Elk jaar wordt er in de Vlaamse wegbermen en natuurdomeinen naar schatting 427 000 ton gras gemaaid. Vandaag wordt dit gras veelal gecomposteerd, daarnaast blijft een deel liggen op de plek waar het gemaaid wordt. Het zou echter ook gebruikt kunnen worden als bouwsteen voor verschillende producten zoals isolatiemateriaal, meststof, biogas of papier. Transport en logistiek vormen daarbij een belangrijk deel van het kostenplaatje – van circa 45-70 €/ton. De onderzoekers van VITO zochten in opdracht van het Vlaamse Steunpunt Circulaire Economie uit hoe dit gras in verschillende scenario’s optimaal gemobiliseerd kan worden naar onze circulaire economie.
Gras: van berm tot product
Om de beste mobilisatiestrategie voor het gebruik van gras te selecteren, werd het MooV optimalisatiemodel ingezet. MooV onderzoekt hoe gras maximaal gemobiliseerd kan worden aan een zo laag mogelijke logistieke kost. Op basis van wegtypologie werd een kaart opgemaakt voor heel Vlaanderen met een inschatting van de wegbermlocaties. De graskaart toont de locatie van circa 15 000 ha natuurgrasland en 15 000 ha graswegbermen. Vanuit elke locatie werd de logistieke kost in rekening gebracht, van het maaien over opslag tot finale verwerking. Daarbij werd ook gekeken naar het risico op zwerfvuil of vervuiling van het gras. Het gras uit natuurdomeinen (165 000 ton per jaar) heeft een lager risico op vervuiling met o.a. zwerfvuil en is daarmee makkelijker inzetbaar voor hoogwaardigere biomaterialen zoals isolatiematerialen of composietmaterialen op basis van grasvezels. Gras van gemeente- en snelwegen (262 000 ton per jaar) is vaak van lagere kwaliteit waardoor opschoning noodzakelijk wordt.
Gras in plaats van fossiele materialen
De bijdrage van gras aan de circulaire economie hangt af van welk product uiteindelijk geproduceerd kan worden en welk oorspronkelijk product dit zal vervangen. Zo kan de productie van biomaterialen de productie van fossiele materialen vervangen. Ook compost op basis van gras kan gebruikt worden in plaats van traditionele meststoffen. Momenteel wordt er naar schatting van de potentiële 427 000 ton gras, maar 177 000 ton gras gebruikt. Er is dus 250 000 ton gras dat extra gevaloriseerd kan worden. Er is dus genoeg gras aanwezig in Vlaanderen om én nieuwe biomaterialen te maken én de huidige toepassingen zoals compostering te behouden.
Minister van Innovatie Jo Brouns: ‘Met Vlaanderen zetten we in op de biogebaseerde bio-economie, om uit biomassa nieuwe hoogwaardige producten te maken zoals bio-afbreekbare plastic of andere biomaterialen zodat we minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen. De studie toont nu mooi aan dat de grote hoeveelheid van gemaaid gras een potentieel kan zijn voor de Vlaamse plannen rond bio-economie.’
‘In een circulaire economie bestaat afval niet. Daarin wordt al ons afval een bouwsteen voor nieuwe producten. Deze studie toont aan dat zelfs met gras, dat we nagenoeg eindeloos voorradig hebben, producten kunnen maken. Daardoor worden we minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en materialen die we moeten invoeren uit het buitenland. Een winst voor onze portemonnee en voor het klimaat’, zegt Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir.
Over het Steunpunt Circulaire Economie
Het Steunpunt Circulaire Economie verenigt onderzoekers van de KU Leuven, UAntwerpen, UGent en VITO en voert beleidsondersteunend onderzoek uit gefinancierd vanuit OVAM en EWI. De belangrijkste doelstellingen van het steunpunt zijn het meten en in kaart brengen van de transitie naar een circulaire economie en het analyseren van beleidsinstrumenten en -strategieën die aan de transitie bijdragen evenals de impact van nieuwe trends hierop. De publicaties en resultaten van het onderzoek zijn terug te vinden via ce-center.be.
Kanaal Z bracht een reportage over het onderzoek incl. interview met Ruben Guisson van VITO, hieronder te bekijken.