VITO en water-link gaan met sensoren van meten naar weten naar voorspellen.
‘Dankzij de data die we capteren met het sensornetwerk dat water-link en VITO uitrolden op het Albertkanaal en de Antwerpse kanaaldokken, stemmen we met alle betrokken partijen het beheer van onze waterlopen nauw op elkaar af.’ ‘We zien welke impact onze beslissingen bij elkaar hebben, en ondersteunen beleid en maatregelen met feitelijke inzichten. Ook proactief.’ Voor Sven Kempeneers, Procestechnoloog bij water-link, is dat een belangrijke stap in wat startte als monitoringroject met VITO. ‘Tenslotte is het water één systeem waarmee we met z’n allen moeten werken. Op de meest duurzame manier.’
Blue Deal in de praktijk
In december 2020 is de samenwerking ingezet. In juni 2021 liepen de eerste data al binnen vanop de 45 meetpunten, die met CTD-sensoren (Conductivity – Temperature – Depth) zijn uitgerust. Dat gebeurde met Europese steun vanuit het H2020-project AquaSPICE.
‘Dat is heel snel gegaan voor zo’n groot traject,’ zegt Nele Desmet, VITO-onderzoeker, ‘omdat dit type sensoren prima geschikt is voor de beoogde metingen. Maar ook omdat water-link het terrein uitstekend kent, en we zelf konden bouwen op ervaring in gelijkaardige projecten.’
De reden voor de samenwerking tussen VITO en water-link: nood aan continue monitoring en systematisch inzicht in de kwaliteit en kwantiteit van het water in het Albertkanaal, de ruwwaterbron voor de waterproductie door water-link. In het licht van klimaatverandering en de Vlaamse Blue Deal, die net vraagt om slimmer beheer van water vanuit technologie en samenwerking, is de urgentie duidelijk.
Nat en droog
‘Alles stond klaar midden 2021,’ zegt Kempeneers, ‘als voorbereiding op een droogteperiode. En toen kwamen er enorm natte maanden aan. Maar al snel bleek dat het systeem in die omstandigheden ook als een huis stond. We konden in het kanaal water dat uit een overstroming kwam en mogelijk verontreinigd was, nauwgezet volgen. Live. En snel de juiste actie ondernemen. Mensen zien gewoon kanaalwater dat stroomt, wij zien in onze dashboards waar zich eventueel vervuiling voordoet, van waar die komt, hoe die zich verplaatst, hoe het zoutgehalte verandert. En vooral: wat de impact is van maatregelen die ook door andere spelers bijvoorbeeld tijdens droogte worden genomen, zoals water terugpompen.’
Kwaliteit en waterpeil
In periodes van aangehouden droogte zoals we die de laatste jaren kennen, moeten belangen op elkaar afgestemd. ‘Om de scheepvaart te garanderen, wordt soms brakwater aan het einde van het Albertkanaal teruggepompt vanuit de richting van de havendokken. Dat water heeft een hoger zoutgehalte, en bevat mogelijk vervuiling. We moeten altijd verhinderen dat dit onze productie beïnvloedt,’ legt Kempeneers uit. ‘Nu kunnen we dankzij de sensoren de kwaliteit continu monitoren. 24/7 in real-time.’
‘Dankzij de sensoren hebben we ook een globaal overzicht van de waterstand’, vult Desmet aan. ‘Die kwantitatieve peiling is belangrijk voor de scheepvaart. Want het peil is niet overal altijd hetzelfde. Dankzij ons hele overzicht zien we nu waar hoeveel water zit en hoe de hele loop op niveau gehouden kan worden, en vanwaar de toevoer kan komen. Cruciale info voor De Vlaamse Waterweg, die het peil beheert.’
‘Maar al die technologie sluit mensen niet uit, hoor,’ legt Desmet uit. ‘Stalen nemen ter plekke blijft belangrijk, omdat je sensoren nu eenmaal niet op alle parameters kunt instellen. Alleen kun je nu gerichter stalen nemen.’ Daarbij staan de water-link teams nu ook in voor het onderhoud van de sensoren zodat de data netjes blijven binnenkomen. ‘Ja,’ zegt Kempeneers, ‘dikke pluim voor de mensen ter plekke die de switch mee hebben gemaakt.’
Bovenaan dit dashboard staan de sensorlocaties op het Albertkanaal aangeduid vanaf de aansluiting met de havendokken tot aan de watervang van Broechem. Nabij de haven van Antwerpen is de geleidbaarheid (zoutgehalte) van het water hoger (paarse kleur). Verder in oostelijke richting op het Albertkanaal is de geleidbaarheid lager (groene en blauwe kleur). Onderaan: Grafieken met tijdsreeks van gemeten geleidbaarheid in oktober-november 2022 op de verschillende locaties die weergegeven zijn op de kaart.
Efficiënter, veiliger, zorgzamer
‘In die continue stroom van data zie je dat door onze samenwerking de dashboarding steeds relevanter wordt,’ zegt Desmet. ‘Je past visualisaties aan, gaat anders om met gegevens, genereert nieuwe inzichten. En zo kom je uit op een systeem waarop je operationele beslissingen voor alle betrokken partijen kunt baseren.’
Kempeneers: ‘We hebben nu een sterk model, waarmee we onze maatregelen veel fijner kunnen afstemmen. Dat heeft een grote impact. Vroeger moesten we grotere veiligheidsmarges inbouwen, en konden we onze voorraad zoet ruwwater niet optimaal benutten. Vandaag werken we efficiënter, en zien we snel en juist wanneer we welke ingrepen moeten doen. Dat werkt ook kostenbesparend. Beter voor het water, en dus voor alle betrokkenen, van haven tot scheepvaart, lokale overheid en burger.’
Van data naar integraal waterbeheer
VITO bouwt nu verder een model uit om voorspellingen te maken voor verschillende scenario’s die zich in de toekomst kunnen voordoen. Wat gebeurt er straks in droogte, hoeveel water moeten we terugpompen, bijvoorbeeld, wanneer? Vanwaar? Wat is de mogelijke impact?
‘Feit is dat we ons watersysteem met alle betrokkenen samen beheren: de Vlaamse Waterweg, Port of Antwerp-Bruges, water-link. Met data onderbouwen we ons overleg, beleid en onze besluitvorming, en stemmen we onze noden op elkaar af. Van de start in midden 2021 met de uitrol van het sensornetwerk tot toegepast integraal waterbeheer in het jaar erop’ besluit Kempeneers, ‘dat is een enorme sprong vooruit.’