VITO op COP30: Wat is er veranderd – en waarom is dat belangrijk?

COP30 in Bélem was geen business as usual. Tien jaar na het Akkoord van Parijs was de centrale vraag niet langer wat er moest gebeuren, maar hoe snel ambitie in actie kon worden omgezet.

De context was uitdagend: geopolitieke spanningen, toenemende klimaateffecten en een groeiende urgentie voor meetbare resultaten. De verwachtingen waren hooggespannen. En hoewel niet alle moeilijke beslissingen werden genomen, boekte COP30 zinvolle vooruitgang, met name op het gebied van aanpassing, gezondheid, natuur- en klimaatfinanciering en energietransities.

Wat betekent dit in de praktijk voor beleidsmakers, bedrijven en investeerders? En waar past VITO in dit plaatje?

COP30 Belem
Nieuwsbericht Griet Pinsart 10 december 2025

COP30: wat is er echt veranderd? 

Klimaataanpassing neemt het voortouw

COP30 boekte de grootste vooruitgang op het gebied van klimaataanpassing. Landen spraken af om de wereldwijde financiering voor aanpassing tegen 2035 te verdrievoudigen en keurden 59 indicatoren goed om de vooruitgang in veerkracht te meten. Die bestrijken onder meer het terugdringen van klimaatrisico’s, vroegtijdige waarschuwingssystemen, weerbaarheid in de gezondheidszorg en de zekerheid van water, voedsel en goed bestuur.

Overheden krijgen zo een duidelijke, vergelijkbare en praktische manier om te meten wat werkt — en om engagementen om te zetten in concrete, meetbare resultaten.

Gezondheid komt centraal te staan

Het Belém Health Action Plan (BHAP) is het eerste wereldwijde kader dat zich specifiek richt op klimaatgerelateerde gezondheidsrisico’s. Het voorziet in monitoring van klimaat en gezondheid, versterkt de paraatheid van zorgstelsels en stimuleert innovatie voor klimaatbestendige zorg. Belangrijke focusgebieden zijn hittegolven, door insecten of andere vectoren overgedragen ziekten, luchtkwaliteit en klimaatgerelateerde risico’s voor voedsel en water.

Ter ondersteuning van deze maatregelen hebben 35 filantropische organisaties 300 miljoen dollar toegezegd. Gezondheid is daarmee niet langer een bijzaak, maar een centrale pijler van het klimaatbeleid geworden.

Een nieuwe impuls voor de financiering van klimaatmaatregelen

De Baku-Belém Climate Finance Roadmap streeft ernaar om tegen 2030 jaarlijks 1,3 biljoen dollar te mobiliseren voor klimaatmaatregelen in ontwikkelingslanden. De routekaart vergroot het draagvlak door ook opkomende economieën met hoge uitstoot erbij te betrekken en stelt hervormingen van financiële instellingen voor om financieringskosten te verlagen.

Daarnaast stimuleert de routekaart gemengde financiering, sterkere projectpijplijnen en risicobeperkende mechanismen om particuliere investeringen aan te trekken. Voor landen die kwetsbaar zijn voor klimaatschokken worden ook schuldbeschermingsmaatregelen ingevoerd.

Hoewel dit politiek gevoelig ligt, vormt het een concrete stap richting de langverwachte hervorming van het wereldwijde financiële stelsel.

Bossen, natuur en bio-economie

Met het Amazonegebied als gastheer van COP30 stonden bossen en biodiversiteit centraal in de gesprekken. Landen lanceerden het Amazon Resilience Partnership en spraken af om transparanter te rapporteren over natuurgebaseerde oplossingen en natuurpositieve effecten in hun nationale klimaatactieplannen (NDC's).

Hoewel er geen wereldwijde overeenkomst werd gesloten om ontbossing te stoppen, groeide het momentum voor regeneratieve landbouw, door inheemse volkeren geleide natuurbehoudsprojecten en circulaire bio-economische benaderingen. Duurzame biomassa en betere ruimtelijke planning werden erkend als cruciaal voor zowel het terugdringen van emissies als het versterken van veerkracht. Voor het eerst stond de natuur zo prominent in de klimaatdiscussies van de COP.

Energietransitie en rechtvaardige transitiepaden

COP30 bevestigde opnieuw de wereldwijde ambitie om de capaciteit voor hernieuwbare energie tegen 2030 te verdrievoudigen en de energie-efficiëntie te verdubbelen. Onderhandelaars spraken af dat landen nationale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten ontwikkelen, zodat de sociale, economische en regionale gevolgen van de energietransitie goed worden opgevangen.

