Toelichting seismische meetcampagne VITO 2024
In september 2024 zullen er opnieuw trilwagens rondrijden in Dessel en Mol en voor het eerst ook in Retie. De onderzoeksorganisatie VITO zet de wagens in om de diepe ondergrond in kaart te brengen in de ruime omgeving van de Balmatt-site in Mol.
Waarom onderzoekt VITO de diepe ondergrond?
De Vlaamse onderzoeksorganisatie VITO gaat na of de warmte uit de diepe ondergrond kan worden gebruikt om huizen en andere gebouwen op een duurzame manier te verwarmen. Hiervoor heeft VITO een proefcentrale gebouwd op haar eigen terrein in Mol, op de Balmatt-site. De centrale pompt heet water op uit de diepe ondergrond, meer dan drie kilometer diep. Dat water komt uit de zogenaamde productieput, die zich loodrecht onder de Balmatt-site bevindt. In de aardwarmtecentrale wordt warmte onttrokken aan dat water. Daarmee wil VITO de gebouwen van VITO, SCK en een deel van BelgoProcess verwarmen. Het afgekoelde water wordt weer naar de diepe ondergrond gestuurd, en komt in een andere put, de zogenaamde injectieput, terecht. Die put is schuin geboord vanaf de Balmatt-site en bevindt zich ongeveer onder de Zandvliet in Dessel.
In de opstartperiode van de aardwarmtecentrale in 2018-2019 en 2021-2022 zijn in de diepe ondergrond bevingen ontstaan. Het ontstaan van bevingen is een gekend en te verwachten risico van aardwarmtewinning. VITO heeft daarmee rekening gehouden in het Balmatt-project en heeft hiervoor een veiligheidssysteem ingebouwd. Dit zogenaamd stoplichtsysteem is gebaseerd op het uitgebreid seismometernetwerk, dat VITO in Dessel en Mol heeft aangelegd. Het stoplichtsysteem moet voorkomen dat er bevingen ontstaan, die schade veroorzaken aan omliggende infrastructuur. Twee keer, in juni 2019 en november 2022, veroorzaakte een beving alsnog schade aan huizen in de omgeving. De betrokkenen zijn hiervoor vergoed door de verzekering van VITO. Meer info over het stoplichtsysteem vind je hier.
VITO blijft geloven dat aardwarmte kan helpen om energie in de toekomst duurzaam en betaalbaar te houden. Maar uiteraard liefst zonder bevingen. Het nieuwe programma dat VITO rond aardwarmte aan het opstarten is, zet daarom nog meer in op het vermijden van schade ten gevolge van het gebruiken van aardwarmte. En VITO zet daarvoor ook een dialoog op met stakeholders in de regio.
De seismische meetcampagne is een eerste stap in dit proces: de diepe ondergrond nog meer gedetailleerd in kaart brengen om zo zicht te krijgen op de aanwezigheid, de ligging, de richting en de grootte van natuurlijke breuklijnen tussen de aardlagen. Het zijn immers deze breuklijnen die bepalen waar en wanneer bevingen kunnen ontstaan en welke kracht ze kunnen bereiken. Die informatie is dan ook nodig om het risico op bevingen nauwkeuriger te kunnen inschatten en om proactief te kunnen optreden.
Zo zouden de resultaten van het seismisch onderzoek enerzijds kunnen leiden tot aanpassingen aan het injectiepunt, om het afgekoelde water terug te sturen naar een plek in de diepe ondergrond waar het risico op bevingen kleiner is. Anderzijds zullen de onderzoekers de resultaten gebruiken om het stoplichtsysteem van de aardwarmtecentrale verder te verfijnen, wat het risico op bevingen ook zal verlagen.
Wat is het principe van seismische metingen?
Seismische metingen maken gebruik van de voortplanting en weerkaatsing van geluidsgolven in de ondergrond, te vergelijken met sonar in water. De golven worden kunstmatig opgewekt door gespecialiseerde trilwagens, die trillingen op het aardoppervlak veroorzaken. De geluidsgolven, veroorzaakt door die trillingen, planten zich voort in de ondergrond. Wanneer de golven de grens bereiken tussen twee verschillende aardlagen, dan zal een deel ervan weerkaatst worden. Aan het aardoppervlak meten sensoren na hoeveel seconden het signaal terug boven komt. Dit geeft een goede inschatting van de diepte van de grens tussen die twee aardlagen.
De meting wordt niet eenmalig uitgevoerd, maar meerdere keren en op meerdere plaatsen. Dit om een voldoende sterk signaal te bekomen en de achtergrondruis eruit te kunnen filteren.
De nu geplande metingen worden uitgevoerd over een gebied van ruim 40 km² dat een groot deel van het grondgebied van Dessel en Mol beslaat alsook een stuk van het grondgebied van Retie. Op deze manier kunnen de onderzoekers nagaan hoe de diepte van de geologische lagen varieert over het gebied en hoe de ondergrond is opgebouwd. Liggen de lagen horizontaal of hellen ze in een bepaalde richting? Zijn de lagen ‘versprongen’ door een breuk?
In het verleden heeft VITO dit soort metingen al uitgevoerd langsheen meettrajecten in Mol en Dessel (2010 en 2020). De trajecten leveren echter enkel informatie op over de ondergrond direct onder het traject, maar niet links en rechts ervan. De geplande meetcampagne vangt dit op door de metingen over heel het gebied uit te voeren.
Op het kaartje kan je zien waar de metingen gepland zijn.
Hoe worden de metingen in de praktijk uitgevoerd?
-
De veldwerken worden gestart door landmeters die de exacte posities bepalen van de punten waar we gaan trillen en de locaties van de trillingsmeters (geofonen). Zij duiden deze punten aan met paaltjes of verf. Ze houden hierbij rekening met de ligging van bebouwing (huizen) en leidingen (o.a. water, gas).
-
In de volgende stap worden sensoren geplaatst. De trillingen worden geregistreerd met trillingsmeters of sensoren, die om de 20 m langs het traject worden gelegd, bij voorkeur in de berm. De vuistgrote apparaatjes worden met een pinnetje in de grond vastgezet. De sensoren worden aan het begin van de meetcampagne geplaatst en weer weggehaald als alle metingen zijn afgerond. Alles bij elkaar zullen ze een 3 à 4 weken op een bepaalde plaats blijven liggen.
-
Tijdens de campagne wordt gecontroleerd of de sensoren nog goed geplaatst zijn en of ze correct werken.
-
De trillingen zelf worden uitgevoerd met speciaal daartoe uitgeruste vrachtwagens. Op de vrachtwagens is een trilplaat gemonteerd, die op het aardoppervlak wordt geplaatst en dan gaat trillen. De trilplaat wordt op regelmatige afstand (elke 10 m) neergelaten en in werking gezet. De trilwagens leggen per dag een traject van enkele kilometer (ongeveer 5 km) af, afhankelijk van het aantal meetpunten en de aard van het traject. Ze zullen dus slechts kort op een bepaalde locatie staan. De duur van de trillingen bedraagt een minuut, met een frequentie die varieert tussen 1 en 100 Hz. Er zullen waarschijnlijk 5 trilwagens worden ingezet, die elk individueel trillingen uitvoeren. De trilwagens zullen tegelijkertijd actief zijn op verschillende plaatsen in het gebied.
-
De trilwagens maken meestal gebruik van de openbare weg, vaak ook langs veld- of boswegen, maar op plaatsen waar dat niet kan, zullen de trilwagens moeten doorsteken door akkers, weiden of bossen. Ook de sensoren zullen vaak in de berm geplaatst worden.
- Indien toegang tot private percelen nodig is, maakt de aannemer hierover voorafgaand afspraken met de gebruikers of eigenaars van die terreinen. Het gaat dan om het gebruik van de percelen, bestaande doorgangen, ligging van grachten en omheiningen, afspraken over het vergoeden van schade aan velden enz.
Het is steeds de bedoeling om de hinder voor iedereen zo beperkt mogelijk te houden. Als de trillingen dichtbij huizen, stallen, serres of andere constructies komen, dan gaat de aannemer eerst na of het nodig is de sterkte van de trillingen te verminderen. Indien nodig kan een trilpunt worden geschrapt. Dit gebeurt aan de hand van de informatie in het kadaster. De aannemer vraagt de liggingsplannen van leidingen en kabels op (KLIP & KLIM), zodat hiermee rekening kan worden gehouden, en waar nodig in samenspraak met de uitbater de nodige veiligheidsafstanden worden in acht genomen. Op basis van de locatie bepaalt de aannemer op voorhand de afstand en het toegelaten trillingsniveau. Tijdens de metingen wordt het niveau van de trillingen nabij gebouwen opgevolgd zodat op het moment zelf ook nog aanpassingen kunnen worden doorgevoerd (schrappen of verplaatsen van trilpunten).
Planning
De veldwerken zullen worden uitgevoerd tussen begin september en begin oktober 2024. De precieze planning wordt afgestemd met de aannemer in functie van beschikbaarheid en de lokale omstandigheden.
Na een eerste verkenning op het terrein zal de aannemer de posities van de punten bepalen, markeren en vervolgens de sensoren plaatsen. Hiervoor worden 4 tot 5 dagen voorzien. Het uitvoeren van de metingen zelf wordt geschat op een kleine 3 weken.
Wat is aardwarmte?
Meer uitleg over aardwarmte kan je hier vinden.
Of je kan een kijkje komen nemen in de aardwarmtecentrale op de Balmatt-site in Mol-Donk. VITO houdt begin september een infomoment voor de inwoners van Dessel, Mol en Retie. Je krijgt er uitleg van de experten en kan er terecht met al je vragen over het aardwarmteproject. De exacte datum wordt later meegedeeld via deze site, https://www.facebook.com/aardwarmte.be en de gemeentelijke infokanalen.
Met concrete vragen kan je altijd terecht op aardwarmte@vito.be.
Vragen over de seismische meetcampagne?
Neem gerust contact op met Kristine Verheyden, zij helpt je graag verder.