Sinds de opkomst van de circulaire economie als een prioritair beleidsthema in Europa worden strategieën die erop gericht zijn grondstoffen zo lang mogelijk in gebruik te houden, steeds belangrijker. Ze gaan niet uit van de lineaire verbruikslogica. Met het ETC-rapport 'Business models in a circular economy' biedt VITO een analytische kijk op circulaire bedrijfsmodellen. Zo wordt het mogelijk om te beoordelen op welke manier innovatieve bedrijfsmodellen bijdragen aan meer circulariteit, en dat op een economisch haalbare manier.
In het rapport dat werd opgesteld voor het Europees Milieuagentschap, introduceren VITO en CSCP een analytisch kader dat toelaat om in te schatten welke sociale, technologische en bedrijfsinnovaties er nodig zijn voor de introductie van circulaire bedrijfsmodellen. Daarbij identificeert het rapport aangepaste acties voor verschillende actoren en stakeholders bij de implementatie van circulaire bedrijfsmodellen.
Dit analytisch kader voor circulaire bedrijfsmodellen (onderstaande figuur) is gebouwd op de volgende kernelementen:
- Het model geeft weer welke innovatienoden en ondersteunende acties er zijn in elke fase van de productcyclus (grondstoffen/design/productie/gebruik/einde-leven) voor een bepaalde circulaire business strategie.
- Bedrijfsmodellen worden bepaald door een combinatie van strategieën voor waardecreatie, marktaanbod en inkomstenmodel.
- Innovatie van bedrijfsmodellen wordt gezien als een belangrijke manier om circulaire doelen te realiseren.
- De innovatie van het bedrijfsmodel wordt daarnaast geflankeerd door twee ander domeinen: technische en sociale innovatie (blauwe cirkel).
- Tot slot worden acties op vlak van beleid, gedrag en opleiding aangegeven, als belangrijke hefbomen om bedrijfsinnovatie mogelijk te maken (gele cirkel).
Het ’Analytical framework for business models in a circular economy’ hier toegepast voor recyclage en upcycling bedrijfsmoddelen in de textielsector.
Het circulaire kader toegepast op de verschillende levenscyclusfasen van producten
Wanneer we het kader op de verschillende levenscyclusfasen van producten toepassen, levert dat een aantal nuttige algemene inzichten op over de rol van bedrijfsmodelinnovatie in relatie tot technische, sociale en systeemaspecten, zoals overheidsbeleid en gedragsverandering.
In de grondstoffenfase kunnen circulaire bedrijfsmodellen een uitdaging lijken, aangezien de belangrijkste bedrijfsmodellen van de sector worden gedreven door factoren die haaks staan op de visie van de circulaire economie. De analyse laat echter zien dat het voor bedrijven in de grondstoffenfase van waardeketens mogelijk is om circulaire doelen op te nemen. Het verminderen van productieafval, het gebruik van gerecycleerde materialen of zelfs het volledig terugdringen van het gebruik van specifieke materialen kan worden geïntegreerd in een werkend bedrijfsmodel, mits de juiste grenzen aanwezig zijn.
Productontwerp is een sleutelfactor voor de implementatie van alle circulaire doelstellingen, aangezien het ontwerp van producten hun potentieel voor vermindering van materiaalgebruik, hergebruik, herstel of recyclage bepaalt. De implementatie van circulair ontwerp is sterk afhankelijk van:
- technologische oplossingen om de ontwerpprincipes in de praktijk te brengen,
- bedrijfsmodelinnovatie om zakelijke prikkels af te stemmen op de kosten en baten van circulaire ontwerppraktijken,
- sociale innovatie om de ideeën achter het ontwerp van een product af te stemmen op de feitelijke manier waarop het wordt gebruikt.
In de gebruiksfase bepaalt het gedrag van gebruikers de manier waarop producten tijdens en aan het einde van de gebruiksfase worden beheerd. Bedrijfsmodel- en sociale innovatie zijn dan ook essentieel om de circulariteit in de gebruiksfase te vergroten, bijvoorbeeld door op toegang (i.p.v. eigendom) gebaseerde bedrijfsmodellen te introduceren. Om ervoor te zorgen dat deze daadwerkelijk bijdragen aan meer circulariteit, moet echter worden nagegaan in welke mate het grondstoffenverbruik wordt verminderd en rebound-effecten worden vermeden, en moeten consumenten kritisch blijven over de duurzaamheid ervan.
De fase aan het einde van de levenscyclus is cruciaal om hergebruik en herstel mogelijk te maken. Er zijn passende stimulansen nodig om te zorgen voor een efficiënte terugname van producten die kunnen worden hergebruikt of waarvan onderdelen kunnen worden gerecupereerd. Dit kan onder andere worden afgedwongen door beleidsmaatregelen. Bedrijven op hun beurt kunnen ook economische stimulansen bieden door kortingen te geven op nieuwe producten, zoals smartphones en laptops, wanneer oude worden ingeleverd. Een doeltreffende retourlogistiek is een uitdaging, waarvoor vaak de medewerking van detailhandelaren nodig is en waarbij ervoor moet worden gezorgd dat het vervoer van goederen voor hergebruik of herstel de waarde ervan niet vernietigt.
Meer weten over de bijdrage van innovatieve bedrijfsmodellen aan de transitie naar een circulaire economie? Lees het volledige ETC-rapport ‘Business models in a circular economy’.