‘Samen evolueren we naar een duurzame maatschappij’, luidt het vaste motto van VITO. Maar hoe doen we dat juist? En wie is ‘we’ eigenlijk? Bij VITO Remote Sensing rijpte de afgelopen jaren een nieuwe visie op de duurzaamheidstransitie. ‘Data-driven’ is daarin een kernbegrip – of ‘geo-intelligence’, om de nadruk op remote sensing-data te leggen. In de visie worden data en een gepast gebruik ervan stevig ingebed in het socio-economische weefsel. Dit gebeurt met de uitbouw van een nieuwe structuur, een heuse geo-intelligencehub. VITO kan dat niet alleen, maar neemt nu wel de handschoen op. Want de tijd is rijp: de data en de technologie zijn beschikbaar.

De transitie naar een duurzame samenleving en economie vergt een omslag in hoe deze worden aangedreven. Zeker in de economie ligt de nadruk vandaag op winstmaximalisatie, waardoor niet of te weinig rekening wordt gehouden met negatieve gevolgen, voor mens en dier, voor milieu en klimaat. Die negatieve impact moet worden verkleind. In plaats van primeren moet de economie meer in evenwicht komen met de noden en wensen van de samenleving, en met de draagkracht van onze planeet. Er is, kortom, een duurzame balans nodig tussen people, planet en profit (PPP), waarbij alle drie baat hebben.

Het is de stip aan de horizon van de duurzaamheidstransitie. Hoe we daar geraken? Niet door de klok terug te draaien en welvaart en comfort in te leveren. En ook niet door de vooruitgang te stoppen. Integendeel, er moet volop worden ingezet op innovatieve oplossingen. Innovatie bezorgt immers aan alle betrokken in het PPP-model de middelen en de informatie om hun verantwoordelijkheid te nemen en om dat noodzakelijke duurzame evenwicht mee te realiseren.

Doordat het elke dag via innovatie timmert aan een meer duurzame economie en samenleving, heeft VITO een uitstekend zicht op de duurzaamheidstransitie. Geïnspireerd door technologische en socio-economische evoluties ontwikkelde het daarom een visie over een te volgen strategie. Die is concreet en helder. De duurzaamheidsbalans wordt in evenwicht gebracht door in het PPP-model zo veel en zo breed als het kan gebruik te maken van objectieve en betrouwbare data. De economie en de samenleving worden als het ware doordrongen van deze data, waarbij het delen van gegevens (data sharing) en data-driven beslissingen en beleid de norm worden.

Deze visie is ontstaan binnen de VITO-afdeling Remote Sensing. Het werkdomein van de afdeling kent de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling in de vorm van de zogeheten low orbit-revolutie. In de ruimtevaart is de lage aardbaan helemaal ‘open for business’: het ontwikkelen en exploiteren van satellieten is geen voorrecht meer voor overheden, ook bedrijven kunnen er hun innovatieve ideeën ten volle ontplooien. Al die low orbit-activiteit zorgt voor een gigantische toename aan data, vooral waarnemingsgegevens. Tegelijkertijd zijn ook de technologie en de kennis om deze data te capteren, te analyseren, te verwerken en op te slaan er enorm op vooruitgegaan. De data en de technologie en expertise voor de verwerking ervan, zijn er dus. Het zijn de informatie en de middelen van hierboven, en het zijn tevens de basisingrediënten van de visie van VITO. Weer vanuit de ruimte-invalshoek kreeg die volgende werktitel mee: ‘geo-intelligence’.

Weerapps

Dat de uitbouw van een GIH ruime, hechte samenwerking vergt, over de grenzen van domeinen en disciplines heen, is geen zwakte maar juist een sterkte. Het maakt bijvoorbeeld de ontwikkeling en het beheer ervan betaalbaar, juist omdat er zo veel meer gebruikers zullen zijn dan bij de huidige, vaak versnipperde dataservices.

Wie vandaag een gebruiksvriendelijke service wil aanbieden, kan vaak niet om de ontwikkeling van een online app heen. Ook in de visie van VITO is er sprake van een app, zij het meer als een illustratief voorbeeld om het laagdrempelige en democratische karakter van een GIH en zijn gedistribueerde platformen in de verf te zetten. Krekels: ‘Op onze afdeling werken we natuurlijk vooral met geospatiale data. Op basis van een geospatiaal GIH-platform, dat gevoed wordt met remote sensing-data, zou je een app kunnen ontwikkelen die de hele planeet virtueel beslaat. Een gebruiker zou dan bijvoorbeeld in een handomdraai kunnen polsen hoe het gesteld is met het Amazonewoud. Dat lijkt vandaag misschien vreemd, maar in feite doen we dit al elke dag met de weerapps op onze smartphone. Die geven continu updates, en als we iets willen weten over het weer dan krijgen we meteen antwoord. Dat is een mooi voorbeeld van een stukje democratisering van wetenschap dat dus eigenlijk al bestaat.’

Wat kan geo-intelligence betekenen voor …

… de landbouw?
Een boer die gewassen kweekt, wil continu weten hoe het daarmee gesteld is. Realtime monitoring kan hem de data daarvoor bezorgen. In een GIH zal dit echter gebeuren via een vlot toegankelijk en gebruiksvriendelijk platform. De boer krijgt niet de ruwe data maar wel de heldere en concrete antwoorden op zijn vragen, waarmee hij meteen aan de slag kan.
Een GIH-landbouwplatform is niet alleen nuttig of zelfs noodzakelijk voor boeren, maar ook andere betrokkenen uit de sector. Denk aan machinebouwers, voedingsbedrijven, zaadveredelaars, banken of verzekeraars.

Met WatchITgrow ontwikkelde VITO al een online tool waarmee boeren op basis van ‘realtime data’ beslissingen kunnen nemen en hun teelt kunnen opvolgen. Met een andere tool, MAPEO genaamd, ondersteunt VITO dan weer de fenotypering bij het onderzoek naar nieuwe gewasvariëteiten en gewasbeschermingsmiddelen. Beide tools kunnen gezien worden als prototypes van (onderdelen van) een GIH-landbouwplatform.

… de scheepvaart?
Geo-intelligence kan worden ingezet om de open zee en het mariene milieu te monitoren, maar ook waterwegen in het binnenland. Dat kan met satellietmonitoring maar ook met sensoren bevestigd aan schepen of autonome drones en vaartuigen. De waterkwaliteit kan worden opgevolgd, olielekken kunnen worden gedetecteerd en onderzocht, rivieren en kanalen kunnen in kaart worden gebracht, de verspreiding van plasticvervuiling kan worden gemonitord … Ook kan geo-intelligence helpen in de strijd tegen illegale visvangst en andere verboden activiteiten op zee.

… de infrastructuur?
In de bebouwde omgeving vertaalt geo-intelligence zich naar monitoring en herkenning van structuren en materialen. Data hierrond kan worden gebruikt in driedimensionale stadsmodellen (eventueel digital twins) die beleidsmakers kunnen gebruiken voor voorspellingen en voor simulaties van potentiële maatregelen. Met deze modellen kan bijvoorbeeld het energieverbruik van een stad in detail worden onderzocht en opgevolgd. Ook kan de potentiële ‘materialenstock’ van de stad ermee in kaart worden gebracht, in het kader van circulaire economie. Voor dat laatste ontwikkelde VITO al een tool gebaseerd op automatische materialenherkenning met AI.

Contact:
+32 14 33 68 11