Van de kwaliteit van water over de verharding van open ruimte en de gesteldheid van permanente graslanden tot specifieke oogstprognoses: het zijn allemaal evoluties ‘aan de grond’ die vanuit de ruimte kunnen gemonitord worden met remote sensing. De hoge tijdsresolutie van de nieuwe Europese satellietsystemen, de doorgedreven digitalisering van de beeldverwerking en het grote gerealiseerde gebruiksgemak triggeren een verdere integratie van remote sensing-toepassingen in specifieke, regionale beleidsdomeinen.

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) werkt momenteel aan de uitrol van de WaterMonitor. Die tool heeft de intentie om op termijn als een soort van early warning-systeem dienen voor de kwaliteit van oppervlaktewater. De monitoringtool is gebaseerd op beelden van de Sentinel-satellieten, de kern van het ambitieuze Europese aardobservatieprogramma Copernicus. Vandaag is de resolutie van de beelden hoog genoeg voor lokale en regionale beleidsondersteuning. De algengroei in Vlaams oppervlaktewater is een voorbeeld van een natuurlijk proces dat mede dankzij de beeldverwerkingstechnologie van VITO, in samenwerking met Informatie Vlaanderen, nauwlettend vanuit de ruimte kan worden opgevolgd.  

Dezelfde Sentinel-satellieten en exact dezelfde verwerkingstechnologie hebben tevens het potentieel om ook ten behoeve van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) de permanente graslanden in Vlaanderen te monitoren. Het Vlaamse Departement Landbouw heeft in het kader van een PIO-project (Programma Innovatieve Overheidsopdrachten) gebruik gemaakt van  remote sensing-toepassingen om de productie van gewassen op te volgen. En het Departement Omgeving, ten slotte, analyseert de mogelijkheid om de verharding van open ruimte in Vlaanderen in beeld te brengen. ‘Belangrijk is dat de satellieten elke twee à drie dagen nieuwe beelden doorsturen’, zegt Jan Biesemans van VITO. ‘Zo kunnen processen in een bepaalde omgeving worden gemonitord met een nooit geziene tijdsresolutie. Vaak kunnen ze zelfs worden gekwantificeerd naar een objectieve waarde (bijvoorbeeld het nauwkeurig begroten van oogstopbrengsten) die nuttig is voor bevoegde overheden.’ 

Waterval aan toepassingen 

Het is maar een kleine greep uit wat er vandaag allemaal mogelijk is dankzij de hoge tijdsresolutie van de satellietbeelden, en de aaneensluitende combinatie van ruimte- en luchtbeelden waardoor ook de ruimtelijke resolutie continu hoog ligt. Remote sensing is zo een bijzonder krachtig instrument geworden dat een waterval aan mogelijke toepassingen heeft ingezet. Maar die toepassingen moeten ook op de juiste manier worden ontwikkeld en gebruikt. En door de juiste partijen. ‘In de realiteit van vandaag met verspreide bevoegdheden – niet alleen in België en Vlaanderen, maar ook in Europa – is het cruciaal dat specifieke en thematische toepassingen vanuit het relevante beleidsdomein en beleidsniveau worden opgezet’, zegt Jurgen Everaerts van VITO. ‘Neem nu Terrascope, het virtuele onderzoeksplatform van de federale overheid dat iedereen toegang geeft tot de data van de Sentinel-satellieten. Dit platform moet veel meer door de regionale en lokale overheden en ook door privébedrijven en andere organisaties gebruikt worden. En daarbij moeten de toepassingen mooi in elkaar passen: de federale overheid voorziet en financiert een globaal kader (in casu Terrascope), maar de ontwikkeling van applicaties ervan gebeurt idealiter vanuit de regio’s en vanuit specifieke bevoegdheden of industriële en economische sectoren. In Vlaanderen beschikken we daarbij over een unieke opportuniteit, want we kunnen de satellietdata aanvullen met bijvoorbeeld hoge resolutie lucht- en dronebeelden.’ 

Volgens Jo Van Valckenborgh, programmamanager bij Informatie Vlaanderen, is het vanuit overheidsperspectief belangrijk dat voor Vlaanderen zowel een generisch operationele gedeelte als de ontwikkeling van specifieke remote sensing-toepassingen zo veel mogelijk bij de relevante Vlaamse beleidsdomeinen en -niveaus komt te liggen. ‘Misschien hebben we binnen de Vlaamse overheid nood aan een soort van intermediair Vlaams dataplatform als aanvulling op Terrascope ter ondersteuning van de diverse beleidsdomeinen, bv. omgeving, milieu, landbouw … ’ Dit intermediair platform kan ook ten dienste staan van onderzoek en bedrijfsleven. Everaerts: ‘Als we in Vlaanderen kunnen bewijzen dat we een goed werkend remote sensing-landschap kunnen optuigen, kan dit ook voor de EU in zijn geheel, of in andere Europese regio’s en lidstaten. We vormen zo een “living lab” voor al die toepassingen die ook internationale perspectieven bieden.’ 

Regionaal beleid valideren 

Eens geïntegreerd in de relevante beleidsniveaus volgen verschillende remote sensing-toepassingen immers een opvallende cirkelbeweging. De WaterMonitor van de VMM komt bijvoorbeeld voort uit een Horizon 2020-project (breed Europees dus) rond de monitoring van waterkwaliteit vanuit de ruimte. ‘En de vigerende Europese milieuwetgeving verplicht Vlaanderen om de kwaliteit van haar oppervlakte weer te rapporteren bij Europa’, zegt Van Valckenborgh. ‘Een gelijkaardig verhaal kun je vertellen over andere milieufacetten.’ Of over landbouw. ‘Europa laat de lidstaten toe om in het bredere kader van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid eigen accenten en prioriteiten te leggen’, zegt Everaerts. ‘Daarbij moet iedere steunmaatregel die een boer krijgt gevalideerd worden en teruggekoppeld naar de Commissie. Weer kunnen satellietbeelden helpen op regionaal beleid zo te helpen valideren.’ 

De recente plannen van de Europese Commissie op het vlak van milieu en klimaat versterken die regionale inbedding van remote sensing-toepassingen. ‘Ambitieuze beleidsinstrumenten zoals de Green Deal en de Digital Twin of the Earth leggen allemaal een grote nadruk op het gebruik van remote sensing-data zoals de Copernicus data’, zegt Van Valckenborgh. Het mag duidelijk zijn dat de data verder verweven zullen worden in beleidstoepassingen, tot op een “Smart City” niveau zelfs waar we niet eens meer merken dat er satellietbeelden aan de basis liggen.’ 

De eindgebruiker ontzorgen 

De veelheid van remote sensing-toepassingen was ook niet mogelijk geweest zonder de doorgedreven digitalisering van de beeldverwerking de laatste jaren. ‘Als je vandaag de evolutie van een specifiek gebied wil kennen, stuur je gewoon een opdracht naar een backend, waarna je onmiddellijk wordt bediend’, zegt Biesemans. ‘Tot een paar jaar geleden moest je de satellietbeelden eerst downloaden en de tijdreeks zélf samenstellen.’ De doorgedreven digitalisering heeft het gebruiksgemak van backend-platformen zoals Terrascope erg verbeterd. De gebruiksvriendelijkheid werd daarnaast verbeterd dankzij de voorbehandeling van aangeleverde data, iets waar bijvoorbeeld VITO sterk op inzet. ‘Zo maken we het gebruik van de dataplatformen laagdrempelig en ontzorgen we de eindgebruiker.’ Mede daardoor geniet Terrascope veel aanzien in andere Europese landen. Vermits Terrascope door iedereen gratis kan gebruikt worden, biedt het ook voor applicatieontwikkelaars kansen om met satellietdata aan de slag te gaan. 

Maar uiteindelijk zijn het de eindgebruikers – mensen met terreinkennis – die betrokken moeten worden om specifieke remote sensing-toepassingen te ontwerpen. Dat toont bijvoorbeeld de ontwikkeling en het gebruik van de WatchITgrow-tool om de aardappelteelt te monitoren en de productie op een duurzame manier te verhogen. De data voor de tool komt van satellieten, van drones maar ook van sensors op landbouwmachines. Bij de uitrol van de tool werd de Belgische aardappelsector nauw betrokken. ‘Hij helpt oogsten te voorspellen, waarmee je dus inspeelt op marktwerking en dus heb je die sector nodig’, aldus Everaerts. ‘Het toont aan dat geslaagde remote sensing-toepassingen veel meer inhouden dan monitoring alleen. Als ze maar worden ontwikkeld en gebruikt binnen het juiste kader.’ 

Contact:
+32 14 33 68 34