De overeenkomst legt de nadruk op een “ordelijke en rechtvaardige” transitie, met specifieke steun voor regio’s die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Hoewel er geen wereldwijde afspraak over de uitfasering van fossiele brandstoffen werd bereikt, groeit de invloed van de coalitie die strengere maatregelen bepleit, sterker dan ooit.

Naar ambitieuzere en meetbare klimaatplannen

De landen werden aangemoedigd om ambitieuzere en meetbare klimaatactieplannen (NDC's) in te dienen. De bijgewerkte richtlijnen vragen hen om mitigatie, adaptatie en financiering te integreren in één helder plan, met wetenschappelijk onderbouwde indicatoren, sectorspecifieke trajecten en concrete uitvoeringsstappen.

Daarnaast moeten landen hun doelstellingen voor 2030 en 2035 afstemmen op hun langetermijnklimaatstrategieën.

Deze aanpassingen maken klimaatverplichtingen verantwoordelijker, transparanter en beter vergelijkbaar, waardoor beloften worden omgezet in concrete, meetbare acties.

Wat COP30 niet heeft opgeleverd

Ondanks belangrijke vooruitgang heeft COP30 op enkele cruciale punten niet aan de verwachtingen voldaan. Er is geen wereldwijde overeenkomst bereikt voor de uitfasering van fossiele brandstoffen, en het blijft onduidelijk wie de kosten draagt en hoe de fondsen de meest kwetsbare gemeenschappen zullen bereiken.

Sterkere toezeggingen voor de bescherming van het Amazonegebied ontbraken, en ook de vooruitgang rond het Loss & Damage Fund, bedoeld om landen te helpen die door klimaatrampen zijn getroffen, bleef beperkt.

Deze lacunes maken één ding duidelijk: hoewel de ambitie groeit, blijven de dringende maatregelen die dit decennium nodig zijn nog steeds achter.

Wat COP30 betekent voor VITO

COP30 biedt VITO nieuwe kansen om overheden, regio’s en organisaties te ondersteunen bij het vertalen van wereldwijde klimaatverplichtingen naar concrete acties. De nadruk op aanpassing, gezondheid en natuurgebaseerde oplossingen sluit perfect aan bij VITO’s expertise op het gebied van klimaatrisicomodellering, milieu-informatie, digitale tweelingen en het creëren van gezondere leefomgevingen.

De nieuwe klimaat-gezondheidskaders en aanpassingsindicatoren benadrukken de noodzaak van sterke datasystemen, vroegtijdige waarschuwingsinstrumenten en geïntegreerde monitoring – gebieden waarin VITO al toonaangevend is. Tegelijkertijd laat de uitgebreide routekaart voor klimaatfinanciering zien hoe belangrijk solide projectpijplijnen, haalbaarheidsstudies en innovatie-ecosystemen zijn, wat VITO’s rol als betrouwbare partner voor beleidsmakers, industrie en investeerders versterkt.

Nu landen streven naar ambitieuzere en meetbare klimaatactieplannen (NDC’s), worden VITO’s scenariomodellering, systeemanalyse en geïntegreerde planningstools cruciaal voor transparante en wetenschappelijk onderbouwde besluitvorming.

Kortom, COP30 bevestigt de weg vooruit: de toekomst van klimaatactie hangt af van implementatie, aanpassing en innovatie-ecosystemen – precies de terreinen waarop VITO meetbare impact levert.

VITO op COP30: partnerschappen opbouwen en innovatie stimuleren

Naast de formele onderhandelingen liet COP30 zien hoe belangrijk het maatschappelijk middenveld, de industrie en onderzoeksorganisaties zijn bij het vormgeven van toezeggingen en het omzetten van ambities in concrete acties.

Ook al was VITO met een kleinere delegatie aanwezig, de focus was glashelder: partnerschappen opbouwen, oplossingen tonen en de implementatie versnellen.

Pre-COP-evenement België-Brazilië over bio-economie

In de aanloop naar de top organiseerde VITO samen met partners zoals VIB, Firjan/SENAI, FIT en hub.brussels een Belgisch-Braziliaans bio-economie-evenement in Rio. Meer dan 35 experts onderzochten hoe bio-economie klimaatmitigatie, inclusieve ontwikkeling en circulaire waardecreatie kan stimuleren. De discussies gingen onder meer over:

  • klimaatneutrale biogebaseerde productie
  • circulaire en systemische waardeketens
  • door de gemeenschap geleide bosbouw en agrobosbouw
  • bioraffinaderijen en innovatiehubs
  • financieringsmechanismen voor duurzame biomassa

Het evenement vertaalde de prioriteiten van COP30 – natuurpositieve oplossingen, regeneratieve systemen, circulariteit en klimaatgerichte ontwikkeling – naar concrete samenwerkingsverbanden. 

Strategische betrokkenheid en wetenschapsdiplomatie

Maarten Pelgrims vertegenwoordigde VITO tijdens COP30 en versterkte de samenwerking tussen ministeries, onderzoeksinstellingen, ontwikkelingsorganisaties en klimaatfinancieringsinstellingen. Hiermee legde hij de basis voor toekomstige samenwerking op het gebied van aanpassing, circulariteit en duurzaamheidstransities. 

De missie van G-STIC bevorderen

COP30 versterkte ook het momentum voor G-STIC als platform dat technologie, beleid en implementatie met elkaar verbindt. Tijdens bilaterale bijeenkomsten werd gewezen op mogelijkheden om de inzet van technologie op te schalen, capaciteitsopbouw te versterken en financiering te mobiliseren voor impactgerichte klimaatoplossingen.

Dietrich Van der Weken, vertegenwoordiger van G-STIC, had bilaterale gesprekken met het UNFCCC, CTCN en IDRC, waarbij hij de mogelijkheden benadrukte voor G-STIC om directer bij te dragen aan technologische implementaties en capaciteitsopbouw. Gesprekken met WIPO GREEN, GGGI en Fiocruz versterkten de gezamenlijke toewijding aan collaboratieve innovatie en kennispartnerschappen. De contacten met IKI, de Mitigation Action Facility en het Adaptation Fund onderstreepten duidelijke wegen voor het mobiliseren van financiering voor schaalbare, impactgerichte oplossingen. Ondertussen bevestigden de besprekingen met SDSN, GeSI, de International Science Council en het Belmont Forum opnieuw het belang van wetenschappelijk onderbouwde besluitvorming en samenwerking tussen meerdere belanghebbenden.

De aanwezigheid van VITO was niet alleen symbolisch: het toonde aan hoe een onderzoeks- en innovatieorganisatie wetenschap kan omzetten in bruikbare oplossingen, belanghebbenden uit verschillende sectoren met elkaar in contact kan brengen en ervoor kan zorgen dat mondiale ambities leiden tot meetbare resultaten.

Vooruitblik: wetenschappelijk onderbouwd leiderschap voor impact in de praktijk

COP30 benadrukte het belang van het terugdringen van emissies, van het verminderen van koolstof in industrie en energiesystemen tot het versnellen van het gebruik van hernieuwbare energie en het opschalen van technologieën die koolstof uit de atmosfeer verwijderen.

Wetenschap, technologie en innovatie zullen bepalen hoe snel de wereld klimaatneutraliteit bereikt.

COP31, dat plaatsvindt in Antalya, Turkije, krijgt een unieke bestuursstructuur: Turkije fungeert als officieel COP-voorzitterschap, terwijl Australië het onderhandelingsproces leidt. Deze dubbele aanpak stelt Turkije in staat de politieke koers, regionale prioriteiten en algemene actieagenda te bepalen, terwijl Australië het technische en diplomatieke werk voor en tijdens de top coördineert.

De eerste signalen wijzen op een drukke agenda, waaronder de uitvoering van de nieuwe routekaart voor klimaatfinanciering na 2035, de bevordering van de wereldwijde aanpassingsdoelstelling met duidelijkere nationale plannen, de versnelling van natuurpositieve initiatieven op land en zee, en de afronding van nieuwe samenwerkingsverbanden in het kader van artikel 6, die nog steeds openstaan.

In deze veranderende context is het cruciaal dat toonaangevende onderzoeks- en innovatieorganisaties, zoals VITO, betrokken blijven bij het COP-proces. Tijdens deze bijeenkomsten worden wetenschappelijk bewijs, technologische oplossingen en implementatiepartnerschappen ontwikkeld. Door betrokken te blijven, wordt gewaarborgd dat beleidsbeslissingen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde inzichten en dat mondiale toezeggingen worden omgezet in concrete acties.

Contactpersoon