Water van 125 °C
Op sommige plekken komt aardwarmte letterlijk uit de aardkorst opgeborreld, zoals in IJsland en in Noord-Italië. In andere streken is het nodig het water op te pompen om de warmte te exploiteren. In de Kempen kan water van zo’n 125°C opgepompt worden vanop een diepte van 3,5 kilometer. Dat stelden onderzoekers van VITO vast bij het demonstratieproject op de Ballmat-site.
Het warme water kan dienen om gebouwen te verwarmen via een warmtenet. Water van 125°C is warm genoeg om ook grote complexen zoals ziekenhuizen, hele woonwijken en serres van de nodige warmte te voorzien.
Hoe werkt het?
De aardwarmte vanuit de diepe ondergrond passeert via een warmtewisselaar, waaraan het warme water zijn energie afgeeft. Het afgekoelde water wordt vervolgens weer in de ondergrond geïnjecteerd. Dat gebeurt via een tweede boorput, die 4.341 meter lang is, maar schuin loopt en daardoor op 3.300 meter diepte uitkomt. Dit ‘geothermische doublet’ is eigen aan elke geothermiecentrale. Het vormt een gesloten circuit, waardoor er geen drukverschillen ontstaan in de ondergrond. Door de geothermiecentrale aan te sluiten op een warmtenet kunnen woningen en bedrijven in de buurt bevoorraad worden.
Groene stroom
Als de temperatuur van het water hoog genoeg is, kan er ook groene stroom mee worden opgewekt. Dat gebeurt door de geothermische warmte te converteren naar elektriciteit via Organic Rankine Cycle (ORC). Op de Balmatt-site in Mol zal VITO dit principe toepassen.