Chemie

Chitosan, een wondermiddel uit afval van paddenstoelen

Wat er na een champignonoogst achterblijft – de zogenaamde voetjes – kan perfect gebruikt worden als bio-actieve stof. Dat is niet alleen goed nieuws voor de champignonkwekers omdat ze daardoor hun ‘afval’ – of beter reststroom – kunnen valoriseren en veel meer circulair kunnen gaan werken, maar dat is ook goed nieuws voor bijvoorbeeld bedrijven die medische hulpmiddelen – zoals bloedstelpende verbanden – produceren. De chitine die zich in deze nevenstromen bevindt, is lokaal beschikbaar, maar is bovendien niet van dierlijke oorsprong waardoor allergische reacties bij patiënten worden vermeden. Dat allemaal kwam aan bod in het eindrapport van CHampITINE. In dit project onderzochten VITO en Inagro in samenwerking met stakeholders uit de paddenstoelensector of chitine en/of chitosan ingezet kunnen worden als bioactieve componenten.

Nieuwsbericht 20 December 2022

Wat is chitosan?

Chitine vinden we vooral terug in de harde delen van bijna alle weekdieren, kreeftachtigen en insecten, maar ook in algen en … fungi, of paddenstoelen. Einde 19de eeuw drong de meerwaarde van de afgeleide van chitine – chitosan -  ook in het Westen door waar het wordt gebruikt in veevoeder, chemie, de agro-industrie,  cosmetica en farmaceutische producten. Het heeft dan ook zeer interessante eigenschappen: het is antibacterieel, antioxiderend, ontstekingsremmend, hydraterend, UV-afstotend, het kan een eetbare, beschermende film vormen en nog veel meer…

Planten die behandeld worden met chitosan, groeien opvallend sneller en aardbeienplanten die besproeid worden met een oplossing met chitosan zijn veel resistenter tegen ziektes en geven mooiere vruchten. In de beauty-rekken vinden we chitosan vooral in cosmetische producten zoals haargel. Door deze kwaliteiten is er steeds meer vraag naar chitosan. Zo zou die volgend jaar de kaap van 110.000 megaton per jaar overschrijden, op dit moment vooral voor verzorgingsproducten.

Levensreddend

Chitosan heeft echter ook een bijzondere meerwaarde in de geneeskunde. Nooit was er meer vraag naar chitosanverbanden dan sedert de oorlog in Oekraïne begonnen is. “De bloedstelpende werking van chitosan in verbanden zorgt ervoor dat levensbedreigende bloedingen in een paar minuten kunnen gestelpt worden”, vertelt Dominiek Viaene van Protex Healthcare. “Toch is er een probleem: het wordt vooral vervaardigd in het Verre Oosten en de VS, wat ons afhankelijk maakt, én het is bijna allemaal van dierlijke oorsprong. Zeg maar: van garnalen, krabben en kreeften. Als je dit bij een patiënt gebruikt die een schaaldierallergie heeft, is de patiënt verloren.”

CHampITINE-project krijgt vervolg

De nood aan chitosan van niet-dierlijke oorsprong die ook lokaal wordt geproduceerd, is dus groot. En dan komt het CHampITINE-project op de voorgrond. In dit project werd gekeken naar de mogelijkheden van het winnen van chitine uit paddenstoelen-nevenstromen. Dat wil zeggen: uit het restafval van de paddenstoelenoogst. De Vlaamse paddenstoelenkwekers zijn goed voor zo’n 23.000 ton paddenstoelen per jaar en dat zorgt voor 1.800 tot 5.500 ton nevenstroom die kan dienen als basis voor chitosan. De kastanjechampignon, de oesterzwam en de witte champignon hebben veel te bieden. De Vlaamse paddenstoelenkwekers verleenden dan ook enthousiast hun medewerking aan dit project.

“Het CHampITINE-project is er niet alleen in geslaagd om uit de nevenstroom van champignons chitosan te halen, maar heeft ook het potentieel van het Vlaamse champignonaanbod in beeld gebracht en met alle partijen bekeken of en hoe Vlaamse champignontelers hun nevenstroom kunnen inzetten in de lokale productie van chitosan”, zegt Leen Bastiaens, projectverantwoordelijke bij VITO.

Het werk is nog niet af, maar ook de Vlaamse overheid beseft het potentieel ervan. Daarom heeft ze besloten om het VALORCHAMP-project te steunen binnen de Vlaanderen circulaire call. Daarin zal verder bekeken worden hoe paddenstoelenresten kunnen opgewaardeerd worden als ingrediënten voor voeding (spreads, smaakversterkers, proteïnebronnen) en bioactieve componenten.