Biomonitoringsonderzoek bij 610 jongeren door het Steunpunt Milieu en Gezondheid in 2017-2018 heeft belangrijke boodschappen voor de burger en voor het beleid opgeleverd. De resultaten bevestigen dat het goed is voor de gezondheid om regelmatig een groene omgeving op te zoeken en om de woning goed te ventileren en verluchten.
Groene plekjes in de stad verhogen de concentratie bij jongeren
Wetenschappers van het Steunpunt Milieu en Gezondheid ontdekten dat jongeren met meer groen in hun buurt merkelijk beter scoorden op aandachtstesten. Zeker hooggroen (bijv. bomen, hagen, parken) is belangrijk en niet alleen de aanwezigheid maar ook de toegang tot groen is gunstig. Wie dichtbij groen woont, op minder dan 50 meter van de woning, vertoont tragere celveroudering en dat geldt zelfs van bij de geboorte. Deze informatie geeft elementen aan om ook een stedelijke omgeving gezonder te maken. Dit is nodig want bij jongeren uit stedelijk gebied werden meer vervuilende stoffen zoals PAKs en benzeen in de urine teruggevonden. Jongeren met meer PAKs vertonen ook meer stress, een zwakkere afweer en DNA schade.
Goede ventilatie maakt de woning gezonder
Bij goede ventilatie en verluchting hebben jongeren lagere gehaltes van pesticiden, plastic weekmakers, vlamvertragers, perfluorverbindingen in het lichaam. Ze hebben ook minder fysiologische stress. We merken wel dat oude gereglementeerde stoffen meer en meer verdwijnen maar vervangen worden door nieuwe minder gekende chemische stoffen. Jongeren die wonen in huizen gebouwd na 2006 hebben minder lood, gebromeerde vlamvertragers en ftalaten in bloed of urine. Bij gebruik van nieuwe decoratie (gordijnen, zetels, tapijt, …) in huis hebben jongeren hogere gehaltes van nieuwe vlamvertragers, meer luchtweginfecties en astma (bij jongens).
Wat levert het onderzoek ons op?
Prof Greet Schoeters coördineerde het onderzoek en benadrukt dat de resultaten belangrijke boodschappen bieden voor het beleid: “De overheid kan de gezondheid verbeteren door te zorgen voor meer toegankeleijke en groene ruimte, zowel in stedelijk als landelijk gebied. Belangrijk is eveneens een strenge regelgeving om schadelijke chemische stoffen in consumptieproducten aan banden te leggen.”
"Het afgelopen jaar klonk de roep naar toegankelijke natuur dicht in de buurt harder dan ooit. Niet in het minst in verstedelijkte gebieden waar dat een stuk minder evident is dan in andere regio's in Vlaanderen. Dit onderzoek bewijst dat we met de Vlaamse regering de juiste keuze maken door te werken aan natuur dicht in de buurt van de mensen, tiny forests te creëren en andere initiatieven op te zetten die Vlaanderen groener maken", zegt Vlaams minister van Natuur Zuhal Demir.
Ook de burger kan met de resultaten aan de slag. Vertoeven in een groene omgeving en de woning goed verluchten en ventileren zijn voorbeelden van eenvoudige maatregelen die de gezondheid verbeteren. Hierbij is extra aandacht nodig voor sociaal kwetsbare burgers, de resultaten tonen immers dat zij minder vaak toegang hebben tot groen in de woonomgeving en als huurder minder zelf minder impact hebben op de inrichting van de woning.
Tips voor de burgers
- Zoek actief het groen op in de buurt, het maakt je meer aandachtig.
- Verlucht of ventileer je huis goed, zeker als je nieuwe gordijnen, tapijten of zetels hebt.
- Rook niet in huis; gebruik binnenshuis zeker geen bestrijdingsmiddelen.
- Let op met geurverspreiders, en vermijd poetsmiddelen met javel.
Tips voor overheden
- Zorg voor goede toegankelijkheid tot groen. Zelfs kleine groenelementen, ook in de stad, zijn belangrijk.
- Stedelijke luchtverontreiniging heeft nog steeds negatieve gezondheidseffecten.
- Het reglementeren van opkomende chemische stoffen in nieuwe materialen dient te versnellen.
- Er is extra aandacht nodig voor sociaal kwetsbare burgers voor wie gezonde keuzes niet altijd binnen bereik liggen.
Dit onderzoek werd uitgevoerd door het Steunpunt Milieu en Gezondheid, in opdracht van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid. Het Steunpunt is een multidisciplinair onderzoeksconsortium bestaande uit onderzoekers van de vijf Vlaamse universiteiten (UAntwerpen, UGent, UHasselt, VUB, KULeuven) en PIH, en wordt gecoördineerd door VITO.
Voor inlichtingen en tips verwijzen we naar de website: