Ook onze landbouwers zetten mee hun schouders onder het unieke grootschalige burgeronderzoek CurieuzeNeuzen in de Tuin. Met vijfhonderd bodemsensors verspreid over aardappelvelden in heel Vlaanderen zal de impact van hitte en droogte op de teelt van dit typisch Belgische gewas worden onderzocht.

Misschien is het u ook al opgevallen, maar de laatste jaren zijn frieten gemiddeld een beetje korter geworden. Dat is een gevolg van de toegenomen zomerdroogte. Doordat aardappelen ondiep groeien heeft warm en droog weer snel een impact op de knollen en dus op de omvang en de kwaliteit van de aardappeloogst. Wordt de droogte niet voldoende gecompenseerd door irrigatie dan resulteert dit in kleinere knollen en dus kortere frieten.

Microklimaat op het aardappelveld

Toch is de precieze impact van hitte en droogte op de aardappelteelt in al zijn aspecten, van de rol die het bodemtype daarin speelt over de ontwikkeling van plagen en ziekten tot de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen, nog niet goed gekend. En daarom biedt CurieuzeNeuzen in de Tuin, dat met 5 000 bodemsensors een half jaar lang de hitte en droogte in heel Vlaanderen in kaart brengt, een unieke kans voor aardappeltelers om ook op hun akkers die impact te onderzoeken.

Met behulp van 500 sensors of ‘velddolken’ verspreid over verschillende aardappelvelden wordt informatie vergaard over het microklimaat op de aardappelvelden. De deelnemende velden liggen verspreid over heel Vlaanderen en werden geselecteerd in samenspraak met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), het interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA vzw), INAGRO, de Hooibeekhoeve, Agristo en Clarebout.

In tegenstelling tot de sensors in tuinen, parken, scholen en bedrijven die begin april 2021 werden geplaatst, gaan de slimme bodemsensors pas eind mei, begin juni 2021 de akkergrond in. De sensors zullen temperatuur en bodemvocht nauwkeurig meten en registreren, en dit elke 15 minuten. De temperatuur wordt bovendien ondergronds en bovengronds bepaald. De metingen worden via het Internet of Things-kanaal van Orange automatisch opgeladen in het WatchITgrow-platform en doorgestuurd naar de UAntwerpen, die samen met VITO instaat voor de wetenschappelijke coördinatie en verwerking van de veldmetingen. ‘In feite bestuderen we het microklimaat op de allerkleinste agrarische schaal, dat van individuele aardappelplanten’, zegt Bart Deronde van VITO. ‘Zo krijgen we als het ware een beeld van hoe de planten zich voelen en hoe ze de soms extreme omgevingsomstandigheden ondergaan.’ Een blik op enkele recente meteorologische tabellen toont dat die omstandigheden niet min zijn.

In april 2020 lag de gemiddelde temperatuur in België liefst 3 graden hoger dan normaal, viel er amper 40 procent van de normale hoeveelheid neerslag en was ook de luchtvochtigheid abnormaal laag. En mei 2020 was nóg warmer en nóg droger. Dat brengt de Belgische aardappelteelt in gevaar, want de gewassen zijn niet bestand tegen langdurige droogte en hitte maar ook niet tegen de combinatie van vocht en warmte. Zo bedreigt de klimaatverandering dus het voortbestaan van een teelt die het vooral in Vlaanderen altijd uitstekend heeft gedaan (dankzij de optimale bodem- en klimaat-omstandigheden).

Hoe ernstig de impact kan zijn van hitte en droogte op de aardappelteelt, illustreren de opbrengsten van de laatste jaren. ‘In 2018 hadden we 30 tot 40 procent minder opbrengst’, zegt Jean-Pierre Van Puymbrouck, voorzitter van Belpotato, de brancheorganisatie voor de Belgische aardappelketen. ‘In 2019 was er 5 à 10 procent verlies, en vorig jaar liepen we weer 20 procent mis.’ Daarnaast komt ook de kwaliteit van de aardappelen in het gedrang. ‘We zien de laatste jaren een grotere variatie in de kwaliteit en ook een hogere blauwgevoeligheid.’ Een ander probleem dat de laatste jaren vaker opduikt, is zogeheten doorwas. ‘Dit is een soort van bijgroei die optreedt in sommige variëteiten zoals het bintje’, legt Van Puymbrouck uit. ‘Door hitte en droogte stopt de groei, waarna forse regenval (ook iets wat de laatste jaren frequenter voorkomt) de groei doet hervatten. Als gevolg hiervan verschijnen er nieuwe knolletjes die de eerste knollen leegzuigen. De aardappelen die hieruit voortkomen worden gekenmerkt door een laag onderwatergewicht.’ Dat gewicht is een maat voor het gehalte aan zetmeel en droge stof, en dus voor de kwaliteit.

Onderzoek voor betere opbrengsten aardappelbedrijven

De meetresultaten van de vijfhonderd sensors zullen in de eerste plaats worden gebruikt voor basisonderzoek. ‘Welke aardappelvelden hebben het meeste last van droogte en hitte? En waarom? Welke rol spelen de bodemeigenschappen (zand, leem of klei) hierin? ‘Op dit soort vragen willen we een antwoord krijgen’, zegt Anne Gobin van VITO. De Belgische aardappeltelers zijn sterk geïnteresseerd omdat ze met betere informatievergaring straks weer hogere opbrengsten hopen te bereiken. Gobin: ‘Met dit onderzoek kunnen we bekijken hoe ze hun teelt beter kunnen aanpassen aan een warmere en drogere toekomst.’ CurieuzeNeuzen in de Tuin is een initiatief van de Universiteit Antwerpen en De Standaard in nauwe samenwerking met Rabobank, Orange, VITO, de VMM, het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie, het Departement Omgeving, Bio-Planet, DPD en Aquafin.

STEM-lespakketten remote sensing

Projecten als CurieuzeNeuzen in de Tuin lenen zich prima om in het onderwijsaanbod te worden opgenomen. In samenwerking met leerkrachten-in-opleiding van de Thomas More Hogeschool, De Helix en MOS (de educatieve werking van het Departement Omgeving) en Klimaatlink, een project van het Global Change Ecology Center en de Universiteit Antwerpen, werden lespakketten uitgewerkt voor de eerste, tweede en derde graad van het lager onderwijs, en voor de eerste en derde graad van het secundair onderwijs. Daarin staat het belang van tuinen, parken en ander groen en de ecosysteemdiensten die ze kunnen verlenen centraal. Deze lespakketten zijn beschikbaar via de website van CurieuzeNeuzen. In samenwerking met haar educatieve partner GoodPlanet lanceert VITO dit voorjaar ook een eigen STEM-lesmodule die volledig in het teken staat van remote sensing. In deze module kunnen middelbare scholieren van de derde graad ontdekken hoe VITO aardobservatiedata vertaalt in informatie die nuttig is voor verschillende sectoren. Deze module kan ter plaatse bij VITO in Mol worden gevolgd, online als leeropdracht worden meegegeven of in de klas, onder begeleiding van een GoodPlanet-coach, worden uitgewerkt.

Copyright foto: An Van Gijsegem

Contact:
+32 14 33 68 21