Terwijl de coronacrisis nog steeds woedt verschuift het debat naar de economische relancestrategie. Hoe verhoudt deze economische relance zich tot de klimaatproblematiek? EnergyVille zoomt in een paper in op het belang van een verduurzaming van onze bebouwde omgeving in een post-corona-herstelplan en VITO organiseerde vervolgens een rondetafelgesprek met verschillende thought leaders om hierover te debatteren. Met één belangrijke conclusie: de bouwsector zal dienen als katalysator voor economisch herstel na corona.
Coronacrisis als momentum
Investeren in de energietransitie van de bebouwde omgeving is prioriteit in de relanceplannen van de Europese Unie en meerdere lidstaten. Om de klimaatdoelstellingen te halen moet in Vlaanderen 90% van de gebouwenstock energetisch gerenoveerd worden tegen 2050. Onderzoek van EnergyVille/VITO toont aan dat er een duidelijke win-win is voor kortetermijn economische groei en het terugdringen van broeikasgassen. Het momentum dat in de nasleep van corona ontstaat is een kantelmoment om onze bebouwde omgeving te verduurzamen en tegelijk economische groei te realiseren. Deze investeringen hebben een groot multiplicator-effect: beperkte investeringen in de bouw hebben een positieve impact op de economie die groter is dan de initiële investering.
Marc Dillen, VCB: “We hebben berekend dat we met een half miljard euro extra investeringen in de begroting voor 3 miljard euro investeringen in de bouw kunnen realiseren, en met die drie miljard euro in de bouw zorgen voor 12 miljard euro input in de economie gespreid over 2 jaar. Dat is relance.”
Een groot deel van deze renovaties zal op de particuliere markt moeten gebeuren. De overheid moet de particulier ontzorgen en eventueel bijkomende financiering voorzien voor kwetsbare consumenten. Bovendien zal de markt zelf voor de nodige innovaties zorgen nadat een duidelijk beleidskader is uitgetekend.
Annemie Bollen, SERV: “We zien ook dat een derde van de Vlaamse gezinnen niet voldoende middelen heeft om zo’n renovatieproject zelf te financieren, en toch moeten we ook die mensen meekrijgen om 90% van de gebouwenstock gerenoveerd te krijgen. Ook dat is een grote uitdaging. We moeten andere baten van renovatie mee betrekken, onder andere betere leerresultaten kinderen, een gezondere en meer comfortabele woning,...”
Een homogene of heterogene investeringsaanpak voor renovatie?
De vraag blijft hoe dit concreet aan te pakken. Een homogene aanpak waarbij de hele gebouwenstock op dezelfde manier wordt gerenoveerd, of een gediversifieerde kijkend naar het gebouw in kwestie? Op basis van een high-level modelleeroefening van VITO/EnergyVille blijkt dat de kost per bespaarde ton CO2 tot een derde lager is wanneer op systeemniveau de meest voordelige combinaties van renovatiemaatregelen worden geselecteerd in plaats van een aanpak waarbij alle woningen hetzelfde energieprestatieniveau moeten bereiken.
Zullen we voldoende geschoold personeel hebben om versnelling te realiseren?
Het aantal werkkrachten blijkt een heikel punt. Om de renovatiedoelstellingen te halen moet het renovatietempo verdrievoudigen (van 1% tot 3% per jaar). Hiervoor zijn 250.000 nieuwe werkkrachten nodig in Vlaanderen, tegenover de huidige tewerkstelling van 200.000 in de bouw vandaag. Blijven inzetten op scholing en de bouwsector aantrekkelijk maken voor jongeren zijn hier cruciale punten, net als werken aan automatisatie en technologie.
Thomas Vandenbergh, BESIX: “Er is ook een cultuuromslag en diversiteit nodig. Er zijn heel wat profielen, zoals marketeers, psychologen, juristen,... die perfect in staat zijn sommige complexe uitdagingen beter op te lossen dan de klassieke ingenieursprofielen. Er zijn veel uitdagingen in de transitie naar duurzaamheid die niet technisch van aard zijn.”
De rol van de stad in de verduurzaming van de bebouwde omgeving
Tenslotte zal verdichting nodig zijn om een groeiend aantal mensen van woningen te voorzien. Maatregelen die dichtbebouwde omgevingen op een intelligente manier duurzamer en klimaatvriendelijker maken, kunnen zowel de leefkwaliteit als de veerkracht van de stad vergroten, en dit vanuit een dubbel klimaat- en gezondheidsperspectief.
Corona vormt daarom het momentum om te investeren in een toekomstbestendige bebouwde omgeving. Mits deze investeringen goed doordacht zijn, dienen ze een drievoudig doel: economisch herstel op korte termijn, meer robuustheid en comfort en duurzaamheid op lange termijn.
Extra materiaal
Bekijk hier de highlights van het rondetafeldebat (ook het volledige rondetafeldebat is beschikbaar)
Lees hier de paper “Het herstel na COVID-19: grootschalige renovatie naar gezonde en energiezuinige woningen als duurzame relance voor de Vlaamse economie”