Op het vlak van verwarming en koeling met warmtenetten staat Vlaanderen voor een inhaalbeweging. Het voordeel van die achterstand is dat we kennis en ervaringen vanuit het buitenland optimaal kunnen toepassen in nieuwe netten bij ons. Binnenkort volgt de uitrol van een grootschalig stadsnet ten zuiden van Antwerpen.VITO/EnergyVille biedt al een hele tijd haar expertise in warmtenetten aan in de vorm van concept- en haalbaarheidstudies.
Na de oliecrisis in de jaren 70 van vorige eeuw besliste België (en later ook Vlaanderen) om voor de verwarming van huizen en andere gebouwen massaal over te schakelen op aardgas. In de jaren 90 leidde dat zelfs tot de wettelijke verplichting voor de overheid om in elke nieuwbouwwijk een gasaansluiting te voorzien. Resultaat: vandaag is liefst 90 % van Vlaanderen aangesloten op het gasnet.
Water als energiedrager
Door de klimaatproblematiek – en ook andere factoren zoals volatiele prijzen en bevoorradingszekerheid – is verwarmen op gas (en koelen op elektriciteit) geen valabele optie meer. Een warmtenet, waarbij huizen en gebouwen worden bevoorraad met water dat al warm is – het water is dus de energiedrager – heeft veelv oordelen ten opzichte van gas:
- De energie wordt niet opgewekt in de huizen en gebouwen zélf, maar in een centrale installatie, met een aanzienlijke CO2-vermindering als gevolg.
- Het hete water voedt dus het warmtenet, dat zich kan uitstrekken over vele kilometers in een gebied met liefst dichte stedelijke bebouwing.
“Meer dan vijftig procent van ons energieverbruik wordt ingenomen door verwarming en koeling van gebouwen”, zegt Ann Wouters van VITO/EnergyVille. “Als je hiervoor warmtenetten gebruikt, beschik je over een heel krachtig instrument voor de transitie naar een duurzaam energiesysteem. Warmtenetten worden, idealiter, gevoed met restwarmte van bedrijven, of met duurzame alternatieven zoals geothermie of biomassa. Nog een groot voordeel van een warmtenet is dat de energiebron (waarmee dus centraal het water wordt opgewarmd, red.) gemakkelijk kan worden vervangen. Zo zijn warmtenetten compatibel met veranderingen in ons energiesysteem, die we niet altijd kunnen voorspellen.”
Wit blad
Andere landen zijn al veel meer vertrouwd met de energietechnologie. Zo maakte Zweden na de oliecrisis van 1973 snel de keuze om te gaan verwarmen met warmtenetten. Een gelijkaardige evolutie was er in de andere Scandinavische landen, en zelfs in onze buurlanden. “We kijken heel goed naar het buitenland”, zegt Rutger Baeten, eveneens van VITO/EnergyVille. “Vooral in Scandinavië heeft men de voorbije jaren werk gemaakt van hoogefficiëntie-warmtenetten. Die kennis halen we nu naar hier, zodat de warmtenetten die wij aanleggen meteen tot de beste van de klas behoren. Het voordeel daarbij is natuurlijk dat we in Vlaanderen vertrekken van een wit blad. We hoeven niet alle kinderziekten nog eens door te maken.”
Eind november 2018 organiseerden ISVAG en VITO/EnergyVille een internationale workshop rond stadsverwarming in en rond Antwerpen, waarbij ook de Deense federatie van warmtebedrijven aanwezig was. Tijdens de workshop was er veel aandacht voor het grootschalige stadsnet van Vlaanderen, dat ten zuiden van Antwerpen wordt aangelegd.
Antwerpse woonwijken
Het warmtenet zal worden gevoed door de afvalverbrandingsoven van ISVAG in Wilrijk. In de eerste fase van de implementatie wordt het net aangelegd op (of beter onder) een aanpalend industrieterrein (Terbekehof). Daardoor zullen een tiental KMO’s en bedrijven hun gebouwen kunnen verwarmen en warm water genereren. In de tweede fase wordt het net uitgerold naar enkele naburige woonwijken in Wilrijk, maar eveneens naar enkele Antwerpse woonwijken, waaronder ook de gloednieuwe Antwerpse wijk Nieuw Zuid. De tweede fase valt trouwens samen met de installatie van een nieuwe verbrandingsoven van ISVAG in Wilrijk.
Een warmtenet verbindt niet alleen een centrale warmtebron met aansluitingen in huizen en gebouwen, maar ook verschillende actoren zoals de warmteproducent (hier ISVAG), de warmteafnemers (particulieren, privébedrijven en overheden) en de distributeurs. In de realisatie van die keten is een unieke rol weggelegd voor VITO/EnergyVille als facilitator. “De aanleg van een optimaal warmtenet vergt veel studiewerk en planning”, zegt Baeten. “We moeten in kaart brengen hoeveel warmte er beschikbaar is bij de bron, en hoeveel potentiële afnemers er zijn. Daartussen moeten we dan het meest efficiënte traject uittekenen. Dat mag niet te lang en te complex zijn, want anders is het warmteverlies te groot en bovendien is de prijs van de aanleg niet gering. We bestuderen dus de technische en economische haalbaarheid.”
VITO/EnergyVille helpt ook bij het scheppen van een kader waarin warmteproducten, -afnemers en distributeurs zich kunnen vinden – denk aan contracten, prijzen, etcetera. “Het feit dat we een onafhankelijk speler zijn, is daarbij een troef”, vindt Wouters. “Zo kunnen we de beste oplossing garanderen voor alle actoren.”
Energiemakelaar
Intussen wordt er ook vanop provinciaal beleidsniveau voor gezorgd dat warmtenetten alle kansen krijgen die ze verdienen. Volgens Ludwig Caluwé, gedeputeerde bevoegd voor economie en innovatie, komt er op zich bij warmtenetten niet zoveel nieuwe technologie kijken, maar zit de kunst vooral in het koppelen van de vraag en het aanbod van warmte. “Dat maakt het businessmodel rond, en de realisatie mogelijk. Net daarom hebben we de functie van energiemakelaar in het leven geroepen. Gemeenten kunnen desgewenst een regierol opnemen tussen de verschillende spelers, en zo het ijzer smeden als het heet is. Zij hebben immers een prima zicht op geplande werken, op vraag en aanbod, en kunnen hierdoor werken aan hun doelstellingen rond duurzaamheid. Vanuit onze samenwerking met VITO/EnergyVille halen we de nodige kennis binnen om ook de technische en economische haalbaarheid te berekenen. En als bovenlokale overheid zoeken we daar waar nodig naar intergemeentelijke samenwerking”, aldus Caluwé.
Voordelen
Welk voordeel haalt tot slot een bedrijf als ISVAG uit de koppeling van z’n afvalenergiecentrale met een warmtenet? “We produceren nu al duurzame elektriciteit met onze oven. Het zou nog interessanter zijn om ook onze warmte te kunnen leveren aan bedrijven en particulieren”, zegt Kristel Moulaert, managing director van ISVAG. “Warmtenetten gevoed door duurzame bronnen zijn immers van essentieel belang in het streven naar een klimaatneutrale stedelijke omgeving.”