In het elektriciteitssysteem van morgen zullen prosumershun productie- en consumptiegedrag kunnen aanpassen aan de ‘noden van het moment’. Om hen de mogelijk te geven daarop in realtime te reageren, is een online communicatieplatform nodig: een heus ‘Internet of Energy’ dat de eindgebruiker centraal stelt. VITO/EnergyVille stelt haar grondige kennis en expertise ter beschikking van netbeheerders en bedrijven die nieuwe energiediensten in de markt willen zetten.

De energietransitie waar we momenteel volop inzitten, maakt dat de manier waarop we energie produceren en verbruiken, drastisch aan het veranderen is. Dankzij de zonnepanelen op hun dak worden consumenten prosumers. Daarnaast vindt een trend richting meer en meer elektrifiëring plaats, zoals het toegenomen gebruik van warmtepompen en de stijgende populatiteit van elektrische wagens. Tot slot beschikken steeds meer eindgebruikers over opslagmedia, in de vorm van deze elektrische wagens en thuisbatterijen – ook een thermisch goed geïsoleerde huis draagt hiertoe bij. Deze evolutie noopt tot een doorgedreven flexibiliteit van het elektriciteitsnet, dat tegelijkertijd met stroom wordt gevoerd afkomstig van een steeds groter aandeel van intermittente bronnen zoals zon en wind.

Die doorgedreven flexibiliteit vereist een uitwisseling – in realtime – van gegevens aangaande productiecapaciteit, weersvoorspellingen en aangesloten elektrische apparatuur. Elia samen met de Belgische distributienetbeheerders Fluvius, Ores, Sibelga en Resa eind 2018 met het project IO.Energy een eerste stap naar zo’n ‘Internet of Energy’. Dat alle netbeheerders betrokken zijn is uniek en belangrijk, want ze hebben de stukjes van de puzzel in handen die nodig zijn om het elektriciteitssysteem van de toekomst op te zetten en nieuwe producten en diensten uit te rollen.

Energiediensten van de toekomst

‘IO.Energy is ontstaan vanuit de visie dat de consument in het centrum zou moeten staan van het energiesysteem van de toekomst’, zegt Jessie Moelans, manager bij Elia van het IO.Energy Ecosystem. ‘Zo evolueren we naar een gedecentraliseerd energiesysteem waarin veel minder plaats is voor grote centrales en waarin zonnepanelen, thuisbatterijen en elektrische auto’s domineren. Gecombineerd met de huidige evoluties in de digitale technologie en met het feit dat gebruikers steeds energiebewuster worden en meer keuzemogelijkheden willen hebben, betekent dit dat we moeten nadenken over de energiediensten van de toekomst. Dat is de kern van IO.Energy.’

Operatoren zoals Elia doen dit niet alleen: ze brengen organisaties en bedrijven die op ideeën broeden voor nieuwe energieproducten en dienstensamen in een breed en divers ecosysteem. In de eerste helft van vorig jaar kwamen alle partners binnen IO.Energy samen tijdens een vijftal workshops om ideeën te lanceren, te bespreken met elkaar en meteen al af te toetsen bij onafhankelijke experts. Onder die laatsten bevond zich bij elke workshop een vijftal van VITO/EnergyVille. ‘Onze expertise is heel breed’, zegt Kris Kessels van VITO/EnergyVille. ‘Onder meer dankzij onze samenwerking met de KULeuven beschikken we over bijzonder veel en uiteenlopende knowhow op het vlak van energiemarkten en -businessmodellen, gridmodellen, digitale meters, vraagsturing, batterijopslagtechnologie, noem maar op. Je zou ons eenone stop-solutionkunnennoemen: de deelnemers aan de workshops konden voor al hun ideeën bijons terecht.’

Onder andere vanuit die onafhankelijke expertenrol van VITO/EnergyVille werden de gelanceerde ideeën gechallenged, geëvalueerd en zo mogelijk verder uitgewerkt. Uiteindelijk bleven zo een achttal ideeën over: commerciëel interessante voorstellen die tijdens de komende sandboxing-fase worden uitgetest in een prille experimentele setting.

‘Uiteindelijk is het onze bedoeling om de energietransitie zo veel mogelijk te faciliteren’, zegt Thomas Polfliet van VITO/EnergyVille. ‘We helpen daarbij eindgebruikers en bedrijven om via actieve participatie aan het systeem hun energiefactuur betaalbaar te houden, maar evenzeer netbeheerders en overheden om het toekomstige energiesysteem zo kostenefficiënt mogelijk in te richten. Wij zijn dan ook heel tevreden om als partner te kunnen meewerken aan IO.Energy, waar de eindgebruikers samen met de netbeheerders de toekomst van ons energiesysteem shapen.’

Eindelijk actie

Door private stakeholders zoveel mogelijk te betrekken, schept het project realistische verwachtingen op het vlak van toekomstige energiediensten. Moelans: ‘Wij zien als netbeheerder wel de trends in het energielandschap, maar we hebben zelf geen idee wat die diensten van de toekomst precies kunnen zijn. Vandaar de oproep aan geïnteresseerden om deel uit te maken van een ecosysteem dat niet enkel nadenkt over de diensten van de toekomst, maar ook ideeën omzet in testcases waarbij samen met consumenten hypothesen worden gevalideerd.’ Gelukkig was de oproep van de Belgische netbeheerders aan de markt een overweldigend succes: een 90-tal bedrijven toonden interesse en een 60-tal namen een actieve rol op in het ideation-proces (waarin ideeën werden voorgesteld en afgetoetst).

Binnen IO.Energy wordt gewerkt rondom vier thema’s: de sturing van energieverbruik en consumptiegedrag door externe signalen, het lokaal produceren en vervolgens delen van energie (bijvoorbeeld op wijkniveau), het beter voorspellen van de productie, en het bewaken van de stabiliteit van het elektriciteitsnet en van de bevoorradingszekerheid.

De interesse bij de bedrijven bewijst het succes van het project, dat uniek is omdat zoveel verschillende spelers nu eindelijk met elkaar aan dezelfde tafel zitten. ‘Er zijn zoveel ideeën, maar om ze van de grond te krijgen moeten bedrijven kunnen samenwerken met netbeheerders’, zegt Polfliet. ‘Velen zaten te wachten om in actie te kunnen schieten. En dat kan nu.’