IOI Loders Croklaan, producent van eetbare oliën, bespaart dankzij één membraanproces elk jaar de energieconsumptie van honderd huishoudens. VITO ontwikkelde de technologie en werkte met een internationaal team aan een eerste pilootinstallatie. Vandaag is het keramische membraan klaar voor een brede marktintroductie.

“Bij de productie van onze oliën maken we gebruik van thermische processen”, zegt Erik Schweitzer, manager Process Engineering bij IOI Loders Croklaan. “Dankzij het slimme membraan van VITO kunnen we nu sterk op energie en werkingskosten besparen. Met deze nieuwe technologie kunnen we ook meer produceren zonder onze fabriek of installaties te moeten uitbreiden. De CO2-besparing is aanzienlijk: voor één fabriek realiseren we een CO2-reductie van 650 ton per jaar, of honderd huishoudens. Daarmee stoot onze fabriek 50 procent minder CO2 uit dan voordien. Voor onze totale productie gaat het over een vermindering van 15 procent.”

Aceton recupereren

VITO stond in voor de technologie achter het succesverhaal bij IOI Loders Croklaan. Pieter Vandezande: “We ontwikkelden een keramisch membraan waarmee we aceton kunnen scheiden van oliën. Dat kaderde in het ISPT-project EEMBAR: Energy Efficient Membrane Based Acetone Recovery. Aceton is noodzakelijk in het productieproces van Croklaan om harde en zachte fracties van de olie te scheiden. Maar er mag geen aceton achterblijven in het eindproduct. Bovendien is solventterugwinning vanuit economisch perspectief een must. Vroeger werd zo goed als alle aceton teruggewonnen met een efficiënt, maar erg energie-intensief distillatieproces.

Membranen leken aanvankelijk geen optie, omdat aceton die al na enkele uren zou aanvreten. Maar dat risico loop je niet met ons keramische membraan. We behandelen het met organo-magnesiumverbindingen: zo is het geschikt voor de specifieke oplosmiddelen waarmee het in contact komt.” “Met het membraan produceert IOI Loders Croklaan een bijzonder zuivere olie, geschikt voor consumptie. De aceton wordt gerecupereerd en kan zoals vroeger bijna volledig opnieuw ingezet worden binnen het proces. Maar omdat onze membraantechnologie een niet-thermisch proces is, zullen we grote energiebesparingen realiseren zodra de proeffase succesvol afgerond is. Bovendien zijn de kosten vergelijkbaar met die van solventstabiele polymeermembranen.”

Opschalen

VITO demonstreerde de technologie on-site in een van de fabrieken van IOI Loders Croklaan. De daarvoor gebouwde pilootinstallatie draait ondertussen al anderhalf jaar op volle toeren. Roel Vleeschouwers: “VITO is bijzonder sterk in het opschalen van innovatieve technologieën voor commercieel gebruik. We hebben de technologische kennis in huis, maar weten die ook toe te passen in een concrete businesscase. Bovendien verzorgen we de opvolging en trainen we de operatoren die binnenkort zelfstandig met de technologie aan de slag gaan. EEMBAR rolden we uit in samenwerking met SolSep en Hogeschool Rotterdam met financiering van de Nederlandse overheid via het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT). Een vruchtbare samenwerking.” Dat vinden ze ook bij IOI Loders Croklaan. “We hebben in VITO een betrouwbare partner gevonden met wie we graag nog vervolgprojecten willen opstarten”, zegt Erik Schweitzer. “We gaan van start met de commerciële implementatie van het keramische membraan uit EEMBAR in het nieuwe project ISRO (Implementation of Solvent Recovery), waar verder ook SolSep, TUSTI, MTSA en de Technische Universiteit Eindhoven bij aangesloten zijn. We focussen op economische opschaling: het membraan moet voldoende aceton kunnen verwerken om van een performante industriële installatie te spreken. Zodra de technologie er helemaal klaar voor is, kunnen we ze ook toepassen in onze twee andere fabrieken.”