Iedereen kan de zonnekaart raadplegen op www.energiesparen.be/zonnekaart. U geeft een adres in en krijgt meteen op een kaart, aan de hand van de kleur van het gebouw, te zien of het dak ideaal (groen), bruikbaar (geel) of beperkt tot niet bruikbaar (oranje) is voor de plaatsing van zonnepanelen en/of een zonneboiler.
Eén op de acht gebouwen in Vlaanderen heeft zonnepanelen of een zonneboiler. Heel veel andere gebouweigenaars met een zonnig dak beseffen niet welke kans ze laten liggen. “Ik ben blij dat ik vandaag de Vlaamse zonnekaart mag voorstellen. Eindelijk kunnen we aan elke Vlaming laten zien hoe goed zijn dak scoort voor zonne-energie en hoeveel een installatie hem zou kosten en zou opbrengen”, zegt Vlaams minister van Energie Bart Tommelein. Uit onderzoek blijkt dat wie nog niet investeerde in zonne-energie, twijfels heeft over de mogelijke kostprijs of de geschiktheid van zijn dak. “Zonne-energie is niet duur meer en is vooral winstgevend. Bovendien zijn de meeste daken geschikt. Dat kunnen we iedereen nu met eigen ogen laten vaststellen”, reageert Tommelein.
Iedereen kan de zonnekaart raadplegen op www.energiesparen.be/zonnekaart. U geeft een adres in en krijgt meteen op een kaart, aan de hand van de kleur van het gebouw, te zien of het dak ideaal (groen), bruikbaar (geel) of beperkt tot niet bruikbaar (oranje) is voor de plaatsing van zonnepanelen en/of een zonneboiler. Voor elk groen of geel dak worden de kostprijs en de terugverdientijd van zonnepanelen en een zonneboiler voor een doorsneegezinsverbruik berekend (jaarlijks elektriciteitsverbruik van 3500 kWh/jaar en warm water voor vier personen), en ook de jaarlijkse besparingen op energiekosten en CO2-uitstoot. Er wordt zelfs een eerste inschatting gemaakt van het aantal te installeren zonnepanelen en van de plaats op het dak waar de zonnewinst het grootst is.
Wie geen doorsneeverbruik heeft, kan de instellingen aanpassen en een persoonlijke berekening uitvoeren. De zonnekaart beperkt zich niet tot gezinnen. Er zijn profielen voor grote verbruikers in de toepassing geïntegreerd, zodat ook bijvoorbeeld bedrijven, scholen, supermarkten, gemeentebesturen en andere organisaties een eerste inschatting kunnen maken van de mogelijkheden van zonnepanelen of een zonneboiler op hun dak.
De makers van de zonnekaart willen gebouweigenaars stimuleren om het resultaat verder te laten verfijnen door een (RESCert-)installateur.
Het Vlaams Energieagentschap (VEA) nam het initiatief voor de zonnekaart en startte begin 2016 een samenwerking met Informatie Vlaanderen en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Meer specifiek werd voor de aanmaak van de zonnekaart een beroep gedaan op de expertise die aanwezig is binnen de Beeldverwerkingsketen Vlaanderen (BVK).
In de periode van februari 2013 tot en met maart 2015 werden verschillende vluchten met laseropnameapparatuur georganiseerd om het volledige Vlaamse landschap en zijn gebouwen in detail op te meten. De expertise van Informatie Vlaanderen en VITO in het verwerken van big data gekoppeld aan de rekencapaciteit van de BVK maakten het mogelijk om voor meer dan 2,5 miljoen Vlaamse gebouwen (uitgezonderd de zeer recente gebouwen die dateren van na de meetopname) zeer specifieke informatie ter beschikking te stellen over de dakoppervlakte, de oriëntatie, de hellingshoek en de beschaduwing door omliggende gebouwen, bomen en andere objecten. Die informatie hebben de onderzoekers gekoppeld aan KMI-metingen van zoninstraling per regio. Zo werd voor elke locatie van 25 cm op 25 cm de totale zoninstraling bepaald. Op basis daarvan geeft de zonnekaart voor elk dak een eerste objectieve inschatting van de geschiktheid en een berekening van de zonnewinsten.
In de periode van februari 2013 tot en met maart 2015 werden verschillende vluchten met laseropnameapparatuur georganiseerd om het volledige Vlaamse landschap en zijn gebouwen in detail op te meten. Dat leverde voor meer dan 2,5 miljoen Vlaamse gebouwen (uitgezonderd de zeer recente gebouwen die dateren van na de meetopname) zeer specifieke informatie op over de dakoppervlakte, de oriëntatie, de hellingshoek en de beschaduwing door omliggende gebouwen, bomen en andere objecten. Die informatie werd gekoppeld aan KMI-metingen van zoninstraling per regio. Zo werd voor elke locatie van 25 cm op 25 cm de totale zoninstraling bepaald. Op basis daarvan geeft de zonnekaart voor elk dak een eerste objectieve inschatting van de geschiktheid en een berekening van de zonnewinsten.
De zonnekaart heeft niet de pretentie om 100% exact te zijn. Het blijft een rekenmodel dat zich baseert op beschikbare gegevens en automatisch beslissingen maakt op basis van een aantal voorgeprogrammeerde keuzes. Op elk van de gebruikte gegevens zit een foutenmarge.
“De data van de zonnekaart geven ons voor het eerst een verfijnde analyse van het potentieel aan zonne-energie. Op alle Vlaamse daken is er genoeg ruimte voor 72 GWp. Als dat volledige vermogen aan zonnepanelen geïnstalleerd zou zijn, zouden we jaarlijks 62 miljard kilowattuur aan zonnestroom kunnen produceren. Om dit in perspectief te plaatsen: alle Vlaamse gezinnen verbruiken samen 11 miljard kilowattuur per jaar. Eind 2016 stond er 2,3 GWp opgesteld en met het Zonneplan willen we 3,7 GW in 2020 bereiken”, aldus Tommelein.
Meer informatie
Zoek uw dak op www.energiesparen.be/zonnekaart
Dossier: hoe kwam de zonnekaart tot stand en welke parameters worden gebruikt bij de berekening?
Veelgestelde vragen: www.energiesparen.be/zonnekaart/faq
Digitaal campagnemateriaal (spot, banner, infografiek): www.energiesparen.be/zonnekaart/campagnemateriaal