Alle Europeanen worden blootgesteld aan verontreinigende stoffen
Overal in Europa worden mensen blootgesteld aan een alarmerend hoog niveau van verontreinigende stoffen. Dat is de conclusie van het Europese humane biomonitoring-initiatief HBM4EU. In dit EU-project werden voor het eerst vergelijkbare en begrijpelijke gegevens verzameld over de blootstelling van de EU-bevolking aan belangrijke chemicaliën. Van meer dan 13.000 Europese burgers afkomstig uit 28 landen werden urine en/of bloedstalen onderzocht op de aanwezigheid van verontreinigende stoffen.
Het Vlaamse kenniscentrum VITO en de Universiteit Antwerpen vervullen in dit HBM4EU-project een belangrijke rol. VITO stond in voor het databeheer en de harmonisatie van de studies. UAntwerpen zocht mee naar nieuwe stoffen waarover we ons zorgen moeten maken en onderzocht tevens de manier waarop beleidsmakers kunnen betrokken worden bij de verdere interpretatie van de resultaten. De deelname van diverse Vlaamse onderzoekers aan HBM4EU werd mee mogelijk gemaakt door het Steunpunt Milieu en Gezondheid, in opdracht van het Departement Omgeving.
Enkele resultaten
Plastic weekmakers: Er werd een alarmerend hoge blootstelling aan weekmakers vastgesteld bij de Europese bevolking, hoewel deze al streng gereguleerd zijn. Zo werden bij alle onderzochte kinderen en jongeren weekmakers in urinestalen aangetroffen. Van weekmakers is ondertussen bewezen dat ze schadelijk zijn voor de voortplanting. Wel werd een daling van de gemiddelde blootstelling aan gereguleerde weekmakers waargenomen, maar de blootstelling aan de som van alle weekmakers leidt naar een hoger gezondheidsrisico bij 17% van de kinderen en jongeren afkomstig uit twaalf Europese landen. De blootstelling aan stoffen die de ‘oude’ weekmakers hebben vervangen is toegenomen.
PFAS: In het bloed van alle onderzochte jongeren uit Europa zijn geperfluoreerde alkylstoffen (PFAS) aangetroffen. Tot een kwart van de jongeren wordt blootgesteld aan concentraties waarbij negatieve gezondheidseffecten niet meer met voldoende zekerheid kunnen worden uitgesloten. Het onderzoek heeft aangetoond dat de schadelijke PFAS die worden aangetroffen, voornamelijk stoffen zijn die ondertussen al verboden zijn, maar die wel extreem persistent zijn. Ze blijven dus onverminderd en onverwoestbaar circuleren. Volgens HBM4EU onderstrepen deze gegevens de noodzaak om alle PFAS principieel te verbieden, vooral omdat een groot aantal van de substituten vergelijkbare verontrustende eigenschappen hebben als de reeds gereguleerde PFAS.
Mengsels: Een ander aandachtspunt van HBM4EU was het onderzoek naar chemische mengsels. Tijdens de biomonitoring werd een groot aantal industriële chemicaliën in het lichaam aangetroffen. Het beoordelen van de gezondheidseffecten van deze cocktail van chemicaliën is onderdeel van huidig onderzoek. Bij sommige chemicaliën is de som van de delen meer dan het geheel. Meer onderzoek is nodig om rekening te kunnen houden met de gelijktijdige blootstelling aan veel chemicaliën.
HBM4EU toont aan dat humane biomonitoring een zeer goede strategie is voor de karakterisatie van de totale menselijke blootstelling aan verontreinigende stoffen. Het initiatief geeft de hoogdringendheid aan van een versneld en globaler beleid, en toont ook aan dat gerichte beleidsacties om de menselijke blootstelling aan schadelijke stoffen te beperken succes kunnen hebben. Met de resultaten heeft HBM4EU nu de basis gelegd voor het opzetten van langdurige, duurzame menselijke biomonitoring in de EU.
Over HBM4EU
De Europese Unie (EU) reguleert het gebruik en het op de markt brengen van chemicaliën. Daarom moeten gegevens op EU-niveau op vergelijkbare wijze worden verzameld, geanalyseerd en geëvalueerd. Alleen op deze manier kunnen de Europese instellingen doeltreffende maatregelen nemen om de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen en de bevolking te informeren over de oorzaken van vervuiling en over mogelijke manieren om deze te vermijden. Het Human Biomonitoring HBM4EU-initiatief bundelt, verzamelt en evalueert sinds 2017 gegevens op Europees niveau. HBM4EU eindigt in juni 2022 na een termijn van vijf en een half jaar. Het werk wordt voortgezet in het European Partnership for Risk Assessment of Chemicals (PARC), dat door de Europese Commissie wordt gefinancierd onder “Horizon Europe” voor een periode van zeven jaar.