Vlaamse expertise in recyclage wordt verzilverd.

In 2016 mocht de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) samen met haar partners, waaronder VITO, de Circular Economy Award in ontvangst nemen. Die prijs werd uitgereikt door het Forum of Young Global Leaders op de jaarlijkse bijeenkomst van het World Economic Forum. Dit is een echte pluim voor de Vlaamse voortrekkersrol op het vlak van recyclage en circulaire economie. Ook in het pas gelanceerde consortium EIT Raw Materials is Vlaanderen een drijvende kracht. Duurzaam materiaalbeheer en streven naar een circulaire economie: het is een Vlaamse specialiteit geworden. Het buitenland volgt vol interesse het baanbrekende werk van onder andere de OVAM, Plan C, de Vlaamse universiteiten en ook VITO. “Duurzaam materiaalbeheer is een van de pijlers van het onderzoek van VITO”, vertelt Karl Vrancken, onderzoeksleider bij VITO. “Wij weten bijvoorbeeld hoe we staalslakken nuttig kunnen verwerken. Die wetenschappelijke kennis vullen we aan met beleidsondersteunend werk, bijvoorbeeld in onze samenwerking met de OVAM. Dat is belangrijk, want de grondstoffenmarkt is heel onzeker en Europa is vandaag erg afhankelijk van buitenlandse import.”

Vlaamse expertise

Van die afhankelijkheid een troef maken, is het doel van de Knowledge and Innovation Community (KIC) EIT Raw Materials, die het European Institute of Innovation & Technology vorig jaar oprichtte. Karl Vrancken: “In de opstartfase was ik als interim-COO medeverantwoordelijk voor de oprichting van de consortiumstructuur. We hebben 115 partners uit 22 lidstaten verzameld, die hun expertise delen op het vlak van recyclage, substitutie van kritieke materialen en green mining. Dat zijn mijnbouwmethoden met aandacht voor ecologie, bijvoorbeeld energie-efficiëntie en watergebruik.” Dat de Vlaamse partners VITO, Umicore, KU Leuven en UGent samen met de Waalse partners ULiège en CRM prominent aanwezig zijn in het consortium, heeft veel te maken met onze kennis op het vlak van recyclage, substitutie van kritieke materialen en green mining.  Karl Vrancken: “Vlaanderen kreeg zelfs een eigen co-locatiecentrum toegewezen in Leuven. Het hoofdkwartier van EIT Raw Materials ligt in Berlijn, maar vanuit zes co-locatiecentra verspreid over heel Europa rollen we de kennis gericht verder uit via outreachprogramma’s. Zo vervlechten we het werk van bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstellingen en leggen we de basis voor de opstart van nieuwe bedrijfsactiviteiten in de materialensector.”

Motor voor innovatie

Dat is dan ook het ambitieuze doel van het EIT met de KIC’s: onderzoek, onderwijs en industrie gedurende zeven jaar ten volle integreren om innovatie over thema’s met een strategisch belang in Europa op gang te brengen. Uiteindelijk moet de kennis uit de KIC’s gevaloriseerd worden in businessinitiatieven. Zo kan innovatieve technologie vorm krijgen in een bedrijfscontext en krijgen startende bedrijven de kans om volop te ontplooien. Karl Vrancken: “In 2016 neemt de EIT Raw Materials echt een vlucht. We hebben 26 miljoen euro middelen voor dit jaar, die verdeeld worden over de verschillende co-locatiecentra. Voor Vlaanderen staat de ontwikkeling van een business-spel op de planning. Dat zullen we uittesten met Voka Oost-Vlaanderen. De doelgroep zijn bedrijfsleiders die meer willen inzetten op circulaire economie. Maar er is meer. Plan C, het Vlaamse netwerk rond circulaire economie, heeft een business model innovation grid ontwikkeld dat bedrijven moet inspireren om met circulaire economie aan de slag te gaan. Dat vertalen we nu naar een bruikbare tool voor een brede Europese context.”