met inbegrip van marien zwerfvuil.

Plastic zwerfvuil in Vlaanderen

Marien zwerfvuil vinden we in alle zeeën en oceanen, zelfs in de meest afgelegen gebieden ver verwijderd van menselijk contact. Ook in Vlaanderen is het noodzakelijk dat we de aanwezigheid, instroom en impact van (marien) zwerfvuil en microplastics in onze Vlaamse wateren en kustgebieden bestuderen en aanpakken. De beleidsinformerende nota van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) bundelt alvast de wetenschappelijke kennis over zwerfvuil in Vlaanderen, en brengt daarnaast het onderzoekslandschap en de onderzoeksnoden in kaart (Devriese en Janssen, 2019).

Studies tonen ons dat op de zeebodem van het Belgisch deel van de Noordzee gemiddeld 126 items zwerfvuil per km² worden aangetroffen. In de kustzone bestaat meer dan 90% van het afval op de zeebodem uit plastic. Ook op het strand bestaat het overgrote deel (80%) van het zwerfvuil uit plastic. Op de Vlaamse stranden worden gemiddeld 137 items zwerfvuil per 100 meter vloedlijn genoteerd (Belgische Staat, 2018). Maar ook microscopisch kleine plastic stukjes, de microplastics, zijn abundant aanwezig in onze wateren. Zo werden in het sediment van de Schelde tot 50.000 microplastics per kg sediment aangetroffen (Van Cauwenberghe, 2015).

Plastic afval in zee kan, o.a. door verstikking of verstrikking, leiden tot de dood van talrijke zeedieren zoals walvissen, zeevogels en zeehonden. Microplastics worden opgenomen door een zeer brede waaier aan organismen en kunnen zelfs via het (zee)voedsel op ons bord terecht komen. Momenteel bestaan er nog geen voedingsnormen voor microplastics, en zijn niet genoeg wetenschappelijke gegevens beschikbaar om de risico’s voor de volksgezondheid in te schatten.

Tijd voor actie!

Globaal gezien blijft de plasticproductie jaarlijks toenemen. Sinds 2011 stijgt de plasticproductie met ongeveer 11,5 miljoen ton per jaar (globale productie: 348 miljoen ton in 2017) (Devriese en Janssen, 2019). In Europa is de jaarlijkse productie sinds 2011 stabiel rond de 60 miljoen ton, met een stijging tot 64,4 miljoen ton in 2017 (PlasticsEurope, 2018). De aanwezigheid van plastic in het milieu is dan ook een symptoom van ons buitensporig en verkeerd gebruik van dit zeer persistente materiaal.

In het kader van de nieuwe Europese Plastic Strategie stelde de Europese Commissie recent nog nieuwe regels voor die het gebruik van wegwerpplastic sterk moeten verminderen. Ook de Openbare Vlaamse Afval Maatschappij (OVAM) heeft een Vlaams actieplan opgesteld met maatregelen om marien zwerfvuil aan te pakken (OVAM, 2017). Op federaal niveau lanceerde de Minister voor de Noordzee ook een actieplan om marien zwerfvuil te bestrijden, een stap in de richting van een totaalaanpak (De Backer, 2017).

Vlaanderen zet sterk in op Blauwe Innovatie, onder andere via de Blauwe Cluster, de zesde speerpuntcluster in Vlaanderen. Eén van de domeinen behandelt ‘oceaanvervuiling en afvaloplossingen’, waarbij de Blauwe Cluster zich concentreert op de detectie, monitoring en verwijdering van afval uit het marien milieu.

Remote sensing als objectief meetinstrument

Uit de beleidsinformerende nota van VLIZ  (Devriese en Janssen, 2019) blijkt dat er een grote nood is aan gebruiksvriendelijke monitoringsprogramma's in zowel het marien milieu als de Belgische waterlopen om de bronnen, de aanwezigheid, het gedrag en de transportroutes van zwerfvuil beter in kaart  brengen.

Om de huidige situatie duidelijk in kaart te brengen is er dus een grote nood aan innovatieve en kostenefficiënte technologieën waaronder ook automatische monitoringssystemen (bv. multi-platforms met sensoren) voor de opvolging van plastic vervuiling in aquatische milieus. Hiervoor bundelen de onderzoekers van Vlaamse universiteiten, het VLIZ en het VITO momenteel de krachten om samen met de industrie dit kennishiaat aan te pakken en innovatieve oplossingen voor te stellen. Aardobservatiedata en remote sensing worden hierin perfect ingezet als niet verstorende detectiemethode voor drijvend plastic zwerfvuil, zowel in rivieren als havens en kustgebieden.

Het inzetten van automatische monitoringssystemen zullen bijdragen aan het huidige kennishiaat over de plastic accumulatiegebieden en de plastic flux. Deze kennis is cruciaal om in de toekomst efficiënte maatregelen te nemen tegen plastic zwerfvuil.

Lisa Devriese (VLIZ)

Contact:
+32 14 33 68 64