Europa weet dat en daarom zijn er ook projecten die dat soort microklimaat opmeten. Ze laten ons toe om een beeld te scheppen van het stedelijke klimaat en de invloed van gebouwen, bedrijven, pleinen en groen op temperatuur, vochtigheid en ventilatie in kaart te brengen. We kunnen ook nog, letterlijk, een stap verder gaan en bestuderen hoe de ligging en de organisatie van een stad of dorp de gezondheid van bewoners stimuleert of net tegenhoudt. Op die manier kan een ‘walkabilityscore’ opgemaakt worden.
Het klimaat, de verandering ervan en de invloed van dat wereldwijde klimaat op de lokale leefbaarheid is een punt van bezorgdheid voor de toekomst. Lokale ingrepen kunnen die invloed nog versterken of net afzwakken. Een van de aandachtspunten daarbij is het waterbeheer. Door bijvoorbeeld periodes van grote droogte of zware regenval te monitoren kan sneller en adequater ingegrepen worden. Dankzij de creatie van een grootschalig permanent sensorennetwerk ‘Internet of Water’ kunnen we nu de beschikbare waterreserves in kaart brengen en de aanwending ervan optimaliseren.
Meten is weten. Deze uitspraak is van toepassing voor heel veel projecten waar VITO haar expertise voor inzet. Daarom is het ook zo belangrijk dat die expertise ondersteund en erkend wordt door het beleid.