Bij diepe geothermie of aardwarmte wordt energie opgewekt met heet water dat kilometers diep onttrokken wordt aan de ondergrond. De Antwerpse en Limburgse Kempen beschikken dankzij een diepe, waterdoorlatende kalksteenformatie over heel wat geothermisch potentieel. Hoe groot dat potentieel is, en hoe en waar dit het beste kan worden benut voor de productie van hernieuwbare energie, zoekt VITO mee uit in het Interreg NWE-project DGE-ROLLOUT.

Het Europese project startte eind 2018 en brengt 10 partners uit België, Duitsland, Frankrijk en Nederland samen. De genaamde kolenkalklaag, die op een diepte van drie kilometer onder de Balmatt-site van VITO in Mol loopt, stopt immers niet aan de landsgrenzen. Daardoor kijken ook onze buurlanden met grote interesse naar deze continu aanwezige, hernieuwbare en klimaatvriendelijke energiebron. Met DGE-ROLLOUT wil de internationale samenwerking de optimale winning van aardwarmte in Noordwest-Europa onderzoeken en zo het gebruik ervan faciliteren. Het project loopt nog tot 2022.

‘Diepe geothermie als techniek is verre van nieuw en dus is er al veel informatie beschikbaar’, zegt Matsen Broothaers van VITO. ‘Maar we merken dat die haar weg niet goed vindt naar partijen die er iets mee kunnen doen, zoals lokale overheden, bedrijven, projectontwikkelaars en investeerders. Door deze informatie te ontsluiten en uit te breiden met die van onze internationale partners willen we aardwarmte toegankelijker maken.’

Meetcampagne langs kanaal

Een van de doelen van het project is het geothermische potentieel van de kolenkalklaag in kaart brengen voor de verduurzaming van de energievoorziening in Noordwest-Europa. Alles begint natuurlijk met gedetailleerde kennis van de ondergrond, waar zich de potentiële aardwarmtereservoirs bevinden en wat de onzekerheden en de mogelijke risico’s zijn van aardwarmtewinning op die locaties. ‘Die kennis bevat nog veel hiaten’, zegt Broothaers. Daarom omvat DGE ROLLOUT een aantal lokale meetcampagnes, zoals degene die VITO in oktober 2020 met financiële ondersteuning van de Provincie Limburg en klimaatbedrijf Nuhma uitvoerde. Vertrekkend vanuit de Balmatt-site in Mol exploreerden onderzoekers van VITO met behulp van trilwagens en trillingmeters de ondergrond langsheen drie trajecten in Mol, Dessel, Balen, Lommel, Pelt en ook in Nederland in Bergeijk en in Valkenswaard. Door ook bij onze noorderburen te gaan meten zorgde VITO voor aansluiting met een vergelijkbare campagne in Nederland, uitgevoerd door projectpartner EBN. Het zet het grensoverschrijdende karakter van dit Interreg-project extra in de verf. ‘Zo gaan we de versnippering van informatie en kennis tegen en creëren we een aaneensluitende geologische kaart voor geothermisch potentieel in onze ruimere regio.’

De meetcampagne nam vier weken in beslag, waarna de ruwe data werden samengebracht en verwerkt. Later dit voorjaar zullen de geothermie-experts van VITO de resultaten interpreteren. Daarbij komt heel wat kijken. Er moet immers niet alleen potentieel ondergronds zijn, bovengronds moet er voldoende vraag zijn naar aardwarmte. Broothaers: ‘Ook dat brengen we in kaart. We werken twee voorbeeldstudies uit waarbij we zowel de ondergrond als de bovengrond evalueren en kijken welke businesscase hierop zou kunnen aansluiten.’

In Noord-Limburg lijken vooral Bree en Lommel interessant voor diepe geothermie, door de aanwezigheid van energie-intensieve industrie. Ook de vele openbare gebouwen en het Lommelse vakantiepretpark De Vossemeren zouden met aardwarmte kunnen worden verwarmd. Hoe dat geothermisch potentieel er concreet uitziet, zal nog moeten blijken als het werk van de VITO-experts klaar is. Zijn de resultaten positief, dan kan dit andere partijen overtuigen te investeren in een lokaal aardwarmteproject. ‘In feite is dit wetenschappelijk vooronderzoek, in brede en algemene zin. Zo effenen we het pad voor aardwarmte’, aldus Broothaers.

Contact:
+32 14 33 56 25