Kledij is een menselijke basisbehoefte. Tegelijk gebeurt veel kledingproductie vaak nog in onmenselijke arbeidsomstandigheden. Bovendien is de mode-industrie een van de meest vervuilende sectoren, met een enorme negatieve milieu- en klimaatimpact. Dat komt vooral door het heersende businessmodel waarin kledij maar kort in roulatie blijft, gauw afgedragen is en vervolgens wordt afgedankt. Gelukkig is er de laatste tijd ook binnen de modesector een groeiend bewustzijn van het belang van duurzaamheid. Dat komt deels door de vraag van de consument, die beter geïnformeerd is en bewust wil kopen. Maar wat kunnen kledingproducenten doen om hun aanbod te verduurzamen, en hoe weet je dan als consument of een kledingstuk of merk duurzaam is? VITO zocht en vond enkele vuistregels.
Duurzaamheid is nergens meer weg te denken, ook niet uit de modesector. Modebedrijven zetten bijvoorbeeld duurzaamheidsexperts in bij de keuze van stoffen en productie en het winkelpersoneel wordt opgeleid om op vragen naar duurzaamheid een correct antwoord te kunnen geven. VITO wil in diverse domeinen de overgang naar meer circulaire businessmodellen stimuleren, zo ook in de kledingsector (meer info). Daarvoor werkten we samen met Flanders DC en kledingmerk Xandres al een praktische ontwerptool uit, die die de modesector helpt bij het creëren van hoogwaardige, duurzame kleding met concrete aanbevelingen om de levensduur van kleding te verlengen. Ook in het Europese SCIRT-project, dat de overgang naar een circulair modesysteem tracht te versnellen, is VITO betrokken bij onderzoek voor systemische verandering in de hele waardeketen.
Duurzaam produceren: weg met wegwerp
Het wegwerp- en overconsumptiemodel van de modesector botst met een meer circulaire aanpak waarin kledij veel langer meegaat, onder meer doordat ze van hogere kwaliteit is maar ook omdat ze kan worden hersteld. CEO Inge Neven ging te rade bij Xandres en kreeg meteen een overzicht van hoe modebedrijven hun aanbod kunnen verduurzamen.
Het begint al bij de keuze van de (grond)stoffen: de materialen die nodig zijn om kleding te produceren, hebben een grote impact op het milieu. Voor de productie van garens en stoffen is een aanzienlijke hoeveelheid water, energie, grond, chemicaliën en natuurlijke hulpbronnen nodig. Modebedrijven kunnen deze negatieve impact verkleinen door meer gerecycleerde en gecertificeerde materialen gebruiken, stoffen van hogere kwaliteit uit te zoeken die geen schadelijke chemicaliën bevatten. Bij de ontwerpfase is het essentieel om af te stappen van massaproductie en het verkopen van wegwerpmode. Duurzamere modebedrijven ontwerpen kleding van uitzonderlijke kwaliteit, met het oog op een langdurige levensduur en minder afval. Een ander probleem bij de textielsector doet zich voor tijdens de productie, vaak in het buitenland en in erbarmelijke arbeidsomstandigheden. Ook daar kunnen kledingbedrijven impact maken door ervoor te zorgen dat hun productie onder de juiste ethische en milieuomstandigheden plaatsvindt. Na de productie is het belangrijk om duurzamere keuzes te maken bij het transport en de verpakking van kledij. Na de verkoop kan een kledingstuk ten slotte duurzamer zijn als het makkelijk te onderhouden of herstellen is, of als het na (bij voorkeur langdurig) gebruik een nieuwe bestemming vindt en niet zomaar op de afvalhoop belandt.
Duurzaam consumeren: koop minder, kies goed, zorg dat het lang meegaat
Ook als consument kan je een grote impact hebben op de mode-industrie.
De bekende Britse mode-ontwerpster en activiste Vivienne Westwood vatte het al samen in haar bekende quote: “Buy less, choose well, make it last”. Daar komt het nog steeds op neer als je als consument het verschil wil maken en duurzamer wil shoppen.
Kortom, voor een duurzame garderobe kies je best bewust en investeer je in duurzame kwaliteitsbasics die geproduceerd werden met minimale impact op mens, dier, milieu en klimaat. Deze zijn vaak iets hoger in aankoopprijs, maar ze gaan veel langer mee en je investeert daarmee niet alleen in mode, maar ook in een duurzamere toekomst.