Elektriciteitsafnemers mogen sinds kort, naast het afnemen en opwekken van stroom, hun zelfopgewekte energie delen met andere afnemers, bijvoorbeeld in de vorm van een energiegemeenschap. Dit zorgt voor tal van ecologische en maatschappelijke voordelen. Om dergelijke activiteiten te kunnen aanmoedigen, onderzocht VITO/EnergyVille op vraag van de Vlaamse energieregulator VREG of deze activiteiten in aanmerking komen voor lagere nettarieven.
Nettarieven zijn kosten op de energiefactuur die dienen om de kosten van de netbeheerder voor investeringen in en onderhoud van het distributienet te dekken. Ze gelden voor alle afnemers. Als er bewezen kan worden dat energiegemeenschappen ervoor zorgen dat deze kosten dalen, dan zou dat een korting op de nettarieven kunnen rechtvaardigen.
In opdracht van de VREG bestudeerden experts van VITO/EnergyVille daarom in hoeverre collectieve activiteiten in Vlaanderen kunnen bijdragen aan de ontlasting van het distributienet en aan een kostendaling voor de netbeheerder, en of ze dus recht zouden kunnen hebben op verminderde nettarieven. De experts voerden daarvoor een grondige, kwantitatieve kosten-batenanalyse uit. Daarin werden drie vormen van collectieve activiteiten honderden keren gesimuleerd: een energiegemeenschap waarvan de afnemers stroom afnemen via eenzelfde kabel (‘feeder’), een groot appartementsblok met een elektriciteitscabine in het gebouw, en een klein appartementsgebouw aangesloten op een feeder waaraan ook andere afnemers (die geen deel uitmaken van de energiegemeenschap) zijn aangesloten. In de simulaties werd in kaart gebracht hoe het elektriciteitsprofiel van een individuele afnemer verandert als hij in een van de drie collectieve activiteiten stapt.
Geen verminderde nettarieven
De resultaten van de kosten-batenanalyse wijzen niet op een veralgemeenbare en duurzame meerwaarde van energiegemeenschappen voor het distributienet. Sommige energiegemeenschappen brengen inderdaad voordelen voor het distributienet met zich mee, maar dit kan niet veralgemeend worden. Aangezien de nettarieven voor iedereen gelden, dient bijgevolg geconcludeerd te worden dat verminderde nettarieven voor dergelijke activiteiten niet aangewezen zijn voor Vlaanderen.
De afwezigheid van een duidelijk meerwaarde komt voornamelijk doordat de afnamepiek van individuele afnemers binnen een collectieve activiteit onvoldoende samenvalt met de momenten waarop collectieve activiteiten zelf productie van zonne-energie hebben. De afnamepiek valt namelijk vaak ’s avonds en in de winter (wanneer er weinig zonne-energie wordt opgewekt). Daardoor brengen collectieve activiteiten in het algemeen geen verandering aan in de investeringsbehoeften van de netbeheerder. Wel kunnen er onder specifieke omstandigheden en configuraties baten zijn van collectieve activiteiten voor het distributienet, zo geeft het onderzoek aan. Maar aan deze baten zijn tal van voorwaarden gekoppeld: ze dienen zich bijvoorbeeld te bevinden op een plaats in het distributienet waar de netbeheerder al hoge kosten heeft, bijvoorbeeld door verouderde netinfrastructuur. Als de baten zijn gesitueerd op een plaats waar de netbeheerder pas nieuwe kabels gelegd heeft, dan zal een energiegemeenschap er moeilijker voor een kostendaling kunnen zorgen.
Tot slot maakten de experts van VITO/EnergyVille nog enkele kanttekeningen bij hun conclusies. Zo hebben alle Vlaamse ‘prosumenten’ vandaag dezelfde nettarieven, of ze nu in een individuele woning wonen of in een collectief appartementsgebouw. Voor de bewoners van het laatste is de uitrol van hernieuwbare energie echter veel complexer en deze situatie zou daarom verder onderzocht moeten worden.
Daarnaast kan een verhoogde elektrificatie op de lange termijn voor meer gelijktijdigheid in de afnamepieken van individuele afnemers zorgen (bijvoorbeeld iedereen die op hetzelfde moment zijn elektrische wagen oplaadt), wat het distributienet zou kunnen overbelasten. Gerichte systeemprikkels zouden dit probleem kunnen verhelpen, aldus de experts, en ze pleiten ook hier voor verder onderzoek. Tot slot is het zo dat energiegemeenschappen wel voor heel wat andere ecologische en maatschappelijke voordelen zorgen die niet gerelateerd zijn aan het distributienet. Het is belangrijk om deze voordelen ook te onderstrepen.