Welke plaats heeft CCU in de duurzaamheidstransitie?
Zeven jaar geleden stelde het Intergovernmental Panel for Climate Change (IPCC) een traject op voor de wereldwijde vermindering van CO2-uitstoot, met als doel de verwachte temperatuurstijging te beperken tot 2, idealiter 1,5 °C, tegen het einde van deze eeuw. In een nieuwe position paper onderzoekt VITO welke CO2-reductiestrategieën er bestaan, op welke strategieën we ons moeten richten en hoe op CCU gebaseerde waardeketens bijdragen in de strijd tegen klimaatverandering.
De CO2-emissies zijn afkomstig van de verbranding van fossiele brandstoffen, de industrie en het landgebruik en moeten snel worden teruggedrongen (>350 Mton CO2/jaar). Als aanvulling op de bestaande CO2-reductiestrategieën, worden 'negatieve' CO2-emissies geleidelijk ingevoerd, te beginnen vanaf 2030. Deze laatste strategie bestaat uit het afvangen van CO2 uit de lucht en de permanente opslag ervan onder de grond of in materialen, waarvoor een "eeuwige" levensduur kan worden verondersteld. Bestaande CO2-reductiestrategieën omvatten onder meer elektrificatie, vermeden vraag, hernieuwbare energie en groene waterstofproductie.
In de nieuwe position paper 'CO2 Capture and Utilization (CCU) matters' geven VITO-experts een antwoord op de volgende vragen:
- Op welke CO2-reductiestrategie moeten we ons richten?
- En op welke criteria moeten we die beslissing baseren?
- En wat kan de bijdrage zijn van op CCU gebaseerde waardeketens in de strijd tegen klimaatverandering?
De zoektocht naar antwoorden vertrekt van de huidige en toekomstige beschikbaarheid van hernieuwbare elektriciteit als conditio sine qua non, met spreiding in de tijd van de ontplooiing. In deze studie concludeert VITO dat de positionering van CCU binnen de duurzaamheidstransitie niet alleen berust op vele, verschillende pijlers, maar ook op wereldwijde trends en het dynamische karakter van haar randvoorwaarden.