Om haar haven tegen 2050 klimaatneutraal te maken, slaat Port of Antwerp-Bruges de weg in naar meer duurzaamheid en circulariteit. In die transitie is een belangrijke rol weggelegd voor NextGen District, een nieuwe industriecluster die zal verrijzen op de vroegere Opel-site. Om de site zo duurzaam en circulair mogelijk in te vullen deed het havenbestuur een beroep op VITO’s rijke expertise in duurzaamheidsevaluaties.
Bannerfoto: Copyright Port of Antwerp-Bruges
Als Europa in 2050 klimaatneutraal wil zijn, dan zal dat enkel lukken als ook zijn industrie tegen dan koolstofarm kan worden. In dat kader sprak Port of Antwerp-Bruges twee jaar geleden zijn ambitie uit om eveneens tegen 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Die ambitie wordt concreet uitgewerkt binnen NextGen District, dat zal verrijzen op de vroegere Opel-site op platform Antwerpen. Deze nieuwe industriecluster zal een hotspot van duurzame innovaties en circulaire economie worden.
Strikte voorwaarden
Aan kandidaten voor een concessie op de nieuwe site, waar momenteel grondwerken worden verricht met onder meer aanleggen van een riolering en een warmtenet, was er geen gebrek. Momenteel hebben vijf bedrijven toegezegd om zich op NextGen District te komen vestigen. Of beter, ze hebben daarvoor groen licht gekregen van het havenbestuur, want om tot de site te worden toegelaten moeten kandidaat-concessiehouders aan strikte voorwaarden voldoen. Dat is een gevolg van de ‘honderd procent focus op circulaire economie’ die het bestuur aanhoudt. In de circulaire economie wordt zoveel mogelijk vanuit gesloten kringlopen gedacht en gewerkt, van de aanlevering van grondstoffen over de productieprocessen tot het afvalbeheer. In lijn met deze focus omvatten de voorwaarden voor toelating tot NextGen District dan ook criteria op het vlak van duurzaamheid, circulariteit en klimaatimpact. Daarnaast worden ook meer economische en praktische criteria gehanteerd, zoals toegevoegde waarde voor de Vlaamse economie en opportuniteiten op vlak van industriële symbiose met andere bedrijven.
Om de circulaire criteria (om ze zo onder één noemer samen te vatten) bij de voorgestelde projecten van de kandidaat-concessiehouders zo objectief mogelijk te kunnen evalueren, en ze zo te kunnen vergelijken, deed het havenbestuur een beroep op VITO/EnergyVille. ‘Zulke criteria een-op-een vergelijken tussen verschillende projecten is een heel complexe oefening’, zegt Dries Van Gheluwe van Port of Antwerp-Bruges. ‘We gingen daarom te rade bij VITO, dat hierin natuurlijk heel veel expertise bezit.’
VITO/Energyville ontwikkelde een duurzaamheidsevaluatietool, op maat van NextGen District. De tool licht een project in wezen volledig door op het vlak van duurzaamheid en circulariteit. ‘We kijken niet alleen naar de CO2-uitstoot (voor de klimaatimpact) of naar andere schadelijke emissies (voor de milieuvoetafdruk), maar ook naar meer circulaire criteria zoals grondstoffen-, water- en landgebruik, afvalbeheer, mobiliteit en transport’, zegt Steven Claes van VITO/EnergyVille. ‘Bovendien brengen we ook de indirecte impact in rekening. Zo is het bijvoorbeeld relevant op welke manier grondstoffen worden aangevoerd. Verloopt dit per schip, eventueel via de binnenvaart, of misschien per vrachtwagen? En zijn er plannen om dit transport te elektrificeren?’ De VITO/EnergyVille-tool geeft resultaten in de vorm van duurzaamheids- en circulariteitsscores voor de activiteiten binnen een project. ‘Neem een bedrijf gespecialiseerd in een duurzaam isolatiemateriaal. De tool berekent dan onder andere de klimaat- en milieukost per ton geproduceerd eindproduct, inclusief het transport om die tot bij de klant te brengen, en vergelijkt deze met een referentieproduct dat dezelfde functie vervult (benchmark).’
Breder gebruik
VITO is, zoals gezegd, zeer vertrouwd met duurzaamheidsevaluaties. In die zin was de ontwikkeling van de tool niet nieuw. ‘Maar we hebben hem wel specifiek toegespitst op de casus van NextGen District, dat mikt op bedrijven actief in de energievoorziening en in de procesindustrie’, zegt Carolin Spirinckx van VITO/EnergyVille. Voor de procesindustrie focust het havenbestuur overigens op drie subdomeinen: (her)gebruik van CO2 als grondstof, biomassa als vervanger van fossiele grond- en brandstoffen, en de recyclage van kunststoffen. ‘Ook hier hielden we bij de ontwikkeling van de tool rekening mee.’
De tool kan overigens niet alleen als beslissingsinstrument worden gebruikt door het havenbestuur, maar is ook interessant voor bedrijven om een beter zicht te krijgen op hun prestaties op het vlak van duurzaamheid en circulariteit – ze kunnen op basis hiervan dan verbeteracties ondernemen. Daarnaast is de tool, of beter het algemene kader erachter, ook toepasbaar buiten de context van een haven. Spirinckx: ‘Mits wat aanpassingen kunnen ook stedenbouwkundige diensten van lokale overheden er hun voordeel mee doen. Ze kunnen er bijvoorbeeld hun industrieterreinen optimaal mee invullen.’
Het gebruik van de tool, en het bredere potentieel ervan, is een mooi voorbeeld van hoe VITO/EnergyVille haar visie en missie op het vlak van duurzaamheid kan inzetten in de praktijk, in het geval van NextGen District in een meer duurzame en circulaire havenindustrie.
Aan kandidaten voor NextGen District was er, zoals gezegd, geen gebrek. Het laatste bedrijf dat begin 2023 een concessie kreeg toegezegd voor een vestiging, is het Amerikaanse PureCycle. De vestiging zal er plasticafval (polypropyleen) recycleren. Dat zal gebeuren via een innovatief proces dat herhaalde recyclage en dus hergebruik mogelijk maakt. PureCycle is het vijfde bedrijf op de site, en daarmee is meteen de helft van de site – het deel dat in concessie was gegeven – ingevuld.