Katrijn Siebens, celhoofd team Bedrijven, afdeling Afvalstoffen- en Materialenbeheer, OVAM, voormalig onderzoeker in de unit Integrale Milieustudies bij VITO
Wat was destijds je functie bij VITO en welke job oefen je nu uit?
Na het behalen van mijn diploma bio-ingenieur Milieutechnologie ging ik in 1998 bij VITO aan de slag als onderzoeker, meteen ook mijn eerste job. Ik werkte vooral mee aan onderzoeksopdrachten voor de overheid zoals het Vlaamse CO2/REG-beleidsplan of het MIRAS-rapport. In 2000 heb ik de overstap naar de OVAM gemaakt waar ik ging werken binnen het steunpunt en informatiecentrum voor preventie van afval. De verscheidenheid en dynamiek in deze job was wat ik miste bij VITO. Bij VITO lag de focus van mijn opdrachten toen meer op het wetenschappelijke terwijl ik graag in de realiteit wil staan om echt zaken op te zetten. Ik heb bij de OVAM eerst meegewerkt aan de preventie en sensibilisering ter voorkoming van afvalstoffen en ben daarna doorgegroeid tot mijn huidige functie als celhoofd van het team Bedrijven. Hier ben ik o.a. verantwoordelijk voor de KMO-werking en ecodesign waarbij we vooral ondersteuning bieden aan bedrijven.
Hoe heeft je functie bij VITO je verdere carrière beïnvloed?
Toen ik solliciteerde was het feit dat ik bij VITO had gewerkt een zeer sterk punt en ik vermoed dat dat nog steeds zo is, zeker in de afval- en recyclagesector. Het netwerk dat ik binnen en buiten VITO had uitgebouwd was natuurlijk ook zeer nuttig. Ik had contacten met bedrijven en ik kende de specialisten bij VITO persoonlijk. Als ingenieur met banden in de wetenschappelijke wereld was ik goed geplaatst om bij de OVAM een werking naar bedrijven uit te bouwen. In VITO had ik bovendien ook geleerd om projectmatig te werken. Vandaag volg ik nog steeds de evoluties bij VITO op de voet op en het is fijn om nog bij VITO betrokken te zijn via bijvoorbeeld de Ecolizer, ons ecodesign-instrument.
Welke zijn je beste herinneringen aan VITO?
Natuurlijk ‘de collega’s’. Het was zo‘n fijne groep, waar gewerkt werd in een open sfeer en zonder in competitie te gaan met elkaar. Toen maakten we nog tijd voor een gezamenlijke koffiepauze waar spontaan informatie werd uitgewisseld en we elkaar ook persoonlijk beter leerden kennen. We hebben toen zelfs fuiven georganiseerd met verschillende onderzoeksgroepen. De sfeer zat er echt goed